Valse dilemma's
Hoe kleiner de club, hoe groter het belang van heldere keuzes. Sinds de verkiezingsnederlaag bezint GroenLinks zich op haar groene en linkse koers. Het moge duidelijk zijn dat duurzaamheid in het DNA van GroenLinks zit. Maar welk geluid past daarbij, nu andere partijen ook groene plannen lanceren en de Partij voor de Dieren een diep donkergroen verhaal vertelt? Moet GroenLinks kiezen tussen een optimistisch verhaal van 'groene groei' of een pessimistisch betoog van 'economische krimp'? Moeten we 'realistisch groen' worden of 'idealistisch groen'?
Volgens mij zijn dit valse dilemma's. Het groene verhaal van GroenLinks moet zeker gestut worden door een sterk economisch en fiscaal verhaal én een dwingende ecologische noodzaak - maar het moet mensen vooral raken.
De baslijn
Duurzame ideeën heeft GroenLinks volop. Sinds haar oprichting vertelt GroenLinks een waterdicht economisch verhaal dat gebaseerd is op het verschuiven van belastingen. Dit verhaal gaat als volgt: werken is goed en vervuiling is slecht, de vervuiler gaat betalen en de vergroener verdienen. GroenLinks heeft daarmee al heel vroeg het marktmechanisme en het belastingsysteem omarmd als middelen om haar idealen in de praktijk te brengen.
Ook dit jaar schoot GroenLinks twee keer raak: de belastingvergroening (zoals de kolentaks) uit het lenteakkoord tot de gunstige doorrekeningen van het verkiezingsprogramma door het CPB. Fiscaal heeft GroenLinks haar zaakjes op orde, zoveel is zeker.
Ook het verhaal dat voorafgaat aan de noodzaak van een ander belastingstelsel heeft GroenLinks in de vingers. Dan wordt er verteld over de echte prijs van vooruitgang: de verborgen kosten van onze dagelijkse activiteiten - van vliegen tot vlees tot de metalen in onze iPhones.
En de noodzaak van nieuwe maatstaven voor groei begrijpen we ook feilloos - van Femke Halsema's visie op 'Bruto Nationaal Geluk' tot Jesse Klaver's recente eloquente pleidooi voor een breder welvaartsbegrip tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen: "groei heeft geen maatschappelijke waarde als tegelijkertijd natuur en diersoorten verdwijnen, mensen uitgesloten worden van de arbeidsmarkt, kinderen opgroeien in armoede, de kwaliteit van het onderwijs achteruit holt of de tolerantie in de samenleving verdwijnt."
Deze verhalen - van een groen belastingstelsel tot breder welvaartsbegrip - vormen de groene basis van GroenLinks. Het is eigenlijk de baslijn van het groene lied dat GroenLinks al jaren ten gehore brengt. Aan bassisten geen gebrek bij GroenLinks.
Het slagwerk
Maar er zijn meer muzikanten nodig voor een geslaagde muzikale compositie. Het slagwerk bijvoorbeeld: de kansen en vergezichten voor burgers en bedrijfsleven. Van de voordelen van isolatie en zonnepanelen voor burgers tot de strategische kansen voor grote bedrijven die tijdig de tijdsgeest aanvoelen.
Unilever, DSM en Philips kunnen de vruchten plukken van een duurzame koers wanneer ze tijdig inspelen op toenemende schaarste en grotere politieke en maatschappelijke weerstand tegen klimaatverandering. Burgers kunnen door hun huizen te isoleren, zich aan te sluiten bij energiecoöperaties en het installeren van zonnepanelen direct meedoen aan de energietransitie. Het einddoel? De transformatie van een vieze en inefficiënte wederopbouweconomie naar een duurzame en zuinige economie.
Een circulaire economie dus, vrij van fossiele brandstoffen, efficiënt en elegant, in harmonie met de draagkracht van de aarde. Dit zijn de dwingende drums die de muziek ritme geven. Ook deze drums weet GroenLinks steeds beter te bespelen: er worden bruggen naar het bedrijfsleven gebouwd en de contouren van een circulaire economie worden steeds beter zichtbaar. Maar dan nog heeft GroenLinks de zaal niet plat gespeeld! De oplossingen kunnen niet alleen technologisch, fiscaal of financieel zijn - ze zijn ook psychologisch en filosofisch van aard.
