Verslag van workshop tijdens conferentie over biomassa

Omdat voertuigen schoner worden, neemt de uitstoot van roet (black carbon), een van de schadelijkste componenten van fijn stof, tussen 1990 en 2030 naar verwachting met meer dan de helft af in de Europese Unie. Maar het aandeel van verwarming door huishoudens in de roetuitstoot neemt toe, van 30 procent in 1990 tot 70 procent in 2030. Dat is vooral het gevolg van particuliere houtstook, aldus de eerste inleider van de workshop, Bert Brunekreef. Hij is hoogleraar milieu-epidemiologie aan de Universiteit Utrecht.

Het verwarmen van woningen met hout veroorzaakt, per geleverde eenheid energie, maar liefst 1250 keer zoveel uitstoot van fijn stof als het verwarmen met aardgas. De uitstoot van stikstofoxiden, die eveneens schadelijk zijn voor de gezondheid, is bij houtstook bijna drie keer zo hoog als bij de verbranding van aardgas.

Er bestaat een duidelijk oorzakelijk verband tussen houtrook en hartaanvallen, zo laat Brunekreef zien aan de hand van een studie uit Canada. Hij haalt in zijn presentatie ook een Australische studie aan, die het verband aan tussen houtrook en sterfte aantoont.

Zelfs als de concentraties fijn stof en stikstofoxiden onder de gezondheidskundige advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie liggen, kan de luchtverontreiniging de gezondheid nog aantasten en tot vroegtijdige sterfte leiden. Er valt dus meer gezondheidswinst te verwachten van verdere verbetering van de luchtkwaliteit, zo benadrukt ook de Nederlandse Gezondheidsraad.

Brunekreef constateert dat onze opvattingen in de loop der tijd veranderen. Roken was aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw nog heel gewoon en geaccepteerd. Dat ligt nu anders. Goede kans dat ook de acceptatie van houtkachels gaat afnemen in de komende jaren.

Maar vooralsnog neemt de particuliere houtstook nog toe. We meten en weten te weinig. In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit wordt alleen langs de snelwegen gemeten. Brunekreef sluit zijn inleiding dan ook af met een pleidooi om de uitstoot van houtkachels gericht te monitoren.

Toenemende gezondheidsklachten

De tweede inleider is Zeeger Ernsting, gemeenteraadslid voor GroenLinks in Amsterdam. Hij geeft uitleg over het Actieplan Schone Lucht, dat het Amsterdamse college van B en W onlangs lanceerde. In zijn presentatie toont Ernsting een grafiek uit dit actieplan, die laat zien dat het verkeer en de passagiers- en pleziervaart in Amsterdam een veel groter aandeel hebben in de luchtvervuiling door fijn stof en stikstofoxiden dan de particuliere houtstook. Het Actieplan Schone Lucht voorziet dan ook in een gefaseerde aanpak waarbij het verkeer en vervoer in de stad tussen nu en 2030 geheel fossielvrij wordt gemaakt.

Naast het verkeer wil Amsterdam ook alle andere bronnen van luchtvervuiling aanpakken, waaronder de uitstoot door verbranding van biomassa, zoals hout. In Amsterdam is het aantal gezondheidsklachten over houtrookoverlast de afgelopen jaren sterk toegenomen. De hoeveelheid fijn stof die vrijkomt bij het verbranden van 1 kilogram hout in een moderne kachel is even groot als de hoeveelheid die vrijkomt bij 350 km rijden in een vrachtwagen. Een flink stokende buur is even slecht voor de gezondheid als een drukke weg voor de deur.

Amsterdam is momenteel bezig met het opstellen van een beleidsnota over biomassa en houtstook. Deze zal eind 2019 verschijnen. Dan start ook een voorlichtingscampagne over verantwoord stoken.

Er is veel commotie in Amsterdam en Diemen over de biomassacentrale die energiebedrijf Vattenfall wil gaan bouwen in Diemen, ten behoeve van het warmtenet van Amsterdam en Almere. Ernsting presenteert cijfers die laten zien dat de bijdrage van deze centrale aan de concentratie fijnstof en stikstofoxiden in de lucht relatief gering zal zijn. De luchtvervuiling in Diemen blijft waarschijnlijk onder de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie liggen, maar de marge is niet groot.

Omgevingswet

De deelnemers aan de workshop zijn het erover eens dat particuliere houtstook ontmoedigd dient te worden. Volgens het ontwerp-Klimaatakkoord gaat het kabinet de subsidiëring van pelletkachels heroverwegen, dat is alvast een goede stap. Maar het ontbreekt aan regelgeving. Daar ligt een taak voor de Tweede Kamer.

Voor gemeenten biedt de komende Omgevingswet, die in 2021 van kracht wordt, perspectief. Deze wet geeft de gemeenten de ruimte om strengere normen vast te stellen voor de lokale luchtkwaliteit. Gemeenten zouden veel baat hebben bij een landelijke norm voor de uitstoot van particuliere houtstook, een norm die ze al naar gelang de lokale omstandigheden kunnen aanscherpen en in hun omgevingsplan opnemen.

Het is vreemd dat de uitstootnormen voor biomassaverbranding minder streng zijn dat die voor afvalverbranding, zo wordt geconstateerd. Er zou meer aandacht moeten komen voor de accumulatie van schadelijke stoffen uit verschillende bronnen. In sommige gemeenten doen bewoners nu hun eigen metingen, in samenwerking met het RIVM.

Er is meer kennis nodig over de motieven van mensen die hout stoken. Doen zij dat omdat ze geen fossiele brandstoffen zoals aardgas willen verstoken, of omdat ze vinden dat houtvuur gezellige warmte geeft? Die kennis is belangrijk voor overheden die mensen bewust willen maken van de nadelen van houtstook en hun gedrag willen beïnvloeden.

Onder leiding van Titia van Leeuwen, voorzitter van het Milieunetwerk GroenLinks, komen de workshopdeelnemers tot een drietal aanbevelingen. Zie daarvoor de conclusies van de conferentie.