Koolstofschuld of koolstofkrediet?
Die import stuit op fel protest. “Het is absurd en moreel verwerpelijk om buitenlandse bossen te verstoken voor stadswarmte”, stelt de actiegroep Amsterdam Fossielvrij in een open brief, die ook is ondertekend door een aantal hoogleraren en GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout. Zij vrezen dat de groeiende vraag naar hout voor energieopwekking leidt tot ontbossing en verlies van biodiversiteit in exporterende landen, zoals de Verenigde Staten en Canada.
Bovendien, zo stellen de briefschrijvers, is deze toepassing van biomassa niet klimaatneutraal: “Houtpellets stoten bij verbranding evenveel CO2 uit als kolen. En voordat deze CO2 is opgenomen door nieuwe bomen zijn we decennia verder.” Met andere woorden: er ontstaat een ‘koolstofschuld’ wanneer hout niet in de eerste plaats als grondstof wordt gebruikt, maar met hele bomen tegelijk in de verbrandingsketel belandt. Die schuld wordt slechts langzaam - jaarring voor jaarring - afgelost.
Dat kunnen we ons niet veroorloven nu de gevolgen van klimaatverandering steeds voelbaarder worden, volgens de critici van houtpellets.
Andere wetenschappers vinden de pellets juist onmisbaar voor het halen van onze klimaatdoelen. Zij wijzen op de landelijke duurzaamheidscriteria waaraan exploitanten van biomassacentrales moeten voldoen om subsidie te krijgen voor pelletstook. Dankzij die criteria vormt onze vraag naar biomassa een stimulans voor goed bosbeheer elders.
Boomstammen worden niet snel verwerkt tot pellets, want het is veel lucratiever om deze tot planken te verzagen, betoogt onder meer de Utrechtse hoogleraar Martin Junginger. Ten slotte is van een koolstofschuld geen sprake, zolang het hout geoogst wordt uit productiebossen. Die bomen zijn immers aangeplant om te worden gekapt. Het gaat hier om een opgebouwd ‘koolstofkrediet’ dat wordt verzilverd bij de oogst, aldus Junginger en de zijnen.
Wetenschappers die rollebollend over straat gaan: dat maakt het er voor bestuurders niet makkelijker op. In Diemen kiest GroenLinks-wethouder Jorrit Nuijens de zijde van de critici van houtpellets. Hij schat echter in dat hij de biomassacentrale van Nuon niet kan tegenhouden. Daarom wil hij een convenant sluiten met Nuon over tijdelijkheid van de centrale en over extra duurzaamheidseisen.
Dat die nodig zijn, bewijst energiebedrijf RWE: dat mag in de kolencentrale van Geertruidenberg houtpellets bijstoken, mét subsidie maar zonder keurmerk, omdat de pellets gemaakt zouden zijn van resten uit de houtindustrie, zoals zaagsel. Zonder keurmerk valt deze claim niet te controleren.
Tegelijk wenst Nuijens dat Nuon zijn warmtenet in Diemen uitbreidt. Hij heeft Nuon nodig om van gas los te komen. Het tekent de spagaat waarin wethouders zich bevinden.