Gemeenschappelijkheid
Sommige lokale bewegingen gaan nog verder. Zij willen niet alleen een principieel progressief beleid door het stadsbestuur, maar stellen dat daadwerkelijke systeemverandering ook een verandering moet zijn van de manier waarop de economie georganiseerd is, waarop politiek bedreven wordt, en van de individualistische cultuur die diep ingesleten is in zowel de maatschappelijke instituties als in de mindsets van de burgers.
Daarvoor is meer collectiviteit of ‘gemeenschappelijkheid’ nodig. Dat betekent dat die bewegingen de nadruk leggen op radicalere vormen van democratie. Die onderscheiden zich van de traditionele ‘participatie’ (individuele burgers die ‘mee mogen praten’) doordat ze proberen besluitvorming echt gemeenschappelijk te maken en zo de behoeften, wensen en dromen van álle mensen te incorporeren: in de economie, de maatschappij en ook in bijvoorbeeld politieke partijen – of burgerplatforms zoals ze in Spanje heten.
Die gemeenschappelijkheid wordt ook nagestreefd via het vormen van zogenaamde ‘samenvloeiingen’ (confluencias in het Spaans). In plaats van de concurrentie aan te gaan met bestaande linkse partijen of actiegroepen, wordt juist geprobeerd op stedelijk of lokaal niveau zoveel mogelijk linkse partijen, sociale bewegingen en activistische burgers onder één noemer samen te brengen om uit te stijgen boven partijpolitieke verkokering en verkaveling. Iedereen neemt op gelijkwaardige basis deel en het politieke programma komt tot stand door uitgebreide inspraak van de achterban.
Daarmee proberen deze burgerplatforms dus ook in de politieke en bestuurlijke praktijk hun idealen vorm te geven. Een andere vorm van politiek bedrijven op basis van gelijk(waardig)heid, inclusiviteit, democratie en transparantie, diversiteit, wordt zoveel mogelijk al in de praktijk toegepast en waar mogelijk ook al doorgevoerd in de instituties waarin de platforms functioneren als zij de verkiezingen hebben gewonnen.
Dergelijke vernieuwende politieke praktijk kan op lokaal niveau veel makkelijker tot stand komen. De ‘nabijheid’, de concrete ruimte waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten, leent zich beter voor de gelijkwaardigheid en gemeenschappelijkheid. Deze ‘territoriale’ invalshoek biedt de mogelijkheid om thematische versnippering tegen te gaan en economische en sociale kwesties, veiligheid, maatschappelijke cohesie en ruimtelijke vraagstukken in hun samenhang te benaderen.
Ook het werken aan echte economische alternatieven voor het dominante neoliberale model begint wereldwijd van de grond te komen. Onder noemers als Sociale & Solidariteitseconomie, coöperatieve economie of democratisering van de economie wordt overal geprobeerd de vroeger versnipperde kleinschalige initiatieven samen te smeden tot grotere ‘ecosystemen’ die daadwerkelijk de marktwerking in de economie kunnen terugdringen.
Vaak nemen die de stad of buurt als uitgangspunt. Een recente voorbereidende driedaagse conferentie voor het World Social Forum of Transformative Economies, dat volgend jaar in Barcelona duizenden lokale initiatieven uit de hele wereld samenbrengt, verving de oude leus van de andersglobalisten rond de eeuwwisseling (Another World is Possible) door: Een andere economie is al aan het ontstaan!
Vooral de winst van zulke burgerplatforms in veel Spaanse steden heeft de internationale gemeentelijke beweging een stimulans gegeven, en de mogelijkheid om te bewijzen dat zij in de praktijk verschil kan maken door grote steden te besturen. Barcelona is het bekendste voorbeeld, maar inspirerende verhalen komen ook uit andere Spaanse steden, uit Napels en Palermo, uit Grenoble; in de VS uit Richmond of Jackson, Mississippi; uit het Argentijnse Rosario of het Chileense Valparaiso.
