Hoe gezellig, onschuldig, huiselijk en simpel zelf koken ook lijkt, het grijpt diep in ons leven in. Wie bijvoorbeeld probeert een maand lang suikervrij of vleesloos te eten, of meer tijd te creëren voor gezamenlijke maaltijden, ontdekt dit al snel. En als je je maar even verdiept in de consequenties van je koop-, kook- of eetgedrag, kom je al snel terecht bij milieuvraagstukken, sociale ongelijkheid en de schaduwzijde van de globale wereld. De implicaties van wat we eten zijn enorm.

Het is tijd de waarden rondom ons eten af te stoffen. Voedsel is een smeltkroes van thema’s, zoals de natuurlijke cirkel van leven en dood, sociaal contact, de zorg voor je lichaam en creatieve expressie: alles werkt op elkaar in. Daardoor is voedsel een rode draad door onze cultuurgeschiedenis; het is nauw verweven met ieders identiteit.

Om de verschillende vraagstukken in relatie tot voeding het hoofd te kunnen bieden is de herwaardering van voedsel essentieel. De school kan daarin, in samenwerking met ouders, een cruciale rol spelen.

Randverschijnsel

Het doorgeven aan de volgende generatie van ervaringen en vaardigheden rondom voedsel verbouwen, bereiden en consumeren is geen vanzelfsprekendheid meer. Neem het koken, dan zie je een gebrek aan kennis en inspiratie, een (vermeend) gebrek aan tijd en een voorkeur voor gemak, een technisch onvermogen en weerstand tegen troep en gevaarlijke situaties (messen, heet water etc.).

Wellicht wordt zelf koken voor een volgende generatie een randverschijnsel. Is dat erg? In Nederland besteden we gemiddeld achttien minuten per dag aan koken (in 1950 was dat nog twee uur) en geven we elf procent van ons inkomen aan voedsel uit – steeds minder aan verse basisproducten zoals groenten en fruit. Slechts twee procent van de Nederlandse kinderen eet genoeg groenten en 45 procent snoept meerdere keren per dag. (J. Seidell e.a, 2014)

We kopen massaal voorgesneden groenten, ondanks de populariteit van kookprogramma’s, kookboeken en de moestuinplantjes van Albert Heijn. Als je bovendien constateert dat we dertig procent van ons eten weggooien en dertig procent snacks en fastfood kopen, rijst in ieder geval de vraag wat voedsel ons eigenlijk waard is. Als het klassieke beeld van de kleinschalige, gemengde boerderij allang niet meer met de werkelijkheid correspondeert, waarom geven we dit via kinderboeken en filmpjes nog steeds door? Zijn waarden een nostalgisch goed geworden?

Laten we in ieder geval, voordat we het kind met het badwater weggooien, bewust kiezen welke waarden en verhalen wij dan wel van belang vinden om door te geven aan onze kinderen. En laten we nadenken over hoe en waar we dat doen.

Zelfbeschikking

Volgens de Amerikaanse schrijver Michael Pollan onderscheidt koken ons van dieren; het heeft emotionele waarde: “Een maaltijd is een daad van liefde.” Zelf koken is een manier om waarden die in onze samenleving in het gedrang zijn geraakt, opnieuw te bevechten. Koken is een vorm van zelfbeschikking over je eigen lijf en van creatieve zelfexpressie. Koken bevordert eigenwaarde door de beheersing van vaardigheden, technieken en transformatieprocessen. Koken is een machtig wapen: je kunt er anderen mee verrassen, verzorgen, verleiden en zelfs intimideren.

“ Zelf koken is een manier om waarden, die in onze samenleving in het gedrang zijn geraakt, opnieuw te bevechten ”

Welke waarden werden er in het verleden verbonden aan voedsel? Zou de herwaardering van die waarden ook een deel van de oplossing kunnen zijn? Wanneer we die waarden serieus nemen, kunnen we die dan overlaten aan de betrokken ouders of de belangen van voedingsindustrie?

