Dat laatste gold zeker ook voor de kerkelijke en theologische banden, die in de expositie nauwelijks aandacht krijgen. Met de toenemende ontkerkelijking lijkt er minder oog voor de rol van religieuze tradities in het verleden. Met name het protestantisme heeft echter zowel in de vestiging als in de bestrijding van apartheid zo’n grote rol gespeeld, dat de band tussen Nederland en Zuid-Afrika niet goed te begrijpen is zonder de kerkelijke dimensie. Die maakt bovendien duidelijk, dat Nederland en Zuid-Afrika zich temidden van een internationaal spanningsveld tot elkaar verhielden.
Een voorbeeld is de toespraak van de zwarte Amerikaanse schrijver James Baldwin tijdens de assemblee van de Wereldraad van Kerken in 1968 – hij verving Martin Luther King, die drie maanden eerder was vermoord. Zijn rede toont de invloed van de Amerikaanse burgerrechten- en Black Power beweging op het verzet tegen apartheid. Baldwin riep de kerken op – ‘I am one of God’s creatures whom the Christian Church has most betrayed’ – hun macht te gebruiken om de structuren in Zuid-Afrika te veranderen. Hij bracht veel kerkleiders ertoe de kant van de zwarte bevolking van Zuid-Afrika te kiezen.
Het boek Maar we wisten ons door de Heer geroepen, dat vrijwel tegelijk met de expositie verscheen, probeert enigszins in dit kerkelijke hiaat te voorzien en is daarom een waardevolle aanvulling.
Op 21 maart was het 57 jaar geleden dat vreedzame zwarte betogers werden neergeschoten in Sharpeville, waarna wereldwijd het verzet tegen apartheid op gang kwam. Ingrid Jonker schreef hierover het inmiddels beroemde gedicht Die kind wat dood geskiet is deur soldate by Nyanga, dat Nelson Mandela in 1994 voordroeg bij zijn benoeming tot president van Zuid-Afrika. De tentoonstelling ‘Goede Hoop’ combineert dit gedicht in de laatste zaal met een serie portretten van ZuidAfrikaanse kinderen die na de apartheid zijn geboren.
Pieter Hugo portretteerde hen in hun eentje in de natuur. De historische en maatschappelijke context, familie- en andere banden zijn onzichtbaar. Met opzet, zoals de tekst bij de foto’s vermeld, die spreekt van ‘minder historische ballast.’ ‘Ze zijn vrijgeboren: geen slavernij, geen apartheid, maar democratie.’ Na zalen vol documentatie die onderstreept hoe een geschiedenis van uitsluiting Zuid-Afrika meer dan driehonderd jaar in de greep heeft gehouden, lijkt dit een onacceptabel naïeve manier om deze waardevolle tentoonstelling af te sluiten. De hoop voor Zuid-Afrika – en Nederland! – ligt niet in het afwerpen of negeren van het verleden, maar juist in de confrontatie ermee.