Ik sta op het plein aan de Trumanlaan voor het gebouw van Hart van Noord, het startpunt van onze wandeling door Kanaleneiland, één van de twee buurten in Utrecht waar ik mijn promotieonderzoek heb uitgevoerd. De buurt waar ik gedurende mijn onderzoek regelmatig te vinden was, is sterk veranderd.

Bij een eerder bezoek was mij dit al opgevallen. Het is niet de oudbouw afgewisseld met nieuwe bruinbouw, een bijna letterlijke markering van het zuidelijke en noordelijke deel van de wijk. Ook niet de netjes geordende lichtheid die door deze druilerige middag in april dringt. Ik mis de gezellige chaos en de rommelige dynamiek die zo kenmerkend waren voor de buurt die een bijzondere plek in mijn hart heeft.

Bij het passeren van winkelcentrum Kanaleneiland vraag ik aan de  jongen die naast mij loopt wat hij van deze verandering vindt. “Volgens mijn vader was het hard nodig om iets te doen aan de toestand waarin de buurt zich tien jaar geleden bevond”. Waarop de andere persoon naast hem vraagt: “En gaan de bewoners met elkaar om?” Nee, luidt het antwoord. “Wij leven langs elkaar heen.”

Wat is een buurt?

Naar de vraag wat een buurt precies is, is veel wetenschappelijk onderzoek verricht. Het blijkt niet zo eenvoudig om tot een eenduidige definitie te komen. Zonder mensen geen buurt, zonder geografische grenzen geen buurt. Een buurt kenmerkt zich door twee zaken: de aanwezigheid van mensen en lokaliteit.

Het is een plek waar het alledaagse leven van bewoners zich afspeelt. Zeker voor groepen die om uiteenlopende redenen veel zijn aangewezen op hun buurt, is het een betekenisvolle plaats in hun leven.

Buurten zijn betekenisvol door de dingen die bewoners samen  doen, bijvoorbeeld jongens die samenkomen op de hoek van de straat, en door de betekenis die bewoners hieraan geven, zoals de jongeren uit mijn onderzoek vertelden: Een moeder die wat uitdeelt, samen spelen met elkaar… de gezelligheid. Tenminste, waar ik woon is het gezellig.

Dit én de materiële aspecten van een plaats maken dat mensen zich er prettig voelen, daar graag willen vertoeven, er trots op zijn en zich ermee verbonden voelen. In achterstandsbuurten is dat niet anders. Als je in de buurt geboren en getogen bent, alle hoeken en gaten kent, jouw familie en vrienden er wonen, is het logisch dat mensen binding ervaren met de buurt.

De buurt als utopie

Bestuurders zijn dol op het mengen van buurten. Dit komt voort uit hun streven naar een gemengde stad, waarin mensen van verschillende achtergronden (in de breedste zin van het woord) elkaar (on)gedwongen ontmoeten en tegenkomen. Diversifiëring, sociaal mixen van de buurt, zou bovendien het panacee zijn voor problemen in achterstandsbuurten, want laten wij wel wezen: het streven om te mengen beperkt zich tot dergelijke buurten.

Maar hoe kan het dat bestuurders niet in de gaten hebben dat herstructurering misschien wel mooiere en duurdere huizen oplevert – en daarmee verandering in de bevolkingssamenstelling van de buurt – maar niet per se leidt tot verbinding? De aanname dat personen bij elkaar over de vloer komen en deze nieuwe contacten verheffend zullen werken voor de zittende bewoners, is toch echt een utopie.

“ Herstructurering van buurten leidt niet alleen tot sloop van woningen, maar ook tot sloop van sociale structuren ”

Herstructurering van buurten leidt niet alleen tot sloop van woningen, maar ook tot sloop van sociale structuren in de buurt. Begrijp mij niet verkeerd. Ik ben er groot voorstander van dat zoveel mogelijk verschillende groepen elkaar ontmoeten - in de buurt, in de publieke ruimte, op school of op het werk.

Alleen heb ik moeite met de wijze waarop bestuurders dit proberen te realiseren. Zeker als dat ‘noodzakelijke ontmoeten’ alleen opgaat voor achterstandsbuurten (of kwetsbare wijken, of welke eufemistische termen beleidsmakers graag voor deze buurten bedenken). In ‘voorstandsbuurten’ is een eenzijdige bevolkingssamenstelling kennelijk geen probleem.

Veilige haven

In de (vervolg)aflevering van de podcast Rough Translation van de Amerikaanse National Public Radio getiteld Liberté, Égalité, French Fries and...couscous gaat verslaggever Marianne McCunne in Marseille in gesprek met Kamel, die werkt in een McDonalds aan de rand van een beruchte migrantenbuurt.

