Als Marcus Bakker het woord nam in de Tweede Kamer, ging iedereen op het puntje van zijn stoel zitten. Hij werd gevreesd én bewonderd om zijn scherpe commentaren. Maar ook wist Bakker de Kamer vanaf het spreekgestoelte vrijwel altijd een lach – en vaak een bulderende – te ontlokken. Hij was een bevlogen spreker, erudiet en altijd goed voorbereid. Dit beeld van de communist Marcus Bakker (1923-2009) blijft op het netvlies na lezing van de lijvige biografie van de hand van zijn partijgenoot Leo Molenaar.

En dat komt ook door de compositie van het boek. Nooit op de knieën gaat in op de partijstrijd binnen de CPN, maar belicht vooral ook de persoonlijke werdegang van Bakker. In verzet tegen de nazi’s sloot hij zich als liberale socialist aan bij de CPN. Ze noemde hem daar lang ‘de student’, al gaf hij al snel de voorkeur aan het werk voor de partij en haar krant de Waarheid boven zijn studie.

Bakker was een hartstochtelijk lezer en briefschrijver. Molenaar ontdekte uitgebreide correspondenties met mensen van verschillende pluimage. Bakker hield van de uitwisseling met andersdenkenden. Hij hield op met corresponderen vanwege zijn werk voor de partij, die hij tot en met de opname van de CPN in GroenLinks trouw bleef. (Hij verliet GroenLinks toen de partij de bombardementen op Kosovo door de NAVO steunde.) Na zijn afscheid van de politiek nam Bakker het briefschrijven weer op.

De biografie eindigt met een serie prachtige citaten uit die brieven over de opkomst van Fortuyn, de politieke islam en de ‘slijtageplekken’ van de begrippen ‘die ik mijn hele leven lang gehanteerd heb in de politiek’. Door zijn boek te beginnen en eindigen met de briefschrijver Bakker, legt Molenaar de nadruk op de democratische inborst van deze communist, die altijd bereid was zijn visie opnieuw tegen het licht te houden.

Leo Molenaar: “Bakker was trots en integer en altijd open voor debat. Maar als hij dan eenmaal ergens achter stond, dan verdedigde hij dat ook. Zo kon het gebeuren dat toen de tekst van het beruchte 'rode boekje' over de rol van de CPN tijdens de oorlog onterecht zijn kant op geschoven werd, Bakker dat accepteerde en verdedigde, ook al leidde dit boekje tot veel strijd en zeer in de CPN.”

“Van iemand die zo in de schijnwerpers stond, zou je misschien anders verwachten, maar het was een zeer bescheiden man. Je moest bij hem niet aankomen met lintjes. Maar de vernoeming van een zaal in de Kamer, daar was hij wel trots op. Dat stond symbool voor het slagen van zijn strijd voor de democratie. Dat vond hij heel belangrijk. In de CPN stelde hij zich vooral dienstbaar op. Sterker nog, hij zette zijn individuele bagage in voor het collectief. In een brief aan zijn dochter noemt hij zichzelf een ‘organisatie- of collectief mens’, iemand die heeft bijgedragen aan een beweging die hij zinvol achtte. Die dienstbaarheid aan de zaak zou ik elke politicus toewensen.”

Tegenstrijdigheid

Die toewijding gold de CPN, maar ook de rol van het parlement in de politiek. Bakker had de controlerende taak van het parlement hoog in het vaandel. Pleidooien voor meer openheid en democratie werden zijn handelsmerk. Bij zijn afscheid uit de Kamer in 1982 zei Bakker : “Het is mijns inziens een fundamentele, ja wellicht de zwaarste taak van het parlement, hoeder te zijn van die democratie, van de eigen positie met betrekking tot de regering, van de bewegingen in ons volk om onaantastbaar lijkende macht aanvechtbaar te maken, van het recht van niet-machtigen om hun organisaties niet in dwangbuizen geperst te zien en misschien vooral van het soevereine recht van ons land om zelf te bepalen wat veilig is. Vrede als hoofdinzet van democratie! Het parlement is per definitie bijeengebrachte verscheidenheid en tegenstrijdigheid. Dit is het punt waarop het wordt uitgedaagd, boven de eigen noodzakelijke verdeeldheid uit te stijgen.”