Dat zijn steden waar die nieuwe progressieve bewegingen in het bestuur zitten. In tal van andere gemeenten ontstaan grotere of kleinere groepen die zich baseren op de municipalistische uitgangspunten. Zij wisselen hun ervaringen uit via online netwerken en internationale bijeenkomsten, zoals de Fearless Cities conferenties.
Hoe onderscheidt het nieuwe municipalisme zich van traditionele linkse bewegingen?
- Samenwerking in burgerplatforms
- Nabijheid en een ‘territoriale’ benadering
- Radicaal links pragmatisme
- Radicale democratie
- Diensten en economie in gemeenschapshanden
Municipalisme in Nederlandse steden
In Amsterdam, maar ook in vele andere Nederlandse steden en gemeenten, is er al veel: duizenden mensen zijn actief in kleinschalige economische initiatieven, coöperaties, broedplaatsen, commons die energievoorziening in een straat of buurt gezamenlijk beheren, allerhande maatschappelijk verantwoorde ondernemingen.
Sommige initiatieven zijn slechts window dressing, andere zijn wel degelijk zeer duurzaam en sociaal. Het ontbreekt hen over het algemeen nog aan politieke veranderkracht. Vooralsnog is er geen duidelijke gezamenlijke visie die het marktmodel uitdaagt en pleit voor een vergemeenschappelijking’ of ‘socialisering’ van de economie: het weer in dienst stellen van die economie van de behoeften van de mensen, in plaats van de dominante opvatting dat de economie moet zorgen voor zoveel mogelijk materiele of financiële (BNP) groei en dat linkse politiek zich ook in deze doninante visie onderscheidt door via van de economie losgekoppelde sociale maatregelen en progressieve belastingpolitiek die opbrengst meer of minder te herverdelen.
Er is nog geen politieke commons-beweging waarin gezamenlijk wordt opgetrokken en structurele veranderingen worden geëist van de overheid en bedrijfsleven, in plaats van subsidiegeld. Maar potentieel voor zo’n nieuwe coöperatieve beweging is er zeker. En de stad leent zich het beste om deze uitdaging aan te gaan.
In de stad, kortom, kan de politiek opnieuw uitgevonden worden. Uit de instituties, terug naar de buurt, het plein, de agora. Zo kan de nieuwe stedelijke beweging de katalysator van politieke verandering worden die uiteindelijk doordringt naar de nationale en Europese niveaus.
Wat kan het municipalisme ons bieden?
Het municipalisme is een strategie die nieuw elan kan geven aan het links progressief denken, de collectieve participatie van burgers, de zelforganisatie, en ook aan (tegen)machtsvorming op een subnationaal niveau. Er zijn nog tal van dilemma’s die verder moeten worden doordacht, ook voor een partij als GroenLinks.
Bijvoorbeeld de vraag of democratie een doel op zich is (laat zoveel mogelijk burgers participeren en accepteer waar zij voor kiezen) of een middel om grotere gelijkheid, diversiteit, gemeenschappelijkheid of zelfs systeemverandering te bevorderen. Het kan alleen werken als we het municipalisme laden met onze waarden en uitgangspunten. Daarnaast is er de tegenstelling tussen beweging, partij en stadsbestuur: kun je vanuit de politieke en bestuurlijke instituties wel een beweging creëren?
De meeste voorbeelden die hier genoemd zijn, komen voort uit internationale ervaringen, in landen en steden met een heel andere context, politieke cultuur en sociaaleconomische situatie. Daarom moeten we verder doordenken over de toepassing van het algemene municipalistische gedachtegoed op de Nederlandse situatie. Dit verhaal wil daar slechts een eerste aanzet toe zijn. Maar wij zijn er van overtuigd dat de decentrale invalshoek van het municipalisme veel hoopgevende handvatten biedt voor de (systeem)verandering die zo hard nodig is.