In de aflevering hoor je wat er gebeurt met mensen wanneer een dergelijke, voor de buurt betekenisvolle plaats op het punt staat te verdwijnen; een lot dat dreigt voor deze McDonald’s-vestiging. Kamel, 38 jaar oud, kind van Algerijnse migranten, werkt sinds zijn zestiende in deze McDonald’s; een voortijdige schoolverlater die deels op straat leefde, met verkeerde vrienden omging en zwaar dyslectisch is, inmiddels manager daar.

In de aflevering hoort de luisteraar hoe een ‘non-place’  als McDonald’s voor de bewoners en werknemers uit de buurt een betekenisvolle plek wordt. Het concept ‘non-place’, gemunt door de Franse wetenschapper Marc Augé, duidt plaatsen aan die geen identiteit, sociale en historische relatie hebben tot hun omgeving.

(Werken bij) McDonald’s geeft de mensen die in de podcast aan het woord komen een gevoel van eigenwaarde, een gevoel van thuis en verbinding met de gemeenschap (misschien ook wel met Frankrijk). De McDonald’s “is een kleine oase, waar mensen met elkaar zijn opgegroeid, waar moeders hun kinderen brachten, een veilige haven voor adolescenten uit de buurt”.

De aflevering van deze podcast resoneert met de verhalen van de jongeren die ik heb gesproken over de betekenis van hun buurt. Mensen – en dat geldt ook voor deze jongeren - zijn gehecht aan plekken waar zij  regelmatig komen, en met een buurt is dat niet anders.

De gehechtheid aan de buurt gaat soms zover dat de identiteit van bewoners samenvalt met de buurt waar ze - soms al hun hele leven - wonen. Stel je eens voor hoe het voor iemand voelt om uit zijn eigen buurt te moeten verhuizen, omdat van ‘hogerhand’ is besloten dat de M op de schop moet. Geherstructureerd moet worden.

Illustratie buurt
Illustratie: Lorenzo Matteucci

Duurdere woningen

Herstructurering gaat altijd gepaard met sloop en herbouw van woningen. De woningen die daarvoor in de plaats komen, zijn van betere kwaliteit en vallen daardoor in een duurder huur- of koopsegment -  en zijn daarmee vaak te duur voor de oorspronkelijke bewoners. Hierdoor wordt dit type buurten aantrekkelijker voor de middenklasse. De gevolgen van herstructurering laten zich raden.

Herstructurering leidt vaak tot gentrificatie. In de Amerikaanse podcast There goes the Neighborhood wordt gentrificatie door één van de geïnterviewden omschreven als ‘een beleefde manier om aan te geven dat witte mensen in de buurt komen. Helaas is dat de enige manier waardoor onroerend goed in waarde stijgt’. Wanneer ik beleidsmakers en bestuurders hoor praten over herstructurering bekruipt mij soms eenzelfde gevoel.

Herstructurering zegt daarmee zowel iets over de kwaliteit van de fysieke omgeving als over de sociale kenmerken van een buurt. Over de fysieke staat van (sociale huur)woningen en de openbare ruimte zijn beleidsmakers en bewoners het vrij snel eens. In achterstandswijken verkeren woningen vaak in slechte staat en voor de openbare ruimte geldt meestal hetzelfde. Sloop, renovatie, herbouw en herinrichting van de openbare ruimte zijn de meest zichtbare gevolgen wanneer achterstandswijken op de schop gaan.

“ Met meer draagkrachtige bewoners in achterstandswijken, menen beleidsmakers, verdwijnen sociale problemen als sneeuw voor de zon. Was dat maar zo simpel ”

Als tweede zeggen herstructeringsplannen iets over de sociale kenmerken van een buurt (lees: de bewonerssamenstelling). Herstructurering gaat uit van de aanname dat met het aanpassen van fysieke kenmerken van een buurt ook sociale problemen kunnen worden opgelost.

Een opgeknapte buurt, duurdere woningen en een betere mix van koop- en huurwoningen dragen in de ogen van beleidsmakers bij aan de oplossing van sociale problematiek in achterstandswijken. Met de komst van meer draagkrachtige bewoners in achterstandswijken, is het idee van beleidsmakers, zullen sociale problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Was dat maar zo simpel.

Herstructurering van buurten grijpt in op al de aspecten die buurten betekenisvol maken voor buurtbewoners. Zeker als blijkt dat bewoners na deze verbeteringen vaak niet kunnen terugkeren in de eigen buurt. Als de basisschool waar je op hebt gezeten wordt gesloopt, de flat waar je bent opgegroeid tegen de vlakte gaat en zelfs het pierenbadje in de speeltuin waar je altijd speelde bij het oud vuil wordt gedumpt, worden als het ware ook de materiële herinneringen van buurtbewoners gesaneerd.

