Succesvol onderhandelen begint bij de gunfactor
De inwoners van zeven nieuwe gemeenten mochten in november vorig jaar al naar de stembus. GroenLinks – al dan niet in combinatie – won in vijf van deze gemeenten, en kreeg in de drie nieuwe Friese gemeenten collegeverantwoordelijkheid. De Helling toog naar het hoge noorden om er de kunst van de coalitievorming af te kijken, en te leren over groene en linkse politiek op het platteland. Een gesprek met Evert Stellingwerf en Pim Astro (PAL GL, Leeuwarden), Angeline Kerver (GL SWF), Govert Geldof en Wim Hokken (SAM Waadhoeke), Mariët Bosman (GL Midden-Groningen) en René Kriek en Eize Hoomoedt (GL Westerwolde).
Mooie uitslagen in het Noorden! Is dat het ‘Jesse-effect’, of speelt dat lokaal helemaal geen rol?
SWF: “Nee, dat speelt niet zo’n rol. De landelijke politiek is ver weg, het gaat bij lokale verkiezingen om lokale onderwerpen, en dus ook om lokale mensen die geworteld zijn in de dorpen. We hebben daar als afdeling heel hard aan gewerkt, en dat betaalt zich uit. Het is net als soep: Jesse is de Maggi, de soep moet je zelf maken.”
Midden-Groningen en Westerwolde: “Sterker nog, zo’n eventueel ‘Jesse-effect’ werkt in Groningen alleen maar tegen ons. Mensen hebben het niet zo op met de landelijke politiek – en daar hebben ze ook wel redenen toe: de aardbeving, de armoede…. Jesse, dat vinden ze hier maar Randstedelijk gedoe. Liesbeth van Tongeren heeft vanwege haar inzet voor het aardgasdossier wel de status van een local hero, maar zelfs dat heeft ons in Midden-Groningen niet heel erg geholpen.”
Leeuwarden: “Hier in de stad heeft het mogelijk wel een rol gespeeld. Leeuwarden heeft toch wel wat studenten. Vlak voor de verkiezingen is er een meet-up geweest met Jesse. We kunnen het niet hardmaken, maar we denken dat dat wel degelijk effect heeft gehad. Wat we wel hard kunnen maken, is dat huis-aan-huis gaan, direct contact in de wijken, zéker werkt. Dat spreekt dan weer een beetje tegen zo’n ‘Jesse-effect’.”
Geen Jesse-effect dus op het platteland, maar wat dan? Hoe verklaren jullie je eigen successen?
Westerwolde: “Duurzaamheid is een thema, ook hier, dat mensen aanspreekt. Er is een gevoel van urgentie. Maar zoals overal is de uitslag ook het resultaat van hard werken, in ons geval vooral van collega René Kriek. Die is recent bezig geweest hier een energiecoöperatie op te richten en dat heeft veel aandacht en goodwill opgeleverd.”
SWF: “Ook bij ons is het echt wel loon naar werken, al zeg ik het zelf. We hebben heel hard campagne gevoerd, zijn enorm zichtbaar geweest in de dorpen. We hebben de goede thema’s opgepikt. Dat betaalt zich uit. In een van de 83 dorpen wordt een megastal gebouwd. Wij verzetten ons daartegen en zijn daar prompt de grootste partij geworden.”
Waadhoeke: “In Littenseradiel bestond de partij SAM – een samenwerking van D66, GroenLinks, de PvdA en de SP. Die gemeente is nu opgeheven, en de partij ook. Met het oog op de herindeling hebben we met mensen van GroenLinks, D66 en lokalen uit Het Bildt SAM Waadhoeke opgericht en er enorm hard aan getrokken om naamsbekendheid te krijgen. Spannend, want het leek er een dag voor de verkiezingen nog op dat niemand wist wie we waren en wat we wilden. Nota bene De Telegraaf had een item over ons, maar of dat de doorslag gegeven heeft? In ieder geval zitten we nu met zes mensen in de raad en maken we deel uit van de coalitie. En waardoor dat komt? Het gevoel van urgentie rond duurzaamheid en de wil om dingen anders, vanuit de mensen zelf te organiseren, dat speelt zeker een rol. En de implosie van de PvdA, dat gat moest ook opgevuld worden.”
