Dit essay is opgebouwd uit drie onderdelen. Allereerst passeren de meest acute problemen op de woningmarkt de revue.
Vervolgens reflecteer ik kort op de oplossingen die vanuit de landelijke politiek worden aangedragen. Deze zijn in mijn ogen volstrekt ontoereikend en kunnen ertoe leiden dat een volgende generatie politici zich afvraagt waarom de huidige beleidsmakers niet met adequate oplossingen kwamen; de voorbode dus voor een toekomstig parlementair onderzoek.
Tot slot geef ik naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen een aantal beleidsaanbevelingen voor de lokale woonpolitiek. Anders dan in de nationale politiek, wordt daar de urgentie van de problemen op de woningmarkt wel volledig onderkend: de woningmarkt was een van de belangrijkste thema’s tijdens de gemeenteraadsverkiezingen.
Het oplopende woningtekort
De moeder van alle huidige fricties op de woningmarkt is ongetwijfeld het oplopend woningtekort. Enerzijds groeide de bevolking de afgelopen jaren veel sneller dan beleidsmatig verondersteld werd, anderzijds stagneerde de woningbouwproductie. De stelselmatige onderschatting van de bevolkingsgroei kan verklaard worden uit het feit dat de afgelopen jaren de nettomigratie niet rond de 20.000 personen bedroeg, maar tussen de 80.000 en 100.000 uitkwam (bron: CBS). De eerste jaren kwam dit door de komst van asielzoekers, in 2017 door de groei van het aantal arbeidsmigranten.
Omdat onze arbeidsmarkt steeds krapper wordt, is de verwachting dat het migratieoverschot ook de komende jaren nog hoog zal blijven. Deze verwachte toename maakt echter geen deel uit van de CBS-bevolkingsprognoses, waardoor de toekomstige woningbehoefte in veel gemeenten te laag wordt geraamd.
Ondanks de toegenomen vraag schommelde de nieuwbouwproductie de laatste vier jaar net onder of boven de 50.000 woningen, met een lichte toename tot 62.000 woningen in 2017. Om de groeiende woningvraag enigszins bij te houden is daarentegen een jaarlijkse productie van 70.000 tot 80.000 woningen noodzakelijk. De Bouwagenda spreekt zelfs van een jaarlijks aantal van 100.000.
En ook de toekomst ziet er weinig rooskleurig uit. Zo stabiliseert het aantal verleende bouwvergunningen in de laatste kwartalen van 2017 rond de 10.000 woningen. Nadat zich vanaf het derde kwartaal van 2014 een stijging aftekende richting de 15.000 verleende bouwvergunningen, is het aantal nu dus teruggezakt.
Koopsector minder toegankelijk
Vanaf 2013 zijn de regels rond het verstrekken van hypotheken steeds verder beperkt. Zo werden zowel de Nibud-normen (LTI) als de maximale lening in relatie tot de waarde van de woning (LTV) neerwaarts bijgesteld, waardoor de toegankelijkheid van de eigen woning voor met name lagere en middeninkomensgroepen, waaronder veel starters, afnam. Door de mede vanwege het woningtekort sterk stijgende woningprijzen en de beperkingen in de woningfinanciering hebben veel huishoudens in met name de Randstad niet langer toegang tot de koopsector en is de druk in de huursector verder opgelopen.
Middeninkomens tussen wal en schip
De problematiek van de middeninkomensgroepen op de woningmarkt is wellicht het meest schrijnend en kan vrijwel volledig door inconsistenties in het huidige woonbeleid worden verklaard. Zo is het beleid in de sociale huursector in toenemende mate gericht op het huisvesten van de laagste inkomensgroepen. Corporaties moeten 90% van hun vrijkomende huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen onder de 36.798 euro. Deze maatregelen worden jaarlijks streng gecontroleerd door de accountant. Tot 2020 is het nog wel mogelijk om 10% van de vrijkomende woningen aan huishoudens met een inkomen tot 41.056 toe te wijzen.
In de praktijk betekent dit dat veel huishoudens met een inkomen vanaf 1900 euro netto in de maand zijn aangewezen op de private markt. Zoals aangegeven is hun inkomen echter vaak ontoereikend om een koopwoning aan te schaffen, zelfs wanneer deze qua maandlasten goedkoper is dan een particuliere huurwoning. Deze laatste categorie is aanmerkelijk duurder, zeker in de gebieden waar de druk op de markt hoog is, en bovendien dun gezaaid.