Dr. Bertrand Picard was gastspreker op Ecoprocura, de grootste duurzaam inkoopbeurs van Europa, begin oktober in Nijmegen. De Zwitser vloog in 2015 als eerste de wereld rond met een vliegtuig op zonne-energie. Ik was dan ook verbaasd toen ik hem hoorde zeggen: “People who trust in innovation have an excuse to postpone their actions.”

Picard heeft wel gelijk. Het succes van duurzaam bouwen is niet afhankelijk van technologie en innovaties. Dat succes hangt vooral af van ons vermogen om echte keuzes te maken. En dan kunnen we nu al grote stappen zetten op het gebied van circulair en klimaatvriendelijk bouwen. Niet in 2050, niet in 2030. Vandaag.

Heilige graal of grabbelton?

Het begint ermee dat we met zijn allen afspreken wat we eigenlijk bedoelen met ‘circulair bouwen’. Als ik er een willekeurige projectleider van een gemeente, bouwbedrijf of woningcorporatie op aanschiet komen er vooral abstracte omschrijvingen voorbij. In grote lijnen “heeft het alles met hergebruik en recycling te maken”.

Als we niet uitkijken geeft die vage definitie fabrikanten van vervuilende materialen lucht om ze te blijven produceren. “Als ik maar kan aantonen dat mijn product recyclebaar is, dan ben ik onderdeel van de circulaire economie.” Waar eerder het begrip duurzaamheid steeds meer ging lijden aan inflatie, dreigt met circulair bouwen precies hetzelfde te gebeuren. Het resultaat: een grabbelton waar eenieder zijn voordeel uit haalt.

Van nature circulair

Begrijp me niet verkeerd, ik ben een fan van circulair bouwen. Maar om haar echte potentie te benutten is het belangrijk te kijken naar haar oorsprong. Die komt voort uit de situatie dat we grote problemen hadden met grondstofvoorraden die we uitputten, en afval dat zich opstapelde. Niet zo gek, we zijn zo gewend aan ‘fossiele’ materialen als kunststof, staal en beton. Een logische oplossing is het zo lang mogelijk vasthouden van die materialen in onze gebruiksketen door hergebruik of recycling. In het circulaire denken noemen we dat de technologische kringloop. Het opvallende is dat die technische kringloop in de praktijk verworden is tot dé definitie van circulair bouwen.

 

Letters die het woord 'circulair' vormen

Dat er milieuvriendelijke alternatieven zijn voor die fossiele materialen lijken we een beetje te zijn vergeten. Dat is gek, want de circulaire filosofie spreekt naast de technische kringloop immers over de biologische kringloop: de inzet van natuurlijke materialen, die hernieuwbaar zijn en niet leiden tot een giftige afvalberg. Bijvoorbeeld hout, mits natuurlijk gecertificeerd. Omdat biobased materialen dus van nature al circulair zijn, zouden zij het vertrekpunt moeten zijn bij het circulaire bouwen.

Geen woorden maar getallen

‘Duurzaamheid’, ‘circulair’, ‘recycling’, het zijn woorden die we graag en veel gebruiken in onze pogingen milieuvriendelijk te bouwen. Maar het gaat om de getallen. En die tonen aan dat het gebruik van hout niet alleen super-circulair is, maar ook leidt tot de kleinste milieu-impact. W-E adviseurs rekende uit dat consequente toepassing van houtskeletbouw in Nederland leidt tot 24 procent minder CO2-uitstoot in nieuwbouwprojecten. Wordt hout ook eerste keus in andere gangbare toepassingen als kozijnen, deuren en vloeren, dan is zelfs een besparing van 42 procent mogelijk in een sector die bekendstaat om zijn grote impact op het klimaat. Eerdere studies van bijvoorbeeld materiaalgebruik in fietsbruggen en damwanden, veel toegepast door gemeenten en waterschappen, bevestigen dit beeld.

Win-win

Ho, maar wacht eens even! Hout, is daar niet iets mee? Is grootschalige toepassing van hout wel realistisch? En is ontbossing geen levensgroot probleem?

Om met dat laatste te beginnen: dat klopt. Maar we moeten ons wel realiseren dat ontbossing, met name in de tropen, vooral het resultaat is van wat wij in ons winkelwagentje deponeren. Chocolade, wasmiddel, pizza, shampoo en natuurlijk vlees. Bossen worden massaal omgezet in soja- en palmolieplantages en weidegebied voor vee.

Duurzaam bosbeheer daarentegen is een manier om bossen zelf waarde te geven als duurzaam houtleverancier, zodanig dat omzetting in andere functies wordt voorkomen. Op dit moment is 200 miljoen hectare bos wereldwijd FSC-gecertificeerd. Dat bos staat er nog, inclusief alle biodiversiteit en opgeslagen CO2, dankzij onze vraag naar FSC-hout. Het grootste deel van de overige bossen, met name in de tropen, is vogelvrij verklaard.

Feit is dat nog maar 5 procent van de bossen wereldwijd FSC-gecertificeerd is. We hoeven voorlopig niet bang te zijn dat een stijgende houtvraag problemen veroorzaakt aan de aanbodkant. Sterker nog, groei van de vraag naar (gecertificeerd) hout leidt tot meer duurzaam beheerd bos, en dit is hard nodig. Het levert ons bovendien een zeer milieuvriendelijk bouwmateriaal. Een politicus zou zeggen: dat is nou een win-win situatie!

Kiezen voor daadwerkelijke waarde

Stichting Natuur en Milieu oppert om biomassa, inclusief hout, alleen te gebruiken als het binnen onze landsgrenzen wordt geproduceerd. Begrijpelijk. Hout importeren uit Noord-Amerika om onze energiecentrales te stoken leidt tot vragen en onbegrip. Iets anders is het gebruik van gecertificeerd hout uit tropische bossen. Onze vraag naar (FSC-)hout geeft bossen daar juist toekomst. Ik denk dat landsgrenzen of afstand niet bepalend moeten zijn voor de keuze van een grondstof, maar veel meer de waarde die de keuze vertegenwoordigt, bijvoorbeeld in de strijd tegen ontbossing of het behoud van biodiversiteit. Om nog maar te zwijgen van de waarde van de grondstof als circulair, milieuvriendelijk bouwmateriaal.

De uitdaging om onze gebouwde omgeving echt te verduurzamen is reusachtig, misschien wel zo groot dat we geneigd zijn te vluchten in abstracte begrippen en langetermijndoelen. En te vertrouwen op innovaties die de toekomst gaat brengen. Dat is geen goed idee, en ook helemaal niet nodig. Soms liggen oplossingen zo voor de hand dat je ze niet ziet. Als het gaat om duurzaam, circulair bouwen kunnen we enorme stappen zetten als we investeren in ons meest circulaire materiaal. Laat ons oudste bouwmateriaal ook het bouwmateriaal van de toekomst zijn.