Column Robbert Bodegraven

Lubbers is de politieke geschiedenis ingegaan als crisispremier. Begin jaren tachtig had Nederland torenhoge werkloosheid en weinig inkomsten. Dat gaat niet goed samen en Lubbers werd het opperhoofd van grootscheepse bezuinigingen. Het beleid heette ‘nieuwe zakelijkheid’, het motto was ‘no nonsens’. Als politicus met ondernemersbloed liet Lubbers zich adviseren door CEO’s. De uitkomst werd verdedigd als rationeel en onvermijdelijk. Politieke strijd werd vermeden, dat zou maar ophouden en kiezers kosten.

Robbert Bodegraven
Robbert Bodegraven

Dat was toen. Nu zitten we opnieuw in een crisis. Groter en ingrijpender dan die van de jaren tachtig. En die was al ernstig. Dat ik aan Lubbers denk komt door die crisis, maar vooral ook door de politieke behendigheid waarmee hij Nederland toen leidde. Zijn feilloze intuïtie om politieke strijd te ontlopen. Die heeft onze huidige premier vast van hem afgekeken.

Deze keer zijn het niet de CEO’s en topambtenaren, maar een Outbreak Management Team dat de regering adviseert. Het is een kleine groep experts, allemaal voortreffelijke mensen, daar niet van. Zij bepalen met elkaar wat de beste strategie is. Scholen open, scholen dicht, anderhalvemetersamenleving, dat werk. Wat Rutte Lubbers zo knap nadoet is het depolitiseren van beleid in crisistijd. Technocraten en andere niet gekozen experts kiezen een strategie, de regering volgt. Daarmee lijkt het alsof er slechts een verstandige uitweg uit de crisis is. Alsof er niets te kiezen is. No nonsens, de experts hebben gelijk.

In werkelijkheid zijn de experts verdeeld. Er zijn wel degelijk keuzes te maken. Keuzes die gemaakt moeten worden door gekozen politici. Na een  democratisch debat. Natuurlijk, de eerste dagen van een crisis vragen daadkrachtig optreden, gecentraliseerde besluitvorming zelfs. Maar de eerste dagen zijn voorbij. En naast verdeelde experts zijn er nu van mening verschillende politici. Niet alleen over de juiste quarantaineregels. Welke industrie wordt gered (oud fossiel of duurzaam nieuw)? Welke lessen trekken we uit de crisis (bezuinigingen publieke sector of niet)? Hoe vrij mag globalisering zijn (gecentraliseerde productie in lage-lonenputjes of spreiding)? Het antwoord op die vragen bepaalt het beleid, en dus onze toekomst. De politiek is aan zet, hoe sneller hoe beter.

We zagen in de jaren tachtig hoe met het leunen op experts een rookgordijn voor politieke besluiten werd opgetrokken. We zien nu hoe Rutte III het debat ontloopt onder het mom van crisismanagement. Depolitisering in tijden van crisis helpt de zittende macht. Maar het is slecht voor de democratie. Daarom graag vanaf nu weer: politieke strijd.