Aandachtspunten en aanbevelingen

Minder regels, meer flexibiliteit, betere samenwerking tussen overheden, bedrijven en burgers: dat zijn de doelstellingen van de Omgevingswet, die vanaf 2021 een groot aantal wetten op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, bouwen, water en natuur vervangt. De invoering van de Omgevingswet wordt beschouwd als de grootste wetgevingsoperatie sinds 1848.

Een belangrijk instrument van de nieuwe wet is de Omgevingsvisie, waarin het Rijk, provincies en gemeenten elk hun ambities voor de fysieke leefomgeving vaststellen. Een tweede instrument voor gemeenten is het Omgevingsplan, de juridisch bindende uitwerking van de Omgevingsvisie. Het Omgevingsplan zal alle regels voor de leefomgeving omvatten, waaronder de huidige bestemmingsplannen.

Vanuit het perspectief van GroenLinks biedt de Omgevingswet zowel kansen als bedreigingen. Die werden tijdens de raadsledendag geschetst door Liesbeth van Tongeren, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, en Erika Spil, wethouder namens Perspectief 21 in Bunnik. Deze Utrechtse gemeente heeft, samen met twee buurgemeenten, al een Omgevingsvisie opgesteld voor het buitengebied.

Aandachtspunten en aanbevelingen bij de Omgevingswet

Samen met de deelnemers aan de workshop formuleerden Van Tongeren en Spil dertien aandachtspunten en aanbevelingen:

  • Maak in je Omgevingsvisie ruimte voor de energietransitie - met ambitieuze doelen zoals energieneutraliteit of off-grid – en voor de circulaire economie.
  • Borg landschapskwaliteit in je Omgevingsvisie en -plan. Kijk vanuit landschappelijke en natuurwaarden naar vraagstukken rond woningbouw.
  • Informeer hoe je kunt inspreken bij de provinciale Omgevingsvisie. Die wordt nu geschreven.
  • Informeer in je gemeente hoe het staat met de voorbereiding van het Digitaal Stelsel Omgevingswet: is er voldoende budget en deskundigheid, ligt men op schema?
  • Experimenteer als gemeente met een Omgevingsvisie voor een deel van het grondgebied. Betrek alle belanghebbenden - niet alleen omwonenden - bij zo’n pilot.
  • Zorg voor goede spelregels voor participatie van belanghebbenden. Stel kwalitatieve en kwantitatieve eisen aan de inspraak. Initiatiefnemers krijgen van het college van burgemeester en wethouders (B&W) alleen goedkeuring voor hun ruimtelijke plannen als zij kunnen aantonen dat zij aan deze eisen hebben voldaan.
  • Zoek naar nieuwe vormen van participatie om ook praktisch opgeleiden te betrekken bij ruimtelijke plannen.
  • Participatie vergt kaders. Zorg dat de financiële en de wettelijke voorwaarden, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, voor alle betrokkenen duidelijk zijn, om teleurstellingen te voorkomen.
  • Handel bij bestemmingsplanwijzigingen nu al volgens de Omgevingswet, met participatie-nieuwe-stijl.
  • Spreek af dat B&W de gemeenteraad tijdig informeert over afwijkingen van het Omgevingsplan.
  • Bezwaartermijnen worden door de Omgevingswet verkort. Spreek af dat deze niet in een vakantieperiode vallen.
  • Zorg dat je ambtenaren in een andere stand komen te staan: meedenken met initiatiefnemers binnen de kaders van wet, Omgevingsvisie en Omgevingsplan.
  • Ook voor bewoners is de Omgevingswet een leerproces: benut de ruimte voor eigen initiatief, leun niet achterover om pas bezwaar te maken als de gemeente een besluit heeft genomen.

Verder lezen