“Ik wil met GroenLinks ook een beetje naar de toekomst kijken. (…) Nu kijk ik hier om me heen en zie ik GroenLinks eigenlijk nog maar in haar eentje staan spartelen, zeggend: dit mag niet, dit kan niet. (…) Niet alleen isoleert GroenLinks zich hier in Nederland met dat standpunt, maar ook in Europa. En dan heb je helemaal niks. Dan sta je erbij, mijnheer Van Ojik, en heb je als GroenLinks je zogenaamde principiële superioriteit maar koop je er niks voor.”
“De heer Pechtold zegt dat GroenLinks geen alternatief heeft. Ik heb het nu geloof ik drie keer genoemd: grondoorzaken, grensbewaking en opvang in de regio. (…) We zijn het alleen over één ding niet eens. (…) Wat is het verschil voor de vluchteling? Bij GroenLinks kan die persoon in Europa asiel aanvragen. Bij de heer Pechtold wordt hij teruggestuurd naar Tunesië. Hij mag dan daar asiel aanvragen. Dat is het verschil.”
Tijdens dit verhitte debat van 21 juni jl. blikte de Tweede Kamer vooruit naar de Eurotop, waar migratie centraal stond als gevolg van de Italiaanse weigering om geredde migranten uit de Middellandse Zee toe te laten. Deze Italiaanse koppigheid kwam voort uit de verkiezingsoverwinning van populistisch rechts, maar was geworteld in een jarenlang conflict tussen Zuid- en Noord-Europa over de verdeling van asielzoekers. GroenLinks werd een geïsoleerde positie toegedicht met het standpunt dat vluchtelingen in Europa asiel moeten kunnen vragen.
Echter, een kleine week na het debat van 21 juni nam de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, de organisatie die zich richt op het bevorderen van mensenrechten en democratie, met grote meerderheid mijn resolutie aan over de mensenrechtenimpact van migratiedeals met derde landen. Onder het motto out of sight, not out of right spraken parlementariërs van 47 landen zich uit voor een rechtvaardiger en realistischer benadering dan die welke het huidige EU-beleid zo typeert.
Het aannemen van deze resolutie biedt daarom een basis voor een GroenLinks-visie die ook in Nederland politieke steun kan vergaren, in elk geval onder progressieve partijen. In dit artikel betoog ik waarom die andere benadering nodig en ook mogelijk is. Daaraan voorafgaand schets ik de huidige beleidsontwikkelingen en hun impact op vluchtelingen.
Tegenhouden en afschuiven
Terwijl de EU-lidstaten nog geen stap verder komen met een gemeenschappelijk asielbeleid, zijn ze over één doel opmerkelijk eensgezind: voorkomen dat asielzoekers het EU-grondgebied bereiken. Om die reden is de focus verschoven van interne asielafspraken naar deals met derde landen zoals Turkije om illegale migratie naar Europa tegen te gaan.
De afspraken op de EU-top van juni vormden daarvan een voorlopig hoogtepunt: geredde migranten in de Middellandse Zee zouden voortaan niet meer naar een EU-lidstaat worden gebracht, maar naar regionale ‘platforms’, waar Noord-Afrikaanse landen (Tunesië, Marokko, Egypte) in samenwerking met de VN vluchtelingen zouden moeten selecteren en opvangen.
Of dit plan van de grond komt, is zeer twijfelachtig. Tot nu toe lenen de landen zich daar niet voor, en bovendien ontbreekt er een beschermingssysteem met opvang, asielprocedures en rechten voor vluchtelingen. Realistisch of niet: de afspraken maken duidelijk dat de EU haar verantwoordelijkheid voor vluchtelingen afschuift op andere landen, ten koste van hun mensenrechten.
Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie is geen nieuw fenomeen. Eind jaren tachtig al begonnen Europese landen met het sluiten van overeenkomsten om migranten zonder documenten te kunnen terugsturen naar hun herkomstland. Sinds dergelijke afspraken zich hebben uitgebreid naar zogeheten transitlanden, waar vluchtelingen doorheen zijn gereisd, gaan ze gepaard met allerlei dilemma’s. Waarom zou een transitland een migrant moeten terugnemen van de EU? En als deze migrant niet kan doorreizen naar zijn herkomstland, krijgt hij in dat transitland wel toegang tot basisvoorzieningen?
Het model van de EU-Turkije-deal gaat nog een stapje verder: daar worden niet alleen uitgeprocedeerde asielzoekers maar ook vluchtelingen overgedragen, naar een land dat het Vluchtelingenverdrag niet erkent voor Syrische of Irakese vluchtelingen en waar velen van hen onder de armoedegrens leven. Toch vormt deze deal nu een blauwdruk voor de afspraken met Noord-Afrika.
Spanning met mensenrechten
De Europese regeringsleiders noemen de migratiedeals nodig om illegale migratie en mensensmokkel te bestrijden, maar ze verzwijgen de grote impact voor vluchtelingen, die immers praktisch volledig afhankelijk zijn van illegale migratie en smokkelaars. Zij kunnen geen visum aanvragen bij de ambassade voor bescherming, luchtvaartmaatschappijen krijgen zware boetes als ze hen meenemen en het uitnodigingsbeleid voor vluchtelingen van Europese landen heeft nauwelijks iets om het lijf. Veel politici verkondigen graag dat ze heus wel meer vluchtelingen willen uitnodigen, als de illegale migratie maar vermindert.
Maar de drastische daling van het aantal asielzoekers de afgelopen twee jaar heeft de bereidheid vluchtelingen uit te nodigen niet vergroot. Door de klimaatcrisis zal het aantal vluchtelingen bovendien alleen maar toenemen. En zo is de cirkel rond. Zolang de behoefte aan vluchten bestaat, zal het enkel aanpakken van smokkelroutes vooral leiden tot duurdere, gevaarlijker en langere ‘illegale’ routes.