In februari sloeg de grootste werkgeversvereniging van Nederland alvast een piketpaaltje richting de formatiegesprekken. Dit is traditie; steevast komt het machtige en invloedrijke VNO een maand voor de verkiezingen met haar visie op de nabije toekomst van ons land.
Het is bemoedigend dat de werkgeversvereniging onder leiding van de nieuwe voorzitter Ingrid Thijssen de kant van klimaat en sociale gelijkheid kiest. Dit geeft hoop voor een groener en eerlijker Nederland.
Maar er zit een addertje onder het gras. Voor de goede verstaander is de boodschap duidelijk: laat het bedrijfsleven bepalen hoe de klimaat- en sociale agenda er de komende vier jaar uit gaat zien, en alles komt goed. Deze visie is allerminst een trendbreuk: ook haar voorgangers drukten Nederland op het hart dat het bedrijfsleven al onze problemen zou oplossen.
Nieuwe regelgeving was niet nodig en zou zelfs alleen maar in de weg zitten; bedrijven zouden op basis van vrijwillige afspraken zorgen voor leefbare lonen en voor de aanpak van klimaatvervuiling.