Bij die ‘eigen verdienste’ komt namelijk een enorme portie geluk kijken, namelijk aangeboren talent. Ook een kwestie van geluk is de mate waarin een samenleving talent waardeert. Dat voetballers en bankiers miljoenen verdienen, komt door het toevallige belang dat wij hechten aan voetbal en zakelijke dienstverlening. Marktwaarde zegt dan ook niets over morele waarde, stelt Sandel.
Grootste probleem van meritocratie is dat het bij de ‘winnaars’ leidt tot arrogantie en minachting jegens de minder succesvollen, en een gevoel van vernedering bij die laatste groep. Onder het motto ‘gelijke kansen voor iedereen’ is het immers makkelijk denken dat succesvolle mensen hun succes dan ook verdiend hebben. Ergo: de ‘losers’ hebben niet hard genoeg hun best gedaan. Een voedingsbodem voor onvrede, polarisatie en protesten, stelt Sandel.
Hij pleit dan ook voor een rechtvaardige verdeling van inkomen én erkenning. De mate waarin we werk waarderen, moet niet meer afhangen van de marktwaarde of de noodzaak voor een universitair diploma. Daarnaast zou een gezonde portie bescheidenheid ten aanzien van onze prestaties de weg vrijmaken voor een minder rancuneuze en meer vrijgevige maatschappij.