Leeuwarden: “Vergeet niet, dit is van oudsher al een linkse streek, met een lange traditie van coöperaties. In Friesland zijn nu al 43 energiecoöperaties, de meeste van heel het land. Die ‘implosie’ van de PvdA heeft zich niet overal voorgedaan: de partij is onverwacht sterk teruggekomen, niet alleen in Leeuwarden, ook in de Groningse gemeenten. Tegelijk: Lutz Jacobi van de PvdA claimde wel een ‘wederopstanding van Troelstra’, maar dat geldt niet voor de SP, die tegen haar eigen verwachting in verloren heeft. Daardoor pikken wij een graantje mee.”
Pleit dat dan voor meer linkse samenwerking, juist ook op het platteland?
Midden-Groningen: “Hier is dat in ieder geval geen thema. GroenLinks is een club met een eigen identiteit, met hele eigen standpunten ook. PvdA, SP, dat wordt hier echt gezien als óud-links, de zittende politiek, belangen, macht. Natuurlijk werken we in de raad wel met hen samen, maar dat doen we als het uitkomt ook met de VVD en met de lokalen. Wij geven meer en meer vorm aan ándere politiek, een politiek van onderop.
We zoeken aansluiting bij wat mensen bezighoudt, bij wat ze zelf organiseren en helpen dat naar een hoger plan te tillen. Die beweging, wég van top-down politiek, meer werken vanuit de basis, zie je natuurlijk overal, ook bij bedrijven. Wil je vooral dáárop aansluiten, dan is zoiets als ‘linkse samenwerking’ en zelfs deelname aan de coalitie niet eens zo heel erg interessant. Dan ben je immers gebonden aan akkoorden en aan het gedoe van de ‘oude politiek’.”
Westerwolde: “Ook bij ons leeft dat idee van ‘linkse samenwerking’ überhaupt niet. We wilden graag een lijstverbinding met de Partij voor de Dieren, die hier al een zetel had en er nu weer een heeft, maar die mochten dat van de landelijke par[1]tij niet doen. Stom van ze, want daardoor zijn ze hoogstwaarschijnlijk een restzetel misgelopen.” SWF: “Wij hebben even overwogen om een SAM-SWF op te richten. We hebben daarvoor contact gezocht met PvdA en D66, maar die zagen dat niet zitten. Vlak voor de verkiezingen hebben we een lijstverbinding met de PvdA gehad, maar dat leverde voor beide partijen niets extra’s op. Uiteindelijk zijn we op eigen kracht verdergegaan.”
Waadhoeke: “Wij zien ons trouwens ook niet als ‘linkse samenwerking’, maar als een nieuwe en progressieve partij met een duurzame agenda en hart voor democratische vernieuwing. Wij willen een alternatief zijn, en ook mensen die lokaal stemmen of van de politiek zijn afgehaakt, aan ons binden. Met zes raadsleden met verschillende achtergronden was het best even wennen aan elkaar. Maar door uit te gaan van wat ons bindt, lukt het nu al heel goed om een krachtig geluid neer te zetten.”
Over samenwerking gesproken: lukt het om met zo’n progressieve agenda samen te werken met lokale partijen? Die zijn er natuurlijk in soorten en maten, maar staan toch doorgaans niet bekend als ‘groen’ of ‘links’.
SWF: “Dé lokale partij hier is natuurlijk de Fryske Nasjonale Partij (FNP). Die is diep geworteld in de dorpen, daar kunnen we wat van leren! Wat ideeën betreft, ontlopen we elkaar heus niet zo veel als wel gedacht wordt: zij zijn in de eerste en de tweede plaats vóór het Fries, inderdaad, maar ook voor het behoud van het Friese landschap. Of je elkaar daarop kan vinden, is sterk gebonden aan personen: met de een wel, met ander niet. Je moet geen ‘diepe Fries’ tegenover je hebben – zo eentje die er ook in België nog op staat om Fries te spreken.”