Molenaar schetst in zijn boek een beeld van een dominante debater, overtuigd van zijn gelijk, maar een bescheiden, warme man, integer tot op het bot. Bewust als hij zich was van de noodzaak van discipline binnen de communistische partij, wist Bakker voor zichzelf toch altijd een mate van vrijheid en kritisch denken te behouden. Door zijn rol als parlementariër kon hij de spanning van een individualist binnen een collectief uithouden en vormgeven.

Cordon sanitaire

Marcus Bakker en zijn fractie hadden in de Kamer nogal eens afwijkende standpunten. De CPN stond lang alleen als het ging om de politionele acties in Indonesië, protest tegen de kernwapenwedloop en de uitverkoop van het Groningse aardgas [sic!], waarbij de CPN er voor pleitte geld opzij te leggen voor eventuele bodemverzakkingen. De positie van de partij werd bemoeilijkt door de erfenis van de oorlog, de gecompliceerde relatie tot de Sovjet-Unie, interne machtsstrijd en het anticommunisme in de Koude Oorlog, met de PvdA als felste politieke tegenstander. Molenaar onthult dat de BVD direct de hand had in een scheuring in de CPN.

Maar soms boekte de communistische partij ook successen. Door een motie van Bakker wist de CPN oorlog met Nieuw-Guinea uit te stellen, wat uiteindelijk leidde tot afstel van militaire interventie. Ook wist Bakker de vrijlating van de drie oorlogsmisdadigers van Breda verhinderen – overigens samen met de VVD. Bakker speelde een sleutelrol in het behoud van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging en droeg bij aan de formulering van artikel 1 van de Grondwet. Met zijn kenmerkende humoristische doch vlijmscherpe betogen zette hij menigmaal de toon van het debat in de Kamer.

Het cordon sanitaire dat aanvankelijk vooral de PvdA tegen de CPN had ingesteld, brokkelde door het optreden van Bakker af. Molenaar: “Bakker nam het parlement bijzonder serieus. Hij was altijd overal bij, wilde één van de mensen in het parlement zijn. En dat 26 jaar lang. Hij had de democratie en de vrijheid van meningsuiting heel hoog zitten en mensen zagen dat. Dat heeft de reputatie van de CPN zeker verbeterd en bijgedragen aan de acceptatie van de partij.”

Maar democratie ging wat betreft Bakker en de CPN niet alleen over het parlement en verkiezingen. Medezeggenschap in bedrijven was cruciaal voor de communisten, net als de vereniging van mensen in buurten en wijken. Democratie is niet enkel een zaak van de elite, maar van de hele samenleving. Molenaar: “De CPN maakte gewone mensen tot bestuurder en zelfs tot parlementslid. Bakker kwam als gestudeerde jongen bij de CPN en kwam daar allemaal loonslagers en bouwvakkers tegen. Maar die mensen waagden hun leven in het Verzet. En die mensen sloten hem ook in hun armen.”

Tegenmacht

Door de betrokkenheid bij de vredesbeweging, door de opkomst van het feminisme en de homobeweging, die zich ook binnen de CPN roerden, begon de partij vanaf de jaren zeventig te veranderen. Hoe hoog hij het parlement ook had, Bakker vond het legitiem door te gaan met actievoeren tegen het plaatsingsbesluit voor kruisraketten, al had de Tweede Kamer ermee ingestemd.

“ Democratie is het recht het oneens te zijn met de bestaande macht en die te bestrijden, het recht om georganiseerde tegenmacht te vormen en om te proberen de macht te veranderen of over te nemen ”
Bakker

In 1985 stelde hij zich achter de acties tegen de bouw van een basis in Woensdrecht met het volgende argument: “Democratie is het recht het oneens te zijn met de bestaande macht en die te bestrijden, het recht om georganiseerde tegenmacht te vormen en om te proberen de macht te veranderen of over te nemen.”

