Je schrijft nu dik twee jaar artikelen over het kapitalisme. Waar komt die fascinatie vandaan?

“Die is eigenlijk al heel lang geleden begonnen. Als kind wilde ik heel graag miljonair worden. Ik had Flodder in Amerika gezien en ik was helemaal weg van de limousines, de villawijken en de glimmende wolkenkrabbers. Op mijn elfde ben ik toen begonnen met handelen op de beurs. Ik begon steeds meer het financiële nieuws te volgen en keek allerlei nieuwskanalen die doordrenkt waren van kapitalistisch fundamentalisme. Vooral voor de crash van 2008 zat dit geloof nog heel diep. Dit was hoe de wereld werkte en iedereen die het tegendeel beweerde was een naïeve sukkel, was mijn idee.

“Toen kwam de crash van 2008. Ik verloor duizenden euro's en moest gaan werken als afwasser, als schoonmaker en later in een callcenter om mijn geld te verdienen. In die tijd had ik ook veel discussies over het kapitalisme met een vriend. Via hem ben ik toen een reeks boeken gaan lezen over het kapitalisme, zoals Ill fares the land van Tony Judt en De Utopie van de vrije markt van Hans Achterhuis. Eigenlijk ontstond toen de echte twijfel over het kapitalisme. Vanaf dat moment ben ik alleen maar door blijven lezen.”

Sjors Roeters
Sjors Roeters. Foto: Nick Helderman

Dus je bent echt via boeken tot andere ideeën gekomen?

“Mijn twijfel groeide natuurlijk ook door andere ontwikkelingen in de wereld: de klimaatcrisis, de extreme ongelijkheid, de ondermijning van vertrouwen in de samenleving, de toenemende armoede, gezondheidsproblemen, al die dingen. Na een tijdje begon ik er patronen in te zien. In alle grote maatschappelijke problemen speelt kapitalisme een rol. Misschien niet de hoofdrol – want het is altijd een combinatie van verschillende factoren – maar wel een hele belangrijke rol. En zo is mijn zoektocht naar alternatieven begonnen. Want als kapitalisme een centrale rol speelt in al onze problemen, dan moeten we alternatieven bedenken.”

Hoe reageren mensen als je vertelt over die zoektocht?

“Dat is heel grappig. Je merkt dat onze samenleving het heel erg waardeert als je creatief bent, als je out of the box denkt. Maar zodra je over het kapitalisme begint, schrikken mensen vaak terug. Daar willen ze gewoon niet over nadenken. Ik vind dat een grappige reflex. Ik krijg dan ook wel eens opmerkingen over mijn vak als journalist, dat ik niet over het kapitalisme hoor te schrijven, want ik hoor neutraal te zijn. Dus het bevragen van het dominante systeem is per definitie ideologisch, maar het kritiekloos accepteren van dit systeem niet? Dat vind ik heel bijzonder.”

Wat is het kapitalisme volgens jou?

“Het kapitalisme bestaat niet in één duidelijke vorm. Het is een dynamisch systeem dat op veel verschillende manieren voorkomt. Neem bijvoorbeeld Mondragón. Dat is een federatie van werknemerscoöperatieven in Baskenland waar ik over heb geschreven. De werknemers zijn samen eigenaar van het bedrijf. Dit kun je zien als een non-kapitalistische onderneming, want één van de belangrijkste kenmerken van het kapitalisme is de scheiding tussen arbeid en kapitaal. Die scheiding bestaat niet in dit bedrijf, want de arbeiders beheersen het kapitaal. Tegelijkertijd opereert Mondragón wel als een kapitalistisch bedrijf in de zin dat het netjes de hoofddoelstelling van het kapitalisme volgt: het streven naar oneindige groei en waardevermeerdering.”

Is dat dan een definitie van het kapitalisme? Een systeem dat draait op de wens van mensen om hun kapitaal te vermeerderen?

“Die eindeloze groeidrang is zeker de kern van het kapitalisme. Het is alleen niet per se iets dat veel mensen écht willen, het zit veel meer ingebouwd in het systeem. Kijk bijvoorbeeld naar landen als Japan of Italië, daar heb je al heel lang geen echte groei van de economie maar vooral een steeds verder uitbreidende schuldenberg. Die schuldenberg dwingt landen vervolgens om nog verder te groeien, al is het alleen maar om de rente af te kunnen betalen. Dit is dus niet per se een streven naar groei dat voortkomt uit de wens van mensen zelf.

