In gesprek met Khaled Chouket over hoe Tunesië lokaal democratiseert, met steun uit Nederland

Tunesië kennen we inmiddels als het enige land waar de Arabische Lente – sinds 2011 – stand heeft gehouden. Ondanks aanslagen en een hoge score van uitgereisde jihadisten, heeft het land een regering die op democratische basis is gekozen en functioneert. Zes jaar na de val van de dictatuur heeft het land nu een kritisch moment bereikt in zijn experiment met de democratie. Er is weinig vooruitgang geboekt met het vertalen van de hooggestemde beginselen van de Grondwet van 2014 in effectieve wetgeving en instellingen.

Dit leidt tot frustratie en toenemende ontgoocheling bij een flink deel van de Tunesiërs buiten de economische centra. Juist de bewoners van het binnenland, die de grootste persoonlijke en politieke risico’s hebben genomen om het Ben Ali-regime ten val te brengen, zien het minst terug van hun inspanningen. Effectief bestuur met werkende diensten en verbetering in de kwaliteit van leven, is schaars in het binnenland.

Lokale verkiezingen zijn bij herhaling uitgesteld en de bestuursmacht is hoofdzakelijk in Tunis geconcentreerd. Kortom, het nieuwe sociale contract tussen regering en burgers, zoals beloofd in de Grondwet, moet nog in werking treden.

Tot op heden heeft Tunesië, buiten Tunis, geen planmatige stadsontwikkeling gekend, met uitzondering van de kuststeden Sousse en Sfax. Wat er aan vijfjarenplannen bestond was sectoraal en centralistisch georganiseerd en in het geheel niet effectief voor de ontwikkeling van veel steden en het platteland. Het antwoord op deze situatie heet ‘decentralisatie’. Ze is door de Grondwet voorgeschreven en wordt door een groot aantal instellingen ondersteund, van het Ministerie van Lokale Zaken tot het Centrum voor Training en Ondersteuning van de Decentralisatie. Hierbij hebben zich ook niet-gebonden, binnen- en buitenlands gefinancierde organisaties aangesloten.

Tegen deze achtergrond ging in mei een kleine delegatie uit Nederland naar Tunis, op verzoek van Khaled Chouket, politicus en directeur van het Arabisch Instituut voor Democratie. Chouket heeft een sterke band met Nederland: hij promoveerde aan de Universiteit Leiden, werkte in de cultuursector en zat namens GroenLinks in de deelraad van Rotterdam Centrum. De delegatie bestond uit Faouzi Achbar, Fouad Sidali, Ahmed Marcouch (alle drie PvdA) en Herman Meijer (GroenLinks) en was uitgenodigd wegens haar ervaring in de lokale politiek in Nederland.

Wij kwamen bijdragen aan een symposium over consensuele lokale democratie: het Nederlandse model. Het symposium werd onder anderen geopend door de Nederlandse ambassadeur en de minister van Lokale Zaken en Milieu. Het was mede mogelijk gemaakt door VNG-International en haar Deense pendant, die beide de ontwikkeling van lokale democratie in Tunesië steunen met steunpunten in ruim veertig gemeenten. Er waren ongeveer 150 deelnemers.

Na afloop hebben wij onze gastheer Khaled Chouket een aantal vragen voorgelegd.

Ons viel op dat het publiek gemiddeld jong was en veel vrouwen telde. Waar kwamen de deelnemers vandaan?

“De deelnemers zijn meestal leden van ngo’s (verenigingen en stichtingen) en politieke partijen, actief in de regio Noord-West van Tunesië (de provincies Beja, Jendouba, Kef en Seliana). Het was een selectie uit de deelnemers van twaalf workshops die we georganiseerd hebben als Arabisch Instituut voor Democratie in twaalf steden van deze regio tussen oktober 2016 en maart 2017, over het Nederlandse model van lokale democratie. De meesten van hen zijn inderdaad jongeren en vrouwen, de doelgroep van het project.”

Ons was gevraagd inleidingen te houden over de aard van de lokale democratie in Nederland – speciaal de op samenwerking en consensus gerichte elementen – en onze ervaringen daarmee. Wat zie jij, vooraf en achteraf, als de relevantie voor Tunesië van het Nederlandse voorbeeld?

“Tunesië heeft zich voor zijn nieuwe politieke regime laten inspireren door het Nederlandse model. De nieuwe Tunesische grondwet van 26 januari 2014 heeft veel punten die gelijk zijn aan de Nederlandse grondwet, zoals consensus en samenwerking tussen nationale en lokale overheid. Daarom is de Nederlandse ervaring voor Tunesië zeer belangrijk om zijn nieuwe democratie te kunnen versterken. In de praktijk moeten wij oplossingen vinden voor problemen die wij nog niet kenden. Daarom werden jullie bijdragen tijdens de conferentie zeer gewaardeerd.” 

Wij begrepen dat tot 2011 maar 8% van heel Tunesië gemeentelijk was ingedeeld en de rest prefecturaal werd bestuurd; en dat er tot op heden geen gekozen gemeentebesturen zijn geweest. Hoe gaat dit nu verder?