Voedseleducatie als drager van cultuur en waarden zou mijns inziens onderdeel uit moeten maken van het onderwijs. Van daaruit kunnen gemotiveerde kinderen op hun beurt hun ouders verleiden met hen te koken. En nee, er hoeft niet elke week een kookles te zijn. Ook hoef je als ouder niet elke dag je kind bij het koken te betrekken.

Soms maakt een enkele ervaring al een onuitwisbare indruk. Mij ontroerde een jongetje eens door me na een kookles van anderhalf uur in te fluisteren dat hij me wilde bedanken voor de mooiste dag van zijn leven. Het was hem gelukt een ei te breken, hij had genoten van de geur van vers gestampte kaneel in de vijzel en hij had geleerd hoe je met een scherp mes moet omgaan, wat thuis ondenkbaar was.

Onderwijsvernieuwing

Het onderwijs krijgt al zoveel extra taken. “Het lijkt wel of wij al het wereldleed moeten oplossen”, verzuchtte een schoolhoofd eens tegenover mij na een gastkookles op school. Dertien jaar geleden nam ik het initiatief om, onder de naam De Smaak te Pakken, een verbindende vorm van voedselonderwijs te ontwerpen. Die vorm is vanuit de praktijk van het koken met kinderen stap voor stap ontwikkeld. De waarde ligt in het creëren van een moment waarin de wereld even samenvalt. Deze compact ontworpen en lokaal afgestemde vorm van voedseleducatie verlicht het werk van de docent en sluit prima aan bij belangrijke uitgangspunten voor onderwijsvernieuwing.

Ten eerste is dat de visie op basisonderwijs als cultuurdrager en moraliteitsdrager, zoals hoogleraar duurzaamheid Herman Wijffels het tijdens een lezing in 2006 bij het NIVOZ (Nederlands Instituut voor Onderwijs- en Opvoedingszaken) noemde. Hoe ziet dat eruit bij De Smaak te Pakken? Via simpele handelingen, zoals het hakken van kruiden of noten, ontstaat een gezamenlijke zoektocht met kinderen.

Het kijken, voelen en proeven leidt ze naar een diepere laag van hun eigen leven en de wereld om hen heen. Vanuit de eigen beleving herkennen kinderen universele waarden. Deze benadering is terug te vinden bij Toshirō Kanamori, de Japanse schoolmeester, pedagoog en filosoof die zich liet inspireren door de Franse filosoof Rousseau. Het gaat hem om vragen als: wat is leven en wat heeft school met mijn leven te maken? Kanamori zelf haalt een terminale patiënt en een zwangere vrouw in de klas als hij over dood en geboorte praat.

Erfgoed

Een tweede belangrijk uitgangspunt van onderwijsvernieuwing is de vakoverstijgende verbinding tussen de vakken. Voedsel loopt als een rode draad door alle vakken van de basisschool. Net als Pollan verwijst socioloog J. Goudsblom (1992) naar de rol van voedsel in de geschiedenis. Zo ontwikkelde de mens 400.000 jaar geleden uit levensbehoud verantwoordelijkheid, discipline en specifieke communicatie rondom het aanhouden en bewaken van het vuur, dat toen nog uit bliksem of vulkaanuitbarsting voortkwam.

In het tijdperk van jagers en verzamelaars zorgde koken op vuur voor een verhoging van de levensstandaard, waardoor de wereldbevolking groeide. De hieruit ontstane landbouw leidde ertoe dat de voorraden graan en olijfolie streng bewaakt werden; er ontstonden militaire machtsblokken en oorlogen om voedsel. Zo bepaalde het voedsel zowel de eigen identiteit als de verhoudingen tussen groepen en de hiërarchie binnen groepen. Het feit of je voedsel al dan niet kon bewaren (zout en later conserven) bepaalde bijvoorbeeld de lengte van een oorlog.

De door eeuwenlange studie opgedane kennis van planten en dieren legde de basis van de natuurwetenschappen. Nog altijd zijn veel gewoonten, gereedschappen, uitvindingen en kunstuitingen direct of indirect te herleiden tot (de omgang met) voedsel. Kortom: voedsel legde de basis van ons cultureel erfgoed en is niet statisch, aldus Goudsbloem. Ook nu verandert onze cultuur ingrijpend door wijzigingen in de voedselproductie als gevolg van mondialisering, verstedelijking en industrialisering.

