Interview met Philipp Pattberg
In het Antropoceen is er eigenlijk niets nieuws onder de zon. De mens heeft zijn omgeving altijd al veranderd. Kleding, gebouwen, technologie, taal, het zijn allemaal instrumenten waarmee de mens ingrijpt in de natuur. Maar, stelt Philipp Pattberg, de schaal waarop wij mensen invloed uitoefenen op de natuur is vele malen groter geworden. En die schaalvergroting heeft consequenties voor politiek beleid.
Pattberg: 'De uitdaging is om te komen tot een effectieve en rechtvaardige vorm van beleidsvorming waarin de diversiteit van de mensheid wordt erkent. Dit vraagt om lokale actie, maar ook om mondiaal beleid. De onderlinge afhankelijkheid van lokaal en mondiaal handelen komt sterk naar voren in het Antropoceen. Gelukkig hoeven ze niet op gespannen voet met elkaar te staan. We zien in het milieubeleid steeds vaker vormen van zogenaamd multilevel beleid.'
Bottom-up benadering voor concrete politiek
De Duurzame Ontwikkelingsdoelen die de Verenigde Naties hebben geformuleerd voor 2030 zijn volgens Pattberg een goed voorbeeld van zo'n multilevel beleid. 'Deze doelen dienen als richtsnoeren voor het opstellen van concrete agenda’s voor duurzame ontwikkeling op lagere niveaus. Daarbij gaat het erom wat landen zelf doen. Nederland kan zich er dus niet vanaf maken door geld te geven voor armoedebestrijding in Burkina Faso, maar moet ook aan duurzame ontwikkeling in eigen land werken.'
'Dat is een aanpak die goed past bij GroenLinks: het gaat er niet om dat wij ons eerst zelf ontwikkelen en dan aan andere landen uitleggen hoe het moet, maar dat iedereen zich afvraagt wat hij of zij kan bijdragen aan duurzame ontwikkeling – ook op lokaal niveau en op specifieke beleidsterreinen. Zo’n bottom-up benadering is een goede manier om mensen te betrekken bij beleid en om de vertaalslag te maken van de abstracte vraagstukken van het Antropoceen naar concrete politiek.'