Waar komt jullie motivatie voor dit project vandaan?

Marco Schreuder: “Ik was in 2006 net lid geworden van de gemeenteraad van Wenen en stond vooral bekend als homoactivist. Dat wilde ik graag verbreden. Toen ik een artikel over de begraafplaats onder ogen kreeg, was ik meteen geïnteresseerd. Ik kwam als achtjarige naar Oostenrijk, maar ben geboren in het Nederlandse Putten. En natuurlijk wist ik van de razzia in 1944, waarbij het grootste deel van de mannelijke beroepsbevolking werd afgevoerd naar concentratiekampen. Ik ben door mijn ouders als Jehovagetuige opgevoed. Ook de Jehovagetuigen werden door de nazi’s vervolgd, net als de homoseksuelen. Het waarom en hoe van de dynamiek tussen daders en slachtoffers heeft me daarom altijd gefascineerd.

De Währinger begraafplaats werd in 1938 gesloten, na de aansluiting van Oostenrijk bij het nationaalsocialistische Duitsland. Er zijn in de nazitijd veel verwoestingen aangericht. Sommige graven zijn leeggehaald. De Joodse gemeente in Wenen, waarvan de oprichters op dit kerkhof liggen, werd vernietigd. Het verhaal van deze mensen moet worden verteld.”

Tina Walzer: “Een deel van mijn familie is Joods. Ik wist altijd al dat ze zijn omgekomen onder de nazi’s en ook hoe, maar ik wilde graag meer weten over hun leven daarvoor. De begraafplaats stamt uit de bloeitijd van het Weense jodendom. Het is voor mij belangrijk dit verleden te reconstrueren om ook een positieve identiteit te hebben. Je kunt je niet alleen met oorlog, geweld en lijden en dood identificeren. Dat is geen levensprogramma.

Waarden als tolerantie, begrip, naar elkaar luisteren en elkaar accepteren zijn voor mij belangrijk. Juist de begraafplaats van Währingen is heel geschikt om deze waarden over te dragen, omdat hij uit een tijd komt waarin deze waarden actief werden gerealiseerd. Als Oostenrijkers, als burgers van Wenen en als leden van de derde generatie na de Tweede Wereldoorlog is het voor ons belangrijk dit Joodse verleden in het bewustzijn terug te halen als onderdeel van de geschiedenis van dit land. Ik was erg blij toen Marco contact met me zocht, maar heb wel als voorwaarde gesteld dat de begraafplaats geen instrument van partijpolitieke belangen mocht worden.”

Hoe geven jullie dat vorm?

Marco Schreuder: “Tina geeft rondleidingen op de begraafplaats en we organiseren vrijwilligersdagen waarop mensen van allerlei leeftijden en met verschillende politieke en religieuze achtergronden helpen bij het schoonmaken, opruimen en achterstallige onderhoud op de begraafplaats. De Groenen organiseren en financieren dit. We zijn duidelijk over onze betrokkenheid, maar gebruiken het werk niet voor campagnedoeleinden. En over alle activiteiten is altijd overleg met de Joodse gemeente.”

Kun je iets meer vertellen over de begraafplaats?

Tina Walzer: “De begraafplaats is met zijn twee hectare en meer dan 8000 graven een afspiegeling van de Joodse bevolking vanaf eind achttiende tot eind negentiende eeuw. In die periode werden de ideeën van de Verlichting door de Weense Joden omarmd en gerealiseerd. Zij integreerden in de samenleving en seculariseerden.

 Ze hadden een beslissend aandeel in de industriële revolutie, de wereld van de kunst, de opbouw van de moderne samenleving en het tot op de dag van vandaag geldende politieke systeem. Joden en andere minderheden kregen burgerrechten. Zonder die Joodse bijdrage zouden Wenen en Oostenrijk er vandaag anders uitgezien hebben.”

Marco Schreuder: “Mijn eerste associatie was merkwaardig genoeg met de oude Egyptische graven. Net zoals we het oude Egypte hebben leren kennen via zijn graven, heb ik de Joodse gemeenschap van Wenen leren kennen via deze begraafplaats. Want de dominante beelden in het Oostenrijkse bewustzijn over de Joodse geschiedenis zijn die van bergen tot op het bot vermagerde lijken in concentratiekampen. Deze beelden zijn zo overheersend dat je vergeet dat deze mensen daarvoor een bloeiend leven hadden.

Paradoxaal genoeg kun je dat op deze plek goed voelen. Het is een plaats van doden, maar niet van verschrikking. Integendeel. Hier word je je pas echt bewust van de enorme schok die de jaren 1933-1938 teweeg gebracht hebben, omdat je ontdekt hoe liberaal, open en daadkrachtig de Joodse gemeenschap was. Men zette zich vol vertrouwen in voor de opbouw en modernisering van de samenleving. Hoe abrupt dat tot een einde is gekomen dringt op de begraafplaats sterker tot je door, omdat je daar niet de oorlogsgeneratie ontmoet, maar hun ouders en grootouders.”