De melodie
Want ten slotte - en hier zit geloof ik de crux voor GroenLinks de komende jaren - komt het aan op de melodie: het wijsje dat je aan het einde van de dag onthoudt. Het deuntje dat in je hoofd blijft zitten en er niet meer uitgaat. C'est le ton qui fait la musique. Deze melodie is het minst tastbare maar het meest aansprekende: het is de visie van GroenLinks op een geslaagd leven, hoe we met elkaar omgaan, wat voor ons van waarde is.
De economie is namelijk niet een systeem dat los van mensen bestaat, maar wordt gestuurd door onze voorkeuren. Ons economisch gedrag is het resultaat van wat wij belangrijk vinden. Ik zal hier een kleine melodische voorzet doen.
Er zijn namelijk een aantal trends te bespeuren waar GroenLinks bij kan aanhaken. Een trend die al een eeuw gaande is - minder werken en meer vrije tijd - is een aanknopingspunt voor het hele verkiezingsprogramma van GroenLinks. Tijdrijkdom in plaats van enkel financiële rijkdom.
Als vrije tijd meer gewaardeerd wordt - en dit is een culturele omslag voor een calvinistisch volkje - neemt het ritme van consumptie vanzelf af, omdat er minder verdiend wordt en dus minder op de markt gekocht kan worden. Vrouwen krijgen eindelijk dezelfde kansen als mannen omdat het machismo van lange werkweken verdwijnt en kinderen krijgen niet langer een onoverkomelijke hindernis vormt voor een geslaagde loopbaan.
We zullen creatiever worden met wat we al bezitten. Het is een leven waarin mensen minder werken en meer tijd hebben voor vrienden en familie en gezin, waarin een groene gezonde omgeving belangrijker is dan een groot huis met parkeerplaatsen, waarin uitstekende scholen voor iedereen toegankelijk zijn en een creatief en leven rijk aan ervaringen hoger gewaardeerd wordt dan bezit.
We gaan op nieuwe manieren ons leven inrichten. Minder eten verspillen, minder spullen weggooien, meer repareren en ruilen. Minder kantoorarbeid, meer met je handen werken, meer vakmanschap. Minder binnen zitten, meer buiten doen. Minder medicijnen slikken, meer sporten. Een socialer leven, meer samenredzaamheid en minder afhankelijk van markt en staat. Meer vrije tijd en meer tijd voor elkaar.
Samen de baas zijn in coöperaties. Samen onze eigen economie maken en grote bedrijven het nakijken geven. De nadruk komt te liggen op immateriële en psychologische groei. Musiceren, sporten, leren en lezen - kortom alles waar geen geld, grondstoffen of olie aan te pas komt - winnen aan belang.
Hedonisme
Het zijn verhalen, of wijsjes, die teruggaan op Epicurus. Deze Griekse wijsgeer uit de vierde eeuw voor Christus was pleitbezorger van het hedonisme: zijn visie op het goede leven betrof matigheid - niet omdat het goed was voor het milieu, maar omdat het goed was voor de ziel. Hij zag in dat het in het leven niet draait om het maximaal vergaren van bezit, maar om 's avonds goed te eten met vrienden of familie. Het zijn verhalen waar nog steeds iedereen zich toe kan verhouden.
Dit betekent niet dat de discussie over groei, krimp, of groene groei niet gevoerd moet worden. Werkgroep na werkgroep, rapport na rapport moeten GroenLinksers zich blijven buigen over de delicate nuances van het feed-in-tarief, en de degens kruisen over verstandig macro-economisch beleid. Dat voortschrijdend wetenschappelijk inzicht is van belang voor het nemen en verantwoorden van verstandige beslissingen. Maar begrijp wel dat dit slechts de baslijn en de drums zijn.
Politiek bedrijven met vier zetels betekent vooral ook inspireren. Alleen de melodie blijft hangen als de muziek voorbij is. En als mensen eenmaal mee gaan fluiten, dan volgen de zetels vanzelf.