Verlies van materiële zaken gaat gepaard met verlies van herinneringen. Zouden beleidsmakers dat soms vergeten? Alsof buurten louter een verzameling stenen zijn en geen vat vol herinneringen en ervaringen van bewoners.

Thuis in de buurt

De jongeren die ik sprak voor mijn onderzoek hebben mij regelmatig verteld over deze herinneringen. Het meest werd ik getroffen door het gevoel van ‘thuis’ dat zij ervaren in hun achterstandsbuurten. Deze waren en zijn nog steeds een thuis voor hen, omdat zij daar zijn opgegroeid, hun familie en vrienden daar wonen en iedereen elkaar kent.

Het is onder meer deze gelijkgestemdheid die maakt dat jongeren zich thuis voelen in hun buurt. Mensen die je verstaan, soms letterlijk zoals een jongen mij vertelde: “Dat als je naar de Albert Heijn gaat en je wilt iets vragen en als je het niet weet hoe je dat in Nederlands moet vragen, dan kan je het gewoon in het Marokkaans zeggen, dan kreeg je steeds antwoord”.

“ Het meest werd ik getroffen door het gevoel van ‘thuis’ dat jongeren ervaren in hun achterstandsbuurten ”

Soms gaat het om een meer symbolische manier van thuis voelen.  “Thuis is een plek waar je gewoon terug naar toe kan als je het even niet meer weet. Je kan daar je plekje vinden…, omdat je alles weet. Een schuilplaats, vergelijkbaar met die McDonald’s in Marseille. Thuis voelen, maakten de gesprekken met de jongeren duidelijk, draagt bij aan verbinding en binding die bewoners ervaren met de buurt. Ondanks, of juist vanwege, het feit dat het om een achterstandsbuurten gaat.

Met sloop en herstructurering verdwijnt datgene wat maakt dat bewoners zich thuis voelen in dit type buurten, en erodeert het gevoel van gemeenschap met de komst van nieuwe, vaak middenklasse-bewoners die noch met de buurt, noch met de mensen die er wonen binding ervaren. Logisch: het zijn immers totaal verschillende leefwerelden die daar geherstructureerd samenkomen.

Herstructurering is geen wondermiddel voor het oplossen van sociale problemen. Misschien wel voor het opfrissen en vergroenen van fysieke kenmerken in achterstandsbuurten. Herstructurering gericht op homogenisering tot een gewenste middenklasse-leefstijl, geënt op raciale gronden en klassendiscriminatie, gaat voorbij aan het gevoel van gemeenschap en verbinding dat bewoners ervaren met hun buurt en met elkaar. Terwijl gevoelens van gemeenschap juist kunnen bijdragen aan het vergroten van de draagkracht van bewoners in kwetsbare posities.

Achterstandsbuurten kunnen voor jongeren een hulpbron zijn bij de vorming van hun identiteit, gevoelens van solidariteit, ‘agency’ en thuis voelen en daardoor een bijdrage leveren aan sociale vooruitgang en mobiliteit van jongeren.

De verschillende typen kapitaal die voortkomen uit de gemeenschap en verbinding in achterstandswijken bieden jongeren hulpbronnen en strategieën om verder te komen. Herstructurering leidt tot verdunning van deze hulpbronnen, wat ten koste gaat van het noodzakelijke sociaal kapitaal in deze buurten.

Onderlinge binding

Deze zienswijze vraagt dat beleidsmakers op een andere manier invulling geven aan sociale herstructurering waarbij niet de etnische achtergrond en de sociaaleconomische positie van inwoners doorslaggevend is, maar de kracht van dit type buurten het uitgangspunt vormt. Maak gebruik van de sterke onderlinge binding tussen bewoners die hen in staat stelt zich te redden. Laat die binding leidend zijn bij het behoud van bewoners voor de buurt.

Jongeren hebben mij regelmatig verteld hoe graag niet alleen zij, maar ook hun uitwonende oudere broers en zussen in de buurt willen blijven wonen. Zorg er als gemeente voor dat bewoners die binding hebben met de buurt voorrang krijgen op sociale huurwoningen. Stimuleer kleine ondernemingen van bewoners die thuis zijn in de buurt.

En tot slot: investeer in en upgrade de kwaliteit van woningen (in plaats van woningen te slopen) door samen met zittende bewoners te kijken hoe dat kan worden vormgegeven en welke wensen zij hebben. Met deze uitgangspunten wordt ‘herstructureren’ daadwerkelijk voor en (in het belang) van de buurt en de bewoners. Met een beetje lef en creativiteit kan zoveel meer.