“ De ontmoeting met Joden kan ook positief zijn en heeft niet altijd te maken met schuld en verschrikking ”

Tina Walzer: “Voor mij is het een plaats van schoonheid en rust. Je kunt de bezoekers meegeven dat de ontmoeting met Joden ook positief kan zijn en niet altijd te maken heeft met schuld en verschrikking. Dat merk je ook de tijdens de vrijwilligersdagen, als mensen na afloop vragen wanneer ze weer terug kunnen komen. Ik weet niet wat de persoonlijke motieven zijn om te komen helpen, maar als je de gezichten ziet, die stralen iets lichts en tevredens uit. Het werk doet mensen emotioneel goed.

Vooral voor jongeren is het van belang de geschiedenis van de Weense Joden vanuit een positief perspectief te leren kennen. We bieden in samenwerking met scholen vooral ook jongeren uit andere religieuze gemeenschappen de gelegenheid de begraafplaats te bezoeken. Onze ervaring is dat veel islamitische jongeren veel vooroordelen hebben ten aanzien van Joden. Na een bezoek aan de begraafplaats zeggen ze: ‘Dat wist ik allemaal niet, wat was het interessant, nu kan ik me iets voorstellen onder de Joodse geschiedenis van mijn stad.’

Dat vind ik van groot belang. Voor mij is het werk met deze begraafplaats ook in grote mate een integratieproject. Er is nog altijd een drempel, een schroom om alleen al het woord ‘Jood’ uit te spreken. Mensen vragen mij soms of ze dat wel mogen zeggen. Ik word ook vaak gevraagd om mensen te helpen contact op te nemen met de Joodse gemeente, omdat ze bang zijn iets verkeerd te doen en niet weten hoe ze contact moeten zoeken, wie het eigenlijk zijn, die Joden.”

Heeft de samenwerking met de Joodse Gemeente je veranderd, Marco?

Marco Schreuder: “Door de jaren heen leer je elkaar kennen en ontstaat er vertrouwen. Toen er in de Joodse Gemeente een discussie over homofobie ontstond, vroegen ze mij om hulp. Ook hebben we gezamenlijk acties georganiseerd tegen antisemitisme. Bij de Groenen bestaan verschillende opvattingen over antisemitisme. Ik hoor bij de strenge fractie. Je hebt de klassiek linkse anti-imperialisten, voor wie Israël zo ongeveer het ergste van het ergste is. Zij zeggen: de Palestijnen worden onderdrukt en die moeten we redden. Er is ook een anti-Duitse groep die pro-Israël is en zegt: wat de Palestijnen doen is ook antisemitisme en daar moet je tegen optreden. Traditioneel is de pro-Israël-groep eerder bij de Groenen en de pro-Palestijnen zijn eerder bij de sociaaldemocraten. Maar ook binnen de Groenen is het lastig. Daarom worden sommige bijeenkomsten tegen antisemitisme wel door mij als individueel parlementslid gesteund, maar niet door de partij.

Wat betreft Israël vind ik niet dat alle kritiek op de staat Israël antisemitisme is, maar als het eenzijdig wordt... Zo werd in het parlement een resolutie ingediend die veroordeelde dat de staat Israël mensen zonder vorm van proces vasthoudt en zonder gerechtelijk bevel arresteert. De kritiek daarop vind ik terecht. Toch heb ik me niet achter de resolutie kunnen scharen omdat de Palestijnen precies hetzelfde doen, net als veel andere landen overigens. Het is dus een eenzijdig voorstel, dat bewust tegen Israël gericht is en dat ik daarom in een antisemitische context plaats. Door het intensieve en langdurige contact met de Joodse gemeente zijn de opvattingen, die ik al had, wel sterker geworden.”

Is je opvatting over religie ook veranderd? Want met een achtergrond als Jehovagetuige ontmoet je in het jodendom wel een heel andere vorm van religie.

Marco Schreuder: “Natuurlijk is het anders, maar elke levensbeschouwing is anders. Ik ben voor een pragmatische houding: in deze stad leven mensen met veel verschillende levensbeschouwingen. Van mij mogen ze allemaal trouwen met wie ze willen en leven hoe ze willen, zolang ze de vrijheid van anderen niet inperken. Of je nu een rozenkrans, een hoofddoek, een tulband of een keppeltje wilt dragen, of dat je zoals ikzelf met een regenboogvlag wilt zwaaien: je mag laten zien waar je bij hoort en waar je in gelooft.

Sterker: ik vind het belangrijk dat de diversiteit zichtbaar is: er ontstaan veel problemen door het weren van religie uit het openbare leven. Kijk, de grens ligt voor mij waar er sprake is van indoctrinatie, waar bijvoorbeeld leraren anderen willen overtuigen, dat gaat natuurlijk niet. Een kind kan zijn leraar namelijk niet uitzoeken, dat maakt het anders dan een publiek debat tussen gelijken waarin je elkaar kunt overtuigen. Maar ik heb helemaal geen probleem met politieagenten met een hoofddoek, bijvoorbeeld.

