Lene Grooten woont sinds 1999 in Amsterdam en werkt bij de Kunstenbond. Ze is duo-raadslid voor GroenLinks met als portefeuille zorg en jeugdzorg. Ze werkte eerst in het theater en werd daardoor ook politiek actief.
Bart Stuart is beeldend kunstenaar. Hij woont sinds 1995 in de stad, heeft als thuisbasis de NDSM, een voormalige scheepswerf in Noord, en is voorzitter van het bestuur van kunstenaarsinitiatief W139 te Amsterdam. We beginnen ons gesprek met de stelling dat de afgelopen tien jaar niet goed waren voor de ontwikkeling van de vrije kunsten. De verregaande bezuinigingen en de framing als ‘linkse hobby’ hebben het culturele klimaat in het land niet bepaald goed gedaan.
Lene: “Mijn betrokkenheid bij kunsten begint vanuit mijn werk bij het theater, in het voormalige theater Bellevue aan het Leidseplein in hartje Amsterdam. Een fijne werkplek waar ik ook de veranderende stad van dichtbij mee heb gemaakt: het theater Bellevue transformeerde naar het huidige DeLaMar theater. Op een dag komt Joop van den Ende ons vertellen dat hij het theater heeft gekocht voor één euro. Medewerkers van Bellevue raken hun baan kwijt.
Maar het is ook een mogelijkheid voor een nieuwe ontwikkeling: commerciële musicals en theater krijgen hierdoor een vaste plek midden in de stad. Dan komen in 2011 de bezuinigingen op cultuur van staatssecretaris Zijlstra (VVD) en de protestacties ‘Mars der beschaving’ en ‘Schreeuw voor cultuur'. Dat was precies het moment dat ik politiek actief werd. Ik geloof zelf niet in alleen maar laten weten waar je tegen bent. Ik wil vooruit kijken en werken aan nieuw cultureel bewustzijn. De buitenwereld overtuigen dat er ruimte moet zijn en blijven voor de kunsten. Die ruimte komt niet vanzelf.”
Bart: “De stad is nooit een gemakkelijke en comfortabele plek waar alles vanzelf gaat. Het is altijd een soort strijd tussen mensen, belangen, functies en ruimtegebruik. Druk op de stad is er altijd geweest, juist ook op de ruimte voor kwetsbare of niet-commerciële initiatieven. Denk hierbij ook aan de kraakbeweging waardoor veel culturele plekken zijn behouden in de stad zoals de Melkweg, Paradiso en OT301 in Amsterdam. Zij vormen vandaag de dag nog steeds een levendige (sub)cultuur.”
Lene: “Hoe zie jij dat, was er dan vroeger meer activisme?”
Bart: “Ja, denk ik. Mensen hadden meer tijd en betrokkenheid om de stad mee te vormen en de urgentie werd sterker gevoeld. Kraken was een gezond tegengif voor speculatie met vastgoed. Er blijft zo ruimte in de stad waar de stad zichzelf opnieuw uitvindt. Daar manifesteert zich betrokkenheid door actieve mensen bij en invloed op de ontwikkelingen van de stad. Daar dwingen kunstenaars en burgers invloed af om mee te bepalen wat belangrijk is. Waar gaan we naartoe? Wat voor stad willen we zijn?”
Vrijplaatsen
Wat is volgens ons een vrijplaats? We denken aan een niet door de overheid gereguleerde plek waar ook het zelf maken van regels bij het proces hoort. Een plaats die collectiviteit en zelfwerkzaamheid centraal stelt. Ook kun je je er volledig storten op experiment en in afzondering werken aan of in je eigen wereld. Vaak is het een werkplek gecombineerd met maatschappelijke culturele en publieke functies.
Bart: “Wat maakt een goede vrijplaats?”