De Smaak te Pakken zet in op een natuurlijke verbinding met vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuur- en scheikunde, taal en techniek. Zo kan een kookles een rol spelen in het inzicht in natuur en de menselijke geschiedenis en bijdragen aan een besef van het belang van duurzaamheid.

Identiteit

Er is steeds meer aandacht voor meervoudige intelligentie in het onderwijs. Vaak wordt gezegd dat kinderen gebaat zijn bij praktijkonderwijs, ook mentaal slimme kinderen. In mijn praktijk zag ik hoe talloze kinderen door de concrete processen van het koken gemotiveerder waren om woorden en begrippen te leren en kleine rekenoefeningen betreffende maten of delingen toe te passen. Bovendien konden ze vanuit de concrete situatie van het koken beter nadenken over oorzaak en gevolg. Deze ervaring staat haaks op de ingesleten voorstelling dat ‘doen’ voor de ‘domme’ en ‘denken’ voor de ‘slimme’ kinderen is.

Geen school of hij moet aandacht besteden aan burgerschap. De actuele conflicten over culturele identiteit in een globaliserende wereld roepen de vraag op: wat is eigen en wat is van ons allen? Voedsel heeft identiteiten gevormd die verschillend zijn, maar kan ook mensen verbinden. Voedsel leert dat je je eigen identiteit mag hebben en toch samen kunt zijn en verhalen kunt uitwisselen. Zoals losse, heel uitgesproken ingrediënten in een gerecht samen toch een geheel vormen waar iedereen van kan genieten.

Juist samen koken leidt tot een manier van leren die niet belerend is, maar inspirerend, een andere wens van veel onderwijsvernieuwers.

Voedseleducatie past hier uitstekend bij. Het kan aansluiten bij externe activiteiten zoals boerderij-educatie en schooltuinen, maar kan ook een plek krijgen tijdens excursies naar of stages bij lokale voedselproducenten, voedselnetwerken en duurzaamheidslaboratoria. Op die manier wordt een verbinding tussen de school en de omgeving gelegd. Zoals omgang met voedsel op school ook zijn weg vindt naar de kinderen thuis.

Magie

Het is waar: er zijn vele kinderen die nooit in een graanveld hebben gestaan, die nog nooit een ei hebben vast gehouden of een komkommer geproefd, ook in rijke buurten met hoogopgeleide bewoners. En ja, het is ook waar dat veel kinderen denken dat voedsel uit de winkel komt en dat KFC de top is. Maar bovenal zie ik het mateloze enthousiasme van jongens en meisjes voor koken. Het raakt iets wezenlijks bij hen. Of dat nu een onbewust oerverlangen is naar omgang met het vuur en de magie van koken, een herkenning van de eigen identiteit, of een verlangen naar troostrijk eten. In een tijd waar veel kinderen hun motivatie om te leren op school kwijt zijn, biedt voedseleducatie een kans het plezier in leren opnieuw te ontdekken. Die kans kunnen we niet laten liggen.

Een kookles kan plaats vinden in een leeg lokaal met één kraan en eenvoudig kookmateriaal; hij hoeft niet ingewikkeld of duur te zijn. Laten we in dagelijks leven het zelf koken in ere herstellen, voordat een volgende generatie denkt niets te missen met een afhaalmaaltijd op hun bord.

Bronnen

  • J. Goudsblom, Vuur en Beschaving, Uitgeverij van Oorschot, Amsterdam 1992.
  • J. Meerman, Kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken, Uitgeverij Ambo, Amsterdam 2015.
  • Levenslessen van meester Kanamori, vertaald door Ingeborg Hansen, Het Kind, Driebergen 2012, n.a.v. documentaire Children full of Life, 2003, Japan.
  • NIVOZ en de urgentie van goed onderwijs, NIVOZ, Driebergen 2014.
  • M. Pollan, Cooked, a natural history of transformation, Penguin Books, London 2015.
  • J. Seidell en J. Halberstadt, Het voedsellabyrint, Uitgeverij Atlas Contact, Amersfoort 2014.