Europese wetgeving conflictmineralen
Goede intenties genoeg bij de Europese Unie, die in 2017 de zogeheten conflictmineralenwetgeving invoerde. Onder deze wet moeten Europese importeurs van de ruwe grondstoffen tin, tantaal, wolfraam en goud nagaan of zij met hun inkopen bijdragen aan conflict en mensenrechtenschendingen elders in de wereld. Zo wil de EU voorkomen dat zij met het importeren van grondstoffen gewapende conflicten en mensenrechtenschendingen elders financiert. Een probleem is dat de wet, die op 1 januari 2021 van kracht wordt, alleen geldt voor de importeurs van de genoemde ruwe grondstoffen boven een bepaald jaarlijks volume. Volgens cijfers van de Europese Commissie is dit minder dan 1 procent van het totaal aantal bedrijven dat deze vier mineralen gebruikt. Daarnaast zijn er nog vele andere grondstoffen die níet onder de wet vallen, zoals kobalt en koper, die ook veel ellende veroorzaken in Afrika.
Respect voor mensenrechten door alle bedrijven
De conflictmineralenwet is dus een stap in de goede richting, maar een nog betere oplossing zou een wet zijn die voor alle bedrijven in alle sectoren geldt. Zo voorkomen we niet alleen dat gewapende conflicten worden gefinancierd door Europees geld, maar ook dat andere schrijnende mensenrechtenschendingen mede-mogelijk worden gemaakt door Europese productie en consumptie. Mineralen zijn niet de enige grondstoffen die gretig aftrek vinden in Europa. In de producten die wij dagelijks dragen en gebruiken, zitten ook grondstoffen zoals katoen of palmolie. In al deze productieketens is nog steeds sprake van vreselijke werkomstandigheden voor miljoenen mensen en vervuiling van de natuur. Nederlandse bedrijven dragen wereldwijd bij aan werkgelegenheid en bijvoorbeeld ook technische oplossingen voor klimaatverandering. Helaas hebben deze bedrijven ook vaak direct en indirect via hun internationale ketens een negatieve impact op mens en milieu. Hoewel kleine stappen gemaakt worden, blijft doorslaggevende actie uit.
Dichtbij een oplossing
Afgelopen jaar kwamen we heel dicht bij een oplossing. Onder leiding van minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) werd het Nederlandse beleid voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) herzien. De verwachting was dat de minister Nederland naar een koploper-positie zou tillen op het gebied van internationaal verantwoord ondernemen. Dat ze net zoals Frankrijk en Duitsland ook nationale wetgeving zou introduceren die bedrijven verplicht om mens en milieu te respecteren wereldwijd. Niet alleen voor een bepaald aantal importeurs van vier ruwe grondstoffen maar voor alle bedrijven, in alle sectoren. Zover kwam het helaas niet. Na veel wikken en wegen en onderzoeken waaruit bleek dat Nederland zeker niet op de huidige weg door kan gaan, besloot Nederland om de verantwoordelijkheid door te schuiven naar de Europese Unie en in Brussel te pleiten voor zo'n wet.
Oproep voor Nederlandse wetgeving
Het is heel goed dat Nederland eindelijk de stap neemt van vrijblijvende en vrijwillige maatregelen naar meer verplichting. Maar als slechts één van de 27 Europese lidstaten die wat te zeggen hebben in de Unie, kan Nederland niet garanderen dat er daadwerkelijk spoedig een ambitieuze wet komt. De conflictmineralenwet werd in 2014 voorgesteld en wordt nu zeven jaar later pas van kracht. Een nieuwe Europese wet zou waarschijnlijk een soortgelijk tijdpad volgen. De gemeenschappen die dagelijks gebukt gaan onder de mensenrechtenschendingen kunnen niet langer wachten. Daarom pleiten wij bij ActionAid samen met meer dan 100 organisaties en bedrijven vóór brede Nederlandse wetgeving die ervoor zorgt dat alle bedrijven de problemen in productieketens rondom mensenrechten en het milieu verder aanpakken. Zo hoeven gemeenschappen in landen als Oeganda, Burundi en DR Congo niet langer te lijden onder onze productie en consumptie en zo kunnen we met gerust hart onze laptops, T-shirts en mobiele telefoons kopen.