MaaS-providers zullen graag de data van hun gebruikers aan derden verkopen ten behoeve van advertenties. “Ze hebben goud in handen”, zegt Jacobs, “ze weten waar je bent en waar je heen gaat en kunnen je dus locatiegebonden advertenties verkopen, een snel groeiende techniek. Maar is dat wenselijk? En moet je dat als overheid in de hand werken?”
Veel mensen zullen het knap vervelend vinden als ze dit soort berichten op het scherm van hun smartphone zien: ‘Je komt zo aan in Rotterdam en je was laatst aan het zoeken naar een winterjas. De Bijenkorf houdt uitverkoop – zal ik een route voor je uitstippelen?’
Om goed te kunnen functioneren, moeten data gedeeld worden tussen de vervoersaanbieders onderling en de software van het platform. Ook het functioneren van het MaaS-systeem als geheel kan verbeterd worden door (geanonimiseerde) data te delen, omdat zo inzicht ontstaat in het gebruik, verkeersstromen, knelpunten en verbeterpunten. Helaas hebben veel platforms en vervoersbedrijven een broertje dood aan het delen van data. Het raakt immers de kern van hun businessmodel en dat willen ze niet graag in detail prijsgeven.
Steden als Chicago, Houston en New York hebben aan den lijve ondervonden dat Uber zeer terughoudend data deelt. In 79 procent van de gevallen waarin toezichthouders in deze steden toegang vroegen tot datasets van het bedrijf, deelde Uber minder data dan was gevraagd. Wanneer een overheid met een MaaS-platform in zee gaat, moet zij dus heldere afspraken maken over het delen van data, bijvoorbeeld om toe te zien op naleving van gemaakte afspraken (zoals het bedienen van onrendabele lijnen).
Geen concurrent van de fiets
MaaS kan mobiliteit groener en schoner maken, met name omdat het de eerste en laatste kilometer van en naar een station aantrekkelijk kan maken (bijvoorbeeld door elektrische deelfietsen aan te bieden) en daarmee de hele reis per openbaar vervoer. Maar veel groener dan lopen of fietsen wordt vervoer niet, terwijl voor een elektrische step schaarse grondstoffen (denk aan lithium voor de accu’s) en elektriciteit nodig zijn. MaaS mag dus niet concurreren met lopen of fietsen, vormen van mobiliteit die ook nog eens gezonder zijn.
Het is de vraag of platformisering van vervoer en MaaS-systemen tot meer efficiëntie en dus minder uitstoot en andere vervuiling leiden. Er zijn namelijk tekenen die de andere kant op wijzen. Zo nam het gebruik van de metro in Manhattan sinds de introductie van mobiliteitsplatforms als Uber af en daalde in het hart van Manhattan de gemiddelde snelheid waarmee auto’s zich voortbewegen met maar liefst 15 procent omdat er zich meer auto’s (waaronder Uber-taxi’s) op de weg bevonden.
Basta voor Uber
Om deze keerzijden van MaaS het hoofd te bieden, moet de overheid stevig aan het roer staan. Hoe kan de overheid publieke waarden, zoals bereikbaarheid, betaalbaarheid, privacy en duurzaamheid het best borgen? Politici moeten goed geïnformeerd, zelfverzekerd en assertief sturing geven aan MaaS. “Die houding zullen politici zeker nodig hebben”, zegt Jacobs, “want je hebt te maken met de zwaargewichten van het eenentwintigste-eeuwse kapitalisme. De grote techbedrijven doen er alles aan om voor zichzelf maximale vrijheid te garanderen en ze zullen moord en brand schreeuwen als je ze probeert te reguleren.”
Ook De Waal adviseert: “Sta je mannetje. Toen de stad Londen constateerde dat Uber zich niet aan de veiligheidsvoorschriften voor taxi’s hield, heeft het stadsbestuur de vergunning van Uber gewoon ingetrokken.” Basta voor Uber – en waarom ook niet, als publieke belangen worden geschonden?Gelukkig staat de overheid niet met lege handen. De Waal: “Stel wetten en regels op en verbind voorwaarden aan het verlenen van vergunningen en concessies. Vervoersaanbieders maken gebruik van publieke infrastructuur – bushaltes, wegen, parkeerplaatsen – en daar kun je voorwaarden tegenoverstellen. Ook het verlenen van (start)subsidies biedt mogelijkheden om voorwaarden te stellen.”