Belast P.C. Hoofttractor, niet arbeid
Er is eigenlijk geen goed excuus om ons huidige belastingstelsel maar ongemoeid te laten, vinden Timor El-Dardiry en Paul Teule. Daarom zou in plaats van arbeid, consumptie belast moeten worden.
Het wandelgangenakkoord heeft eindelijk een begin gemaakt met broodnodige hervormingen op de woningmarkt, arbeidsmarkt, pensioenen, zorg en de vergroening van de economie. We wisten al jaren dat de huizenmarkt hapert, dat baanzekerheid werkzekerheid in de weg zit, dat we - gelukkig - steeds ouder worden en steeds meer zorg gebruiken, en dat het huidige economische model de aarde uitput. Gelukkig erkent een meerderheid van de Kamer dat het vanaf nu anders moet.
Dit momentum zouden we moeten aangrijpen om nóg een vanzelfsprekende hervorming op de agenda te zetten: een progressieve consumptiebelasting ter vervanging van de belasting op arbeid. Dat zou goed zijn voor de economie, het milieu en ons sociale welbevinden.
De loonbelasting verstoort de arbeidsmarkt doordat deze de wig tussen loonkosten en nettoloon vergroot. Dat is slecht voor werkgelegenheid en arbeidsparticipatie, en daarmee ook voor de integratie, emancipatie en het opvangen van de vergrijzing. Het is vreemd dat we iets belasten waar we juist zo graag méér van willen zien, en dat we mensen geen keuze laten om met 'beter' gedrag de belasting te ontwijken: de simpelste manier om geen loonheffing te betalen is om thuis op de bank te gaan zitten.
Je kunt de belasting ook via de BTW verschuiven van arbeid naar consumptie. Zo verhoogt het Kunduz-akkoord de BTW van 19% naar 21%. In 2001 steeg deze al van 17,5% naar 19%. Maar dit heeft grote nadelen. Ontwijking en fraude worden steeds aantrekkelijker. EU-landen lopen nu al jaarlijks zo'n 60 tot 100 miljard euro mis door BTW-fraude. Belangrijker nog: de BTW is, in tegenstelling tot de inkomstenbelasting, geen progressieve belasting. Afgezet tegen bruto inkomen is de BTW zelfs sterk degressief: de allerrijksten betalen relatief het minst, de allerarmsten het meest.
Natuurlijk kun je daar voor compenseren door de inkomstenbelasting progressiever te maken (zoals de Kunduzpartijen beloven), maar dat zal slecht uitpakken voor de arbeidsmarkt. Beter is het om een progressieve belasting op consumptie in te voeren. Het werkt simpel: je geeft jaarlijks je inkomen en wat je gespaard hebt door aan de Belastingdienst. Die heft over het verschil - je consumptie - een belasting in oplopende schijven, na aftrek van een heffingsvrij deel.
Het oorspronkelijke idee achter de progressieve consumptietaks, van de Amerikaanse econoom Robert Frank, is dat deze uitgaven belast waar niemand echt beter van wordt. Hoe méér we consumeren, hoe méér we uitgeven aan 'positionele goederen'. Dit zijn producten waarbij het vooral gaat om de exclusiviteit en de sociale positie die ze verschaffen. Denk aan P.C. Hoofttractoren, haute couture, jachten, villa's op toplocaties of de hipste clubs. Als iedereen hier méér aan uitgeeft, blijft de sociale rangorde intact en gaat niemand er dus op vooruit. Er kan er maar één de grootste villa hebben op die ene toplocatie. Voor midden- en lage inkomensgroepen is deze verspillende wedloop zelfs schadelijk, omdat veel schulden worden aangegaan om mee te kunnen doen. Juist deze groepen zijn dus gebaat bij inperking.
Duurzaamheid is ook een reden om vóór te zijn. Stijgende consumptie, vooral van luxegoederen, betekent een grotere ecologische voetafdruk. Gespaard inkomen legt geen beslag op het milieu, en de investeringen die ermee worden gedaan zullen worden verlegd naar duurzamere sectoren. Juist producten die langer meegaan worden aantrekkelijk. Daarnaast kunnen vervuilende producten extra worden belast via de BTW of een speciale accijnsheffing.
Wij zien nog veel méér voordelen in een progressieve consumptietaks. Deze zou bij vervanging van de loonbelasting de werkgelegenheid ten goede komen, onder andere door een verbeterde concurrentiepositie. Een belasting op verspillende consumptie zou sparen stimuleren, hetgeen gezien de hoge particuliere schulden en een inzakkende huizenmarkt goed zou zijn voor de financiële armslag van huishoudens. De overheid kan met zo'n consumptiebelasting ook gerichter anticyclisch beleid voeren. Tijdelijke verlaging van de belasting op consumptie leidt immers sneller tot uitgaven dan verlaging van de inkomstenbelasting. En dan helpt de consumptiebelasting ook nog zwartsparen tegen te gaan: het gaat lonen om aan te tonen dat je spaart, dus de vijf miljard euro aan zwart spaargeld die in het buitenland is gestald, komt weer in beeld bij de fiscus.
Natuurlijk komt veel aan op de uitvoering. De korte termijneffecten op de bestedingen zijn misschien ongunstig, maar je kunt de invoering uitsmeren. En waarschijnlijk zullen consumenten, als ze weten dat zo'n consumptietaks er aan komt, juist nu nog even gaan shoppen. Ook over de hoogte van het heffingsvrije deel en de schijven kun je van mening verschillen.
Maar er is eigenlijk geen goed excuus om ons huidige belastingstelsel maar ongemoeid te laten. Dit stelsel is namelijk een ware ongeluksmachine: oneerlijk, slecht voor economie en milieu, en een onnodige inperking van onze keuzevrijheid. Politici van links tot rechts hebben laten zien dat ze zich samen achter noodzakelijk hervormingen kunnen scharen. Laat hen nu de handen ineen slaan om, met behulp van een progressieve consumptiebelasting, de loonheffing te veranderen in een barbaars relikwie.
Dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant