Kanttekeningen bij voltooid leven
‘Het is alsof ik door een omgekeerde verrekijker kijk: ik voel steeds meer afstand tot de wereld om me heen. Noem het verwijdering. Ik voel me niet meer thuis. Ik kan niet meer volgen wat er gebeurt. Ik hoor er niet meer bij. Het is mijn leven niet meer. Het is alsof ik losraak van de werkelijkheid en het contact met de wereld om me heen verlies. Ik heb de neiging om me meer en meer terug te trekken. Het voelt als het einde van de curve. Het luchtledige.’
Bovenstaande uitspraak is van een oudere man die zijn leven als voltooid beschouwt. Hoewel, voltooid vindt hij ‘een lastig woord’, vertelt hij als ik hem interview over zijn ervaringen. Het klinkt een beetje te harmonieus, volgens hem. ‘Ik heb een ingewikkeld leven gehad, ik heb er soms van genoten en soms heb ik er de pest in gehad. Inmiddels is mijn tocht ten einde. Eigenlijk is het ontzettend kaal wat er overblijft. Er is niks meer. Het is over.’
Een groeiende groep Nederlanders vindt dat hulp bij zelfdoding voor ouderen die hun leven voltooid vinden, mogelijk moet zijn. Na een zogenoemd ‘mooi, rijk gevuld leven’ wil je voorkomen dat het in mineur eindigt. Het is een kwestie van de balans opmaken. Als het negatieve de doorslag gaat geven, dan hoeft het niet meer, zo is kortweg de redenering. Als ik ernstig aftakel, dan… Als ik volledig afhankelijk ben van de zorg van anderen, dan… Als ik mijn privacy kwijtraak, dan… Als ik dement word, dan… wil ik dood.
Alledaagse werkelijkheid
Wat bedoelen mensen eigenlijk als ze zeggen dat hun leven voltooid is? Hoe komt iemand tot de keuze om zijn leven te beëindigen, zonder dat hij mentaal of lichamelijk ziek is? Naar deze vragen heb ik in de afgelopen vier jaar promotieonderzoek verricht aan de Universiteit voor Humanistiek. Ik wilde weten welke ervaringswereld er schuilgaat achter deze mooie woorden. Ik wilde weten wat het betekent als voltooid leven niet langer over een als-dan-situatie gaat, als het niet langer een voornemen in de toekomst betreft, maar als het een alledaagse werkelijkheid is geworden.
In dit artikel zal ik eerst kort de resultaten beschrijven. Vervolgens wil ik op basis van de uitkomsten een aantal kritische kanttekeningen plaatsen bij de voorgenomen plannen om hulp bij zelfdoding mogelijk te maken. Deelnemers aan mijn onderzoek waren 25 Nederlandse wilsbekwame ouderen (met een gemiddelde leeftijd van 82 jaar) zonder terminale ziekte of (gediagnostiseerde) psychische aandoening. De interviews hadden een open, explorerend karakter en onderzochten de ervaring van de ouderen van binnenuit. Nadruk lag daarbij niet op percepties en gedachten, maar op de wijze waarop deelnemers hun ervaringen dagelijks doorleefden. Oftewel: hoe wordt voltooid leven geleefd?
Losraken
Mijn onderzoek laat zien dat de essentie van het fenomeen voltooid leven kan worden omschreven als een kluwen van onvermogen en onwil om nog langer verbinding te maken met het leven. Dit proces van losraken (van de wereld, anderen en jezelf) levert permanente spanning en verzet op en het versterkt het verlangen om het leven te beëindigen. Deze ervaring is geëxpliciteerd in vijf thema’s die terugkomen in alle verhalen en samen de ervaring van losraken verder invulling geven.
Het eerste thema is een diep gevoel van existentiële eenzaamheid; ouderen voelen zich afgescheiden van anderen. Soms zijn er nog wel contacten, maar het lukt ouderen niet meer om echt verbinding te maken. De wereld komt steeds verder van ze af te staan.
Het tweede thema is het gevoel er niet meer toe te doen; ouderen hebben het gevoel dat het leven doorgaat, maar dat zij niet meer meedoen. Ze staan aan de zijlijn; uitgerangeerd.
Het derde thema dat de ervaring van losraken bepaalt, is een groeiend onvermogen tot zelfexpressie; ouderen hebben de ervaring dat zij zich niet meer kunnen uiten op de voor hen kenmerkende wijze, een manier die bij hen paste, waarmee ze uiting gaven aan hun identiteit. Langzamerhand verliezen ze hierdoor ook zichzelf.
Het vierde thema is existentiële en lichamelijke moeheid: ouderen zijn moe vanwege lichamelijke problemen waarmee de ouderdom gepaard gaat, maar in veel gevallen is er ook sprake van existentiële moeheid en verveling. Ze zijn oud en der dagen zat.
Het vijfde thema is een innerlijke afkeer van en weerstand tegen (gevreesde) afhankelijkheid. Het betreft een angst om afhankelijk te worden van anderen en de controle uit handen te moeten geven, terwijl je niet zeker weet of jouw belangen straks wel goed behartigd worden. Bij veel ouderen is er ook sprake van een diepe schaamte voor en weerzin tegen hun eigen aftakelende lichaam.
Eufemisme
Opvallend is dat ons onderzoek laat zien dat de stervenswens bij voltooid leven een duidelijk sociale kant heeft; de uitingen van eenzaamheid, marginalisatie en gevoelens van onnut en ‘tot last zijn’ leggen pijnlijk bloot hoe deze ouderen hun plek in onze samenleving ervaren. Voltooid leven blijkt veel meer dan een individuele evaluatie van iemands eigen leven. Het legt ook een maatschappelijk probleem bloot, namelijk dat mensen zich niet langer deel van de samenleving voelen.