“Tot 2016 waren er in Tunesië 280 gemeenten, maar slechts 70% van de Tunesiërs zijn tot op heden gemeentelijke burgers. In maart 2016 hebben wij ervoor gekozen om nog eens 70 nieuwe gemeenten te stichten (totaal 350 gemeenten) om álle Tunesiërs gemeentelijke burgers te maken. Het was echt een revolutionaire beslissing, voor de eerste keer zo in een Arabisch land, een moslimland genomen.

"Natuurlijk heeft Tunesië op dit moment weinig en beperkte mogelijkheden om alle nieuwe gemeenten op orde te krijgen, met name met de tijdelijke, benoemde besturen. Maar voor ons het gaat om een proces dat wij in tien jaar kunnen afronden.” 

Tijdens de conferentie en uit gesprekken in de wandelgangen bleek ons, dat er reserves bestaan tegen het delegeren van macht naar het lokaal bestuur. Dit zou de achtergrond vormen van de vertraging in het wetgevingstraject, waardoor de gemeenteraadsverkiezingen van 17 december gaan plaatsvinden voordat de lokale bevoegdheden zijn vastgelegd. Is onze indruk juist?

“Jullie indruk is wel juist. Zoals jullie weten is Tunesië een van de oudste staten ter wereld (meer dan drieduizend jaar) en de traditie van een centraal bestuurd rijk is echt oud en historisch gegeven. Natuurlijk kunnen wij deze traditie niet in korte tijd omvormen naar een volkomen gezindheid tot decentralisatie. Wij hebben tijd en veel discussies en consensus nodig, maar uiteindelijk zullen wij zeker ons doel bereiken en meer bevoegdheden en mogelijkheden geven aan de lokale overheid. Dat is de weg naar de toekomst. Wij kunnen geen ontwikkeling creëren zonder decentralisatie.”

Waar vind je op dit moment in Tunesië steun voor lokale democratie en waar zit de tegenstand?

“Alle democratische en revolutionaire bewegingen ondersteunen zeker het proces naar een lokale democratische overheid. Dat is nu een constitutionele plicht. Toch is een aantal conservatieven bang; zij zeggen dat wij door dit proces onze nationale eenheid in gevaar brengen. Maar wat voor mij de nationale eenheid in gevaar brengt, is armoede en werkloosheid.”

Een aantal malen kwam ter sprake, dat er verbinding moet zijn tussen lokale democratie en lokale of regionale economische ontwikkeling. Heb je voorbeelden van waar dit het geval is en hoe die verbinding eruit zou kunnen zien?

“Op het niveau van ontwikkeling hebben wij in de realiteit twee Tunesiës. Tunesië aan de kust, 9 provincies van de 24, en het andere Tunesië, 15 provincies die echt een ontwikkelingsrevolutie nodig hebben om de eerste Tunesische revolutiedoelen te kunnen bereiken. Alle ontwikkelingsexperts zeggen dat wij zonder decentralisatie geen ontwikkeling in deze regio’s kunnen realiseren. De bureaucratie is de eerste drempel van ontwikkeling en de oplossing is om de beslissingsmacht naar de lokale overheid te verleggen.”

Voor de raadsverkiezingen van 17 december hebben zich meer dan honderd – landelijke! – lijsten gemeld, zo begrepen wij. Heb jij enig idee wat de kansrijke lijsten zijn?

“Om als politieke partij te kunnen participeren in de 350 gemeenten heeft een partij rond 7200 kandidaten nodig in de hoofdlijsten en minimaal 1200 kandidaten in de toegevoegde lijsten. Dat is een enorme opgave voor de meeste politieke partijen. Slechts twee partijen zijn op dit moment in staat om in alle gemeenten te participeren: de nationale seculiere beweging (Nidaa Tounes) en de moderne islamitische beweging (Ennahda). De andere zullen in een deel van de gemeenten kunnen meedoen.”

Met welke partijen in Tunesië zouden groene en linkse partijen in Europa zich moeten verbinden, c.q. welke contacten zoeken zij zelf in Europa?

“Het groene concept is in Tunesië op dit moment bijna algemeen, vrijwel in het programma van alle politieke partijen van links tot rechts te vinden. Maar natuurlijk, politieke partijen als het Front Populaire en Groen Tunesië blijven qua ideologie meer linken hebben met de Europese linkse en groene beweging.”

“ Voor ons was dit een interessante ervaring: zoveel oprechte nieuwsgierigheid naar een in Nederland vaak voor versleten gehouden model ”

Voor ons was dit een interessante ervaring: zoveel oprechte nieuwsgierigheid naar een hier vaak voor versleten gehouden model. In de vragen van de deelnemers en de waardering van onze antwoorden konden we niettemin bemerken hoe relevant een op samenwerking gebouwd lokaal democratisch systeem kan zijn. Of en wanneer zoiets er in Tunesië zal zijn is nog een open vraag. In februari van dit jaar is het (zoveelste) ontwerp van de wet die lokale overheden moet voorzien van de nodige bevoegdheden en middelen, in het kabinet gebracht.

Hoewel de datum van de gemeenteraadsverkiezingen al enige tijd vaststaat, wordt verwacht dat de behandeling van het wetsontwerp nog geruime tijd op zich zal laten wachten. De curieuze situatie lijkt te ontstaan dat in december raden worden verkozen wier taken en bevoegdheden pas later worden vastgesteld. Naar wij begrepen hebben zou dit sommige conservatieven in Tunesië niet slecht uitkomen.