Huis-tuin-en-keukeneconomie
Economenblad ESB heeft dit najaar extra aandacht besteed aan de productiviteitscrisis. Het blijkt dat de IT-industrie in Sillicon Valley over haar hoogtepunt heen is. Zo geldt de Wet van Moore niet meer: de verdubbeling van de kracht van een chip duurt niet meer twee maar vier tot acht jaar. In de VS zijn daarnaast het aantal startups, de inzet van durfkapitaal en het aantal snelgroeiende bedrijven na de eeuwwisseling fors gedaald.[3] In de tijd dat we onze mechanische schrijfmachine inruilden voor een PC en daarna e-mail en internet erbij kwamen, leverde de informatietechnologie nog een significante bijdrage aan onze productiviteit. Een update van Windows 8 naar Windows 10 voegt echter niet zoveel extra’s toe. Onderzoek laat zien dat in de VS, Canada, Japan en West-Europa de bijdrage van informatietechnologie aan de productiviteitsgroei sinds 2005 sterk is gedaald.[4] Kortom, de revolutie uit Silicon Valley stelt niet meer zo veel voor. Ze zijn daar dan wel met kunstmatige intelligentie bezig, maar het betekent weinig voor de productiviteit in onze dagelijkse huis-tuin-en-keukeneconomie.
‘Voor jou tien anderen!’
Een economie kan maar op twee manieren groeien: of méér uren werken of productievere uren werken. Als we niet productiever worden, moet de groei dus vooral uit meer uren komen. Dit betekent dat economische groei arbeidsintensiever wordt: voor ieder procent groei van het Nationaal Product zijn veel meer extra arbeidsuren nodig dan vroeger. Samen met de vergrijzing zorgt dit ervoor dat de arbeidsmarkt de laatste jaren geleidelijk aan krapper wordt, want er is meer vraag naar arbeid – en dus naar werknemers.
Deze groeiende krapte vergroot de onderhandelingsmacht van de factor arbeid. In de afgelopen veertig jaar heeft een structureel hoge werkloosheid de vakbeweging altijd weer in het defensief gedrongen en de verrechtsing van de politiek bevorderd. Met de voortdurende productiviteitscrisis is dit aan het veranderen: er zitten steeds minder werkloze mensen op de reservebank. Werkgevers komen er in steeds mindere mate mee weg door te zeggen: ‘Voor jou tien anderen!’
Linkse Lente
Als de vakbeweging dit slim oppakt, is er hoop voor de werkende armen en het leger flexwerkers. De krappe arbeidsmarkt betekent dat de vakbeweging nu in het offensief kan gaan en iets kan eisen: schaarste betekent immers dat men hogere prijzen kan vragen. Mochten hogere looneisen tot hogere investeringen in arbeidsbesparende technologie leiden, dan is dat mooi meegenomen voor de productiviteitsgroei. Dit kan ook her en der banen kosten. Maar in een krappe arbeidsmarkt kunnen we dat hebben. Bovendien is het probleem van arbeidsbesparende technologische vooruitgang in het verleden redelijk opgelost met kortere arbeidstijden.
Recente ontwikkelingen van de Nederlandse vakbeweging laten dit zien: het CNV heeft het thema arbeidstijdverkorting weer op de agenda gezet en de FNV streeft naar een minimumloon van 14 euro per uur. De productiviteitscrisis vráágt om een Linkse Lente.