Zouden dergelijke gevoelens minister Jeroen Dijsselbloem ook parten gespeeld hebben, toen hij in het kader van zijn voorzitterschap van de Eurogroep onlangs een faux pas maakte? Gevraagd naar de solidariteit tussen de noordelijke en de zuidelijke Europese landen antwoordde hij dat het natuurlijk niet zo kon zijn dat men zijn hele leven geld kan uitgeven aan drank en vrouwen om dan bij een ander de hand op te houden. Toen de verontwaardiging daarover opsteeg, verontschuldigde Dijsselbloem zich: hij had de zuidelijke landen niet willen beledigen; zijn opmerkingen kwamen voort uit een strenge calvinistische cultuur en enige Nederlandse directheid.
Toch maakt dat de woordkeuze van de minister niet minder ongelukkig: ‘Wein, Weib (und Gesäng)’ heeft toch echt een Duitstalige en niet een Zuid-Europese achtergrond. En wie in Zuid-Europa, zeg Chersonissos of Torremolinos, groepen luidruchtige dronken jongeren tegenkomt, kan er gevoegelijk van uit gaan met Noord-Europeanen, waarschijnlijk Engelsen of Nederlanders, te maken te hebben; verder blijkt nog maar eens dat calvinisme meer is dan een godsdienstige opvatting: ook seculiere politieke partijen zijn er blijkbaar mee behept; gecombineerd met wat Nederlanders graag ‘directheid’ noemen, maar voor de meeste niet-Nederlanders gewoon botheid of onbeschoftheid is, leidde dat tot een mix die de minister bijna zijn voorzitterschap kostte.