Bespreking van Vrijzinnig Paternalisme van Bureau De Helling en themanummer Verheffing van Socialisme & Democratie

In de jaren zestig en zeventig omarmden de linkse partijen de individualisering, maar tot een kritische reflectie is het nooit gekomen. De diepe beduchtheid voor bevoogdend of paternalistisch te worden uitgemaakt, stond zo’n exercitie in de weg. Misschien nog wel belangrijker in politieke zin was dat de steun aan de zelfbeschikking van het individu goed van pas kwam om de tegenstelling tussen progressief en conservatief aan te zetten. Deze omstandigheid laat andermaal zien hoe fnuikend polarisatie is voor het denken en hoezeer deze strategie bijdraagt aan het ontstaan van nieuwe taboes.

Het is dus winst dat zich nu een kentering aftekent. De wetenschappelijke bureaus van PvdA en GroenLinks zijn althans zo ver dat ze de erfenis van de jaren zestig aan fundamentele kritiek onderwerpen en zoeken naar mogelijkheden het bevrijde individu weer te verbinden met de verweesde samenleving. Afgewacht moet nog worden in hoeverre deze exercities doordringen in de concrete politiek, want de denktanks van alle partijen zijn de laatste decennia door polarisatie en machtsdenken sterk gemarginaliseerd.

In de PvdA neemt de Wiardi Beckmanstichting de effecten van de individualisering onder de loep in het kader van een herwaardering van de sociaal-democratische waarden, waaronder het oude ideaal van de culturele verheffing. Monika Sie Dhian Ho, directeur van de WBS, oordeelt kort en krachtig: ‘De ontploooiingsgedachte is doorgeschoten in het streven naar louter een bevrijding van tradities en waarden’. Het idee van wat de gezamenlijke waarden zijn is verschraald, net zoals de plaatsen voor overdracht van die waarden, zoals het gezin en het onderwijs, zijn verwaarloosd.

De sociaal-democraten zien voor zichzelf een nieuwe missie in het vormgeven van een gedeeld beschavingsideaal, gebaseerd op publieke vrijheid door sociale verantwoordelijkheid. Daarbij is de oude Adam van het étatisme nog altijd springlevend. Zo pleit de financieel geograaf Ewald Engelen voor staatscrèches en brede scholen om kinderen uit mindere bevoorrechte milieus zelfde kansen op ontplooiing te geven als kinderen van hoogopgeleide ouders.

Sie zet zich af tegen het liberalisme en de christen-democratie van Balkenende vanwege hun nadruk op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Zij stelt daar niet alleen de staat tegenover, maar wil juist aansluiting zoeken bij het gezag van mensen uit de praktijk en initiatieven vanuit de samenleving. ‘De PvdA moet weer een burgerlijke protestpartij worden: verantwoordelijk waar het kan, ongehoorzaam waar het moet’.

PvdA en GroenLinks behoren met de liberalen tot de politieke traditie die er een optimistisch mensbeeld op nahoudt. Maar ook daarin lijkt zich een verandering af te tekenen. In de bundel ‘Vrijzinnig paternalisme’ onder redactie van Dick Pels en Anna van Dijk staat zelfs de ontboezeming ‘dat de emancipatie monsters heeft gebaard’. Daarmee wordt gedoeld op ‘moderne dikke ikken’ die elke bemoeienis en verheffing afwijzen en menen niets aan anderen verschuldigd te zijn. Pels en Van Dijk beschouwen het populisme als politieke uitdrukking daarvan en zetten zich daar sterk tegen af.

In hun analyse is links bekneld geraakt tussen deze doorgeschoten, zelfs rabiate vrijheidsdrang en het conservatieve paternalisme waar het laatste kabinet-Balkenende (CDA, PvdA, ChristenUnie) voor gestaan zou hebben. Daarmee doen ze alsof deze benarde positie de linkse partijen is overkomen en ontlopen zo nogal gemakkelijk de verantwoordelijkheid voor het gebrek aan kritische reflectie op het vrijheidsideaal in eigen kring. Niettemin spreekt uit de teksten wel de erkenning dat te weinig is onderkend ‘dat onze liberaal-democratische idealen in hun tegendeel kunnen verkeren als we ze niet weten te matigen en begrenzen’.

Volgens Pels, directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, moet ook de ironie in de titel van de bundel zo worden verstaan. ‘Vrijheid leidt niet vanzelf tot vrijzinnigheid en moet dus worden verdiept met een inhoudelijk moreel project’. De bundel is daarmee een buiging naar het pessimistisch mensbeeld van de conservatieven: morele opvoeding van burgers is noodzakelijk om een beschavingsgrens te markeren ‘die verhindert dat vrijheid doorschiet in onmatigheid, zelfgenoegzaamheid en absolutisme’.

De vraag is natuurlijk wie die grens bepaalt. Dat moet volgens Pels en de zijnen gebeuren in het democratische debat. Dat klinkt mooi, maar er zit een addertje onder het gras, waar de auteurs menen dat de overheid vervolgens de meerderheidsopvatting is moet uitdragen. De overheid is in hun ogen geen neutrale speler, maar een speler ‘die een bepaald idee van het goede leven uitdraagt’.

Hier dreigt het paternalisme van GroenLinks, vrijzinnig of niet, wel degelijk in regelrechte dwingelandij te verkeren. Niet voor niets zet Pels zich af tegen het pluralisme, dat uitgaat van ruimte voor verschillende visies. Dat maakt het des te interessanter van de reflectie en de denkbeelden in de linkse partijen kennis te nemen. Het begrip vrijheid ontbeert al te lang nieuwe inhoud.

Dick Pels en Anna van Dijk (red.) Vrijzinnig paternalisme. Naar een groen en links beschavingsproject. Bert Bakker, Amsterdam. Monika Sie Dhisn Ho (red.) Verheffing. Themanummer Socialisme & Democratie 7 / 8. Boom, Amsterdam.

*Deze bespreking verscheen eerder in Trouw, 3 december 2011.