Binnen de CPN zelf was het zeker in de jaren na de oorlog niet eenvoudig deze democratische houding vorm te geven. Kenners kunnen in het boek veel lezen over de moeizame omgang met de charismatische partijleider Paul de Groot, die in de oorlog vrouw en kinderen had verloren bij een razzia en zelf als Jood moest onderduiken. Ook op het persoonlijk vlak liet de oorlog in de partij zijn sporen na. Lang worstelden de communisten met de onthullingen over de misdaden van Stalin, die ook Marcus Bakker aanvankelijk als kapitalistische propaganda afdeed.

Raddraaiers

Maar na het vertrek van De Groot eind jaren zeventig ging het snel. Leo Molenaar sloot zich in die tijd bij de CPN aan, uit onmin met de toenmalige samenleving: “Ik heb veel te danken aan de CPN en aan Bakker. Toen ik in de jaren zeventig politiek actief werd, was ik een linkse radicaal, ik ging heel ver in mijn antidemocratische opvattingen. Eigenlijk net als je nu ziet bij sommige moslimjongeren. Bakker zei altijd: je moet met die jongeren werken, samen actie ondernemen! Hij vond dat je met ze in discussie moest, ze zelf dingen laten ondernemen samen met jou als politieke organisatie. Maar je kon geen lid worden van de CPN als je niet democratisch dacht. Juist de communistische partij in Nederland heeft veel jongeren – via een harde leerschool – waardering weten bij te brengen voor de intrinsieke waarde van de politieke democratie. Ik denk dat de CPN een hele generatie raddraaiers heeft verhinderd om de verkeerde kant op te gaan, inclusief mijzelf.”

Waardigheid

Met de oprichting van GroenLinks is het communisme als politieke stroming feitelijk uit de Nederlandse politiek verdwenen. Bakker spreekt in zijn brieven van ‘slijtageplekken’ op de politieke begrippen die hij hanteerde, zonder te preciseren welke. Tegelijk bleef de grondidee van het communisme voor hem overeind, dat hij typeerde als een beweging waarin “arbeiders en andere onderliggende van de macht uitgesloten groepen zelf macht vormen. Zich verheffen, waardigheid vinden als klasse.”

Dat is wat betreft Molenaar nog altijd van belang: “Er is nog heel veel te ondernemen op de noden van de mensen. De samenleving heeft problemen met Marokkaanse Nederlanders, Turkse Nederlanders en dat zijn vaak arbeiders. Dan is het devies van Bakker: weet actie met ze te ondernemen, luister ook naar hun belangen. Je moet de mensen zelf dingen tot ontwikkeling laten brengen. Al doende komt er wel discussie op gang, dan komen de maatschappelijke groepen bij elkaar. Zo niet, dan ga je strijden over cultuur en over cartoons. Dan kom je niet meer met elkaar in contact. De SP probeert de aansluiting met de gewone mensen wel te behouden en slaagt daar naar mijn idee ook in. GroenLinks probeert het nauwelijks en mist het contact dan ook. Maar die partij kan het misschien beter zoeken in andere hoek, bijvoorbeeld in de ideologiekritiek op het kapitalisme door Thomas Piketty. Hij mag dan geen marxist zijn, hij zet wel de hele sociaaldemocratie voor schut, door met zijn onderzoek te laten zien dat nog steeds het kapitaal heerst en van meritocratie geen sprake is. Iedereen die het goed voor heeft met de linkse beweging moet dat boek lezen.”

Marcus Bakker maakte naar eigen zeggen deel uit van een beweging die “een vorm was van het oprechte streven van de mens naar een menswaardiger samenleving, Een tijdelijke gestalte van een duurzame idee.”

Leo Molenaar, Nooit op de knieën; Marcus Bakker (1923-2009), communist en parlementariër, Balans 2015.