Je kunt zeggen: wij bouwen de perfecte samenleving uit in Europa, maar als je niet de macht hebt om die te verdedigen tegen rivalen, wat heb je er dan aan? Dan wordt je model uitgehold.
Er zit ook een interne dimensie aan. Bij de groene transitie, en zeker bij ontgroeien, moeten we uitkijken dat we ook binnen onze eigen grenzen geen nieuwe onbalans veroorzaken. Er is altijd het risico dat de maatregelen die je neemt gemakkelijk gedragen kunnen worden door degenen die nu al welgesteld zijn, terwijl de burgers die het minder breed hebben er zwaar door getroffen worden. Ik zeg altijd: veiligheidsbeleid is extern én intern. Je kunt geen effectieve externe speler zijn als je intern geen stabiliteit hebt. Die interne stabiliteit garanderen we door de welvaartsstaat, met een zekere mate van gelijkheid en democratische zeggenschap. Zonder die stabiliteit worden, in tijden van crisis, extreme oplossingen ineens aantrekkelijk.
Uiteindelijk is de grootste bedreiging voor onze veiligheid intern. Het is heel moeilijk voor een externe speler om de EU ten val te brengen. Maar als we massaal gaan stemmen voor niet-democratische partijen – die nu al aan de macht zijn in Hongarije en [ten tijde van dit interview] Polen – kunnen we wel onszelf ten val brengen. Om dat te vermijden moeten we interne evenwichten bewaren. De welvaartsstaat moet blijven werken om wat er voorhanden is te herverdelen.
Men zegt vaak: de EU is een vredesproject. Dankzij de Europese integratie, vanaf de jaren 50, voeren de deelnemende landen geen oorlog meer tegen elkaar. Dat is slechts de helft van het verhaal. De andere helft is dat in diezelfde jaren 50 grote stappen zijn gezet in het uitbouwen van de welvaartsstaat, om binnen elk van die landen de vrede te bewaren. Voor mij zijn dat de twee helften van het vredesproject: integratie tussen de lidstaten, sociale zekerheid binnen de lidstaten.
De uitdaging is nu dat we van sociale zekerheid deels ook een Europees project moeten maken, omdat we één markt en één munt hebben, met arbeidsmobiliteit enzovoort. Binnen de EU moeten een aantal minimumvoorwaarden worden afgesproken om dat allemaal beheersbaar te houden.”
Publieke voorzieningen zoals sociale zekerheid en gezondheidszorg zijn pijlers van de welvaartsstaat. De degrowth-beweging pleit voor publieke voorzieningen van hoge kwaliteit. Zou zij ook defensie en diplomatie daartoe moeten rekenen?
“Ja. In het publieke debat wordt vaak gesuggereerd dat we kunnen kiezen: guns or butter. Dat is een valse tegenstelling. Waarom hebben we defensie nodig? Omdat we iets hebben dat het verdedigen waard is. Een maatschappijmodel waarvan de kern de combinatie van welvaartsstaat en democratie is. Als dat model niet bestand is tegen externe druk, zal het niet lang overleven. Dus we hebben een reële maar realistische defensie nodig: voldoende sterk om ons te verdedigen, zonder astronomische bedragen op te slokken. Diplomatie hoort daar uiteraard ook bij, want het defensie-instrument alleen zal nooit volstaan in de internationale politiek. Idealiter hebben we defensie alleen nodig ter afschrikking.”
Als de EU geen economische groei meer zou nastreven, zouden de lidstaten dan beter gaan samenwerken op defensiegebied?
“Moeilijk te zeggen. Ook nu al is er een sterk argument voor meer Europese samenwerking. De omvang van de nationale strijdkrachten is sterk verminderd en de uitrusting ervan is veel duurder geworden. We zien een totale versnippering, die totaal niet kostenefficiënt is. Toch is dat economische argument, dat door iedereen onderschreven wordt, onvoldoende om tot echte defensie-integratie te komen. Regeringen willen nog steeds hun eigen defensie-industrie beschermen en het leger wordt gezien als een symbool van soevereiniteit. Dus hoewel we al sinds 1999 een Europees defensiebeleid hebben, hebben we nog altijd niet de grote sprong gemaakt. Ik betwijfel of het einde van de groei de benodigde déclic zou geven.”
Is de Russische invasie van Oekraïne de grote gamechanger?
“Nee. De oorlog verdiept eerder de kloof tussen de EU-lidstaten. Eén kamp zegt: in een crisis als deze kunnen we niet zonder de NAVO en de VS, dus wat heeft die EU-defensie voor nut? Het andere kamp zegt: als we in crisistijd invloed willen uitoefenen, dan kan dat alleen als EU. Het resultaat is een patstelling.
De EU doet nu wel dingen die nooit vertoond zijn, zoals het gezamenlijk aankopen van wapens voor Oekraïne. Maar steun aan de Oekraïense krijgsmacht is nog iets anders dan het versnellen van de integratie van onze eigen krijgsmachten. Als de gezamenlijke wapenaankoop voor Oekraïne werkt, is dat natuurlijk wel een argument om het ook voor onze eigen krijgsmachten te doen. Dus ik blijf hopen op een doorbraak, maar ik ben al vaak teleurgesteld in de afgelopen 25 jaar.”
En wat als Trump of een Trumpist terugkeert in het Witte Huis?
“We hebben vier jaar Trump gehad, die zeer gekke uitspraken deed over de NAVO. Dat leidde niet tot een doorbraak in de Europese defensie-integratie. Dus ik verwacht die ook niet als Trump weer president zou worden, of een van zijn navolgers. Tenzij hij zou zeggen: ‘We doeken de NAVO op.’
Het probleem is: Europese landen vertrouwen elkaar niet. Als je aan een Pool of zelfs een Fin vraagt: ‘Als Rusland nu binnenvalt, op wie vertrouw je dan voor je redding?’, dan zullen ze antwoorden: ‘De Verenigde Staten’. Dus niet Frankrijk, Duitsland of het Verenigd Koninkrijk. Historisch gezien is dat vreemd: toen België werd binnengevallen in 1914, en Polen in 1939, wie verklaarden toen de oorlog aan de agressor? Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, niet de VS. Die schoten pas veel later te hulp.