Interview Gergely Karácsony
Een scherm, een tolk en een halfuur de tijd. De omstandigheden van het gesprek met Gergely Karácsony (1975), burgemeester van Boedapest en lid van de Hongaarse groene partij, zijn niet ideaal. Maar meer zit er echt niet in: zeker in coronatijd zit de agenda van Karácsony overvol.
In 2019 werd de partij van Karácsony de grootste in Boedapest, de stad die tot dan toe net als het land bestuurd werd door Victor Orbáns Fidesz-partij. Ook in tien andere belangrijke steden won de oppositie. Aangezien 40 procent van de Hongaren in steden woont, betekende dit een aanzienlijke politieke machtsverschuiving: Fidesz was niet meer almachtig maar zag zich na negen jaar nationale en lokale dominantie gedwongen om in een aantal steden de macht te delen.
Sindsdien leidt Karácsony de hoofdstad van een land dat internationaal steeds meer onder vuur komt te liggen. Het populisme viert hoogtij, de rechterlijke macht wordt steeds verder ingeperkt, de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid staan onder grote druk, aan de grenzen worden de mensenrechten van vluchtelingen en asielzoekers geschonden en geslachtswijziging is verboden. Tijdens de corona-crisis regeerde Orbán tweeënhalve maand per decreet, en door een nieuwe wet is het voor hem eenvoudiger om in de toekomst opnieuw de noodtoestand uit te roepen.
Het Europees Parlement stemde in 2019 op initiatief van toenmalig Europarlementariër Judith Sargentini voor een artikel 7-procedure die ertoe kan leiden dat Hongarije stemrecht verliest in de Europese Commissie. Na de initiële feestvreugde in Europa en woede in Hongarije hierover, blijft het opmerkelijk stil. De EU uit zorgen en waarschuwt, maar concrete stappen – waaronder in het kader van de artikel 7-procedure – blijven uit. Dat geldt ook voor andere lidstaten waar de rechtsstaat gevaar loopt en die strijdig met Europese normen en regels handelen. Wat verwacht Karácsony van de EU?
Hoe verklaart u de grote winst van de oppositie ten koste van Fidesz bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar?
“De belangrijkste verklaring is de samenwerking tussen de oppositiepartijen. We hebben onze belangen opzijgezet en gezamenlijke kandidaten afgevaardigd, zowel voor de positie van de burgemeester als voor de districten in Boedapest. Voor de positie van de burgemeester hebben we voorverkiezingen gehouden, waarin kiezers zich konden uitspreken voor de kandidaat van hun keuze. Wat ook hielp, is dat in de steden veel kiezers wonen die een Europese, groene en democratische agenda steunen. Maar samenwerking en een open, democratisch proces hebben de doorslag gegeven.”