Nederland wil circulair zijn in 2050. Een circulaire economie draait niet alleen op schone energie, maar houdt ook grondstoffen in kringloop. De keten van productie en consumptie is gesloten. Grondstoffen gaan niet langer verloren als afval of vervuiling. Er zijn geen minerale of fossiele delfstoffen meer nodig. Biogrondstoffen keren, na gebruik, veilig terug in natuurlijke kringlopen.[1]
Hoe leven, wonen, werken en consumeren we in een circulaire economie? Om die vraag te beantwoorden, werkt Wetenschappelijk Bureau GroenLinks aan een scenario voor een circulair Nederland in 2050. We halen ideeën op bij experts en geïnteresseerden. We toetsen die ideeën op haalbaarheid en wenselijkheid. We combineren ze tot een toekomstbeeld, in leesbare taal. Aan dit scenario koppelen we tenslotte een politieke agenda, met de stappen die we vanaf nu moeten zetten om tot een economie van gesloten kringlopen te komen.
De wenselijkheid van een toekomstbeeld wordt bepaald door de waarden die we koesteren. In dit scenario zetten we duurzaamheid centraal: mensen hier, elders en straks hebben een gelijke aanspraak op kwaliteit van leven, binnen de grenzen van de draagkracht van de aarde. De andere waarden die we voor ogen houden zijn deels verbonden met duurzaamheid: de veerkracht van natuurlijke en menselijke systemen, menselijke waardigheid, zoals beschermd door de universele mensenrechten, en solidariteit. We erkennen tenslotte de intrinsieke waarde van de levende natuur, los van haar nut voor de mens.
Update
Een geactualiseerde versie van dit voedselscenario staat in de bundel Circulair samenleven in 2050 - Op zoek naar brede welvaart in een circulaire economie (2020).
Voedsel
We eten in 2050 zonder de bijsmaak van dierenleed en milieuvervuiling. De eiwittransitie is voltooid. De gemiddelde Nederlander consumeert nog maar tien gram dierlijke eiwitten per dag. Eiwitten uit plantaardige bron domineren ons menu.[2] De productie daarvan vergt veel minder land, water, nutriënten en energie dan de productie van dierlijke eiwitten. Zo sparen we natuurlijke hulpbronnen.
Deze verandering van spijs is geen offer: het aanbod van supermarkten en bezorgdiensten bevat een keur aan plantaardige vervangers voor vlees, zuivel en eieren. Die bieden evenveel smaak en alle voedingsstoffen die ons lichaam nodig heeft.
De tijd van de kiloknaller is voorbij, maar liefhebbers van vlees hebben nog steeds ruime keus: vlees uit de kringlooplandbouw, kweekvlees en insectenvlees; vis uit zeeën en rivieren – duurzaam gevangen en pijnloos gedood – of uit viskwekerijen die aan strikte dierenwelzijns- en milieu-eisen moeten voldoen.
Gezond voedsel is de gemakkelijkste en goedkoopste keuze voor de consument. De toevoeging van vet, suiker, zout en fosfaat aan voedingswaren is bij wet beperkt. Etiketten verschaffen duidelijkheid, dankzij een stoplichtsysteem: groen voor de gezondste producten, rood voor de minst gezonde. Fabrikanten van ‘rode’ producten betalen meer belasting; groenten en fruit zijn belastingvrij.
In sommige keukens is de magnetron verdrongen door de 3D-voedselprinter. Die biedt gemak en variatie. Maar veel mensen koken nog zelf, voor het plezier of omdat ze herkenbare gewassen willen eten. De koelkast is slim geworden: hij waarschuwt bijvoorbeeld welke levensmiddelen dreigen te bederven.