Wat betreft het onderwijs ben ik een voorstander van het afschaffen van het traditionele godsdienstonderwijs, waarbij elk kind les krijgt van een leraar uit de eigen confessie. Daarvoor in de plaats zouden lessen ethiek moeten komen voor alle kinderen, religieus én seculier. In die lessen kunnen rabbijnen, imams, predikanten en anderen over hun geloof komen vertellen. Want ik vind het belangrijk dat islamitische kinderen de dominee ook leren kennen, joodse kinderen de imam en atheïstische kinderen een boeddhist. Alle levensbeschouwingen zouden aan de orde moeten komen.

Zichtbaarheid is wat mij betreft de sleutel tot emancipatie. Kijk maar naar het succes van de homobeweging. Wie had tien jaar geleden gedacht dat het homohuwelijk nu overal in Amerika legaal zou zijn. Zelfs in Oostenrijk is nu zeventig procent voor het homohuwelijk. En wat was de strategie? Zichtbaar zijn, zichtbaar zijn, zichtbaar zijn.”

“ Mijn moeder moest leren met een homoseksuele zoon om te gaan en ik moest leren een Jehovagetuige als moeder te hebben ”

Hoe kijk je aan tegen de spanning tussen homoseksualiteit en conservatieve religie? Veel homo’s willen niets meer met religie te maken hebben.

Marco Schreuder: “Ik ben zelf om die reden ook uitgetreden bij de Jehovagetuigen, dus ik begrijp het wel. Maar ik vertel het verhaal liever andersom. Mijn moeder is niet uit haar kerk gestapt. Zij moest dus leren met een homoseksuele zoon om te gaan en ik moest leren een Jehovagetuige als moeder te hebben. Ik had met haar kunnen breken, maar dat is toch geen fijne gedachte. Uiteindelijk moet je elkaar tegemoetkomen, tegen elkaar zeggen: Let's agree to disagree. Dan kun je elkaar de hand geven en samen gaan wandelen of naar de opera.”

Zolang er geen sprake is van geweld lukt dat misschien wel op deze manier.

Marco Schreuder: “Natuurlijk komt altijd de vraag, ook in een liberale staat: waar is de grens? Wat mij betreft moet de staat terughoudend zijn om in families in te grijpen en te bepalen welke waarden ouders aan hun kinderen mee mogen geven en welke niet. De staat moet wel hulp bieden aan jongeren die een conflict met hun orthodoxe of fundamentalistische familie hebben omdat ze als homo uit de kast zijn gekomen, bijvoorbeeld door het ondersteunen en bevorderen van hulporganisaties op dit terrein.

Maar de grens is diffuus. Veel hangt af van hoe een debat wordt gevoerd. In het debat over besnijdenis is mij bijvoorbeeld opgevallen dat het vooral witte, onbesneden mannen met een christelijke achtergrond waren die zich inzetten voor het verbod op besnijdenis. Ik hoorde geen joodse en islamitische mannen die zelf zeiden: wij willen dit niet meer, wij zijn de slachtoffers.

Ik heb orthodoxe Joden gevraagd: wat doe je als je dochter lesbisch is of je zoon homo? Dat zijn soms moeilijke gesprekken, maar die moeten we wel voeren. Maar ik ben echt heel erg tegen dwang. Dat leidt tot een soort burgeroorlog en daar heeft niemand iets aan.”

Tina Walzer: “Dwang leidt altijd tot verzet. Als je twee grondrechten tegen elkaar uitspeelt, zet je alles en iedereen vast en los je niets op. Ik zie godsdiensten wel degelijk als belangrijke pijlers van de samenleving. Of je je nu als volwassene ergens bij wilt aansluiten of niet, religie is een wezenlijke culturele erfenis en een onmisbare bouwsteen voor integratie in de samenleving.

Iedereen zou de basiswaarden van de grote religies moeten kennen en moeten weten welke geschiedenis daarbij hoort. Dat is de enige manier om fundamentalisme en vooroordelen tegen te gaan. Dat is ook precies wat we proberen op de Währinger begraafplaats: kennis bijbrengen, bewustwording op gang brengen, ontmoeting organiseren en het aanknopen van persoonlijke relaties bevorderen. Want ik geloof dat de verwerking van het verleden alleen via het emotionele niveau verloopt.

Het zou mooi zijn als de politiek dat zou ondersteunen en faciliteren. Maar op dit moment zijn de Groenen de enigen die dat in Wenen doen.”

Tina Walzer (1969) is historica en schrijfster. Ze is gespecialiseerd in onderzoek naar Joodse begraafplaatsen in Europa. In 2001 publiceerde ze met Stephan Templ Unser Wien – 'Arisierung' auf österreichisch en in 2011 Der jüdische Friedhof Währing in Wien. Walzer is mede-uitgever van het Joodse culturele magazine DAVID.

Marco Schreuder (1969) is sinds 2011 lid van het Oostenrijkse parlement voor de Groenen. Daarvoor was hij actief in de Weense politiek, waar hij het eerste openlijk homoseksuele gemeenteraadslid was. Hij studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Wenen en Theaterregie aan het Max Reinhardt Seminar. Verder was hij onder andere hoofdredacteur van Bussi, een magazine voor homo’s, en woordvoerder mensenrechten en discriminatie voor de stad Wenen.