“ Ons pensioenstelsel jaagt op groei en is niet los te koppelen van alle ellende in de wereld ”

“Een ander voorbeeld is ons pensioenstelsel, dat is ook een enorme aanjager van onze jacht op groei. We hebben onze oudedagvoorziening afhankelijk gemaakt van bedrijfswinsten. De hoogte van die winsten is alleen weer afhankelijk van de hoeveelheid natuur die bedrijven annexeren en van de hoeveelheid mensen die zij uitbuiten. Ons pensioenstelsel jaagt zo op groei en is niet los te koppelen van alle ellende in de wereld. Als je individuele burgers vraagt of zij dit een goed idee vinden, zullen de meesten hiertegen zijn. Maar toch gebeurt het. Het zit gewoon ingebakken in het systeem.”

Oké, dit is misschien onderdeel van het systeem, maar wij zijn als mensen wel gewoon verantwoordelijk, toch?

“Tja, dat blijft voor mij een lastige vraag. Marx zei hier volgens mij over dat je niet naar individuele mensen moet kijken maar naar het systeem. Ik ben het daar wel mee eens. We bekritiseren, denk ik, te vaak individuele mensen, terwijl we vooral het systeem moeten aanpakken. Tegelijkertijd zijn het natuurlijk wel mensen die het systeem maken. Waar je de verantwoordelijkheid precies legt, dat blijft ook voor mij zoeken.”

Over die zoektocht heb je zelfs een stuk geschreven.

“Ja, klopt, dat stuk heb ik geschreven vanwege een reactie die ik veel krijg op mijn stukken. Ik schop in die stukken namelijk wel aan tegen het kapitalisme, maar ondertussen loop ik ook gewoon met een iPhone in mijn zak, luister ik muziek via Spotify en schrijf ik die stukken op een MacBook. Dat vinden mensen hypocriet. Het is een vorm van argumenteren die sowieso vaak wordt gebruikt om kritiek te neutraliseren. Je mag geen kritiek hebben op het systeem als je er zelf onderdeel van bent.”

Krijg je dit verwijt echt zo vaak?

“Jazeker. Blijkbaar is het hele verhaal van de econoom Mariana Mazzucato nog niet echt ingedaald bij mensen. Zij laat in haar boek De ondernemende staat heel overtuigend zien dat vrijwel alle technologische vooruitgang in onze samenleving, dus ook onze laptops en telefoons, het resultaat is van publieke investeringen. Het is dus niet zozeer het kapitalisme waardoor deze producten zijn ontstaan.

“Maar dat is niet mijn belangrijkste probleem met deze kritiek. Mijn belangrijkste argument tegen deze manier van denken komt voort uit een boek van de filosoof Frank Meesters,  Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen. In dat boek laat hij heel mooi zien hoe ons denken nooit helemaal sluitend is. Alle manieren waarop wij de wereld als mens proberen te ordenen zitten vol met inconsequenties, van de kwantumtheorie tot de grote filosofische scholen. Zijn conclusie is dan ook dat er geen enkel coherent systeem bestaat, er is geen enkel wereldbeeld dat volledig lijkt te kloppen.

“Als je die conclusie verbindt aan onze houding tegenover het kapitalisme, dan lijken we dus het onmogelijke als voorwaarde te stellen om kritiek te mogen uiten op het systeem. Dus ja, ik zit altijd in tweestrijd omdat ik onderdeel ben van het systeem en er geen coherent alternatief voor heb, maar dat betekent niet dat ik er geen kritiek op mag hebben.”

Laten we naar die kritiek gaan. Wat is voor jou persoonlijk een sprekend voorbeeld van het doorgeslagen kapitalisme?

“Dat is voor mij wel de journalistiek. Waarom hebben wij in hemelsnaam één van de hoekstenen van onze democratie tot een commerciële onderneming gemaakt? Waarom hebben we toegestaan dat miljardairs onze kranten opkopen? Het hoofddoel van veel kranten is nu om de winst te maximaliseren voor miljardairs. Het betekent zoveel mogelijk clicks en zoveel mogelijk abonnees. Dat komt de journalistiek echt niet ten goede. Een beter model is dat van de Britse krant The Guardian; daarbij is de krant eigendom van een onafhankelijke stichting. Zoals die oprichter van Patagonia die zijn bedrijf onlangs heeft gedoneerd aan een stichting met als enige aandeelhouder moeder aarde.“

Die link met de ondermijning van onze democratie is heel interessant. Veel mensen hebben juist het idee dat kapitalisme en democratie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hoe kijk je daarnaar?

“Ja, dat is een fascinerende associatie. Het is een beeld dat, denk ik, stamt uit de Koude Oorlog, de communistische dictatuur tegenover het democratische, kapitalistische Westen. Die koppeling tussen kapitalisme en democratie is bij mensen blijven hangen. Het beeld dat kapitalisme per definitie democratisch zou zijn.

“Maar laten we het eens uit elkaar trekken. Als je kijkt naar ons politiek systeem dan leven wij inderdaad in een democratie. Maar als je kijkt naar onze economie dan is dat helemaal niet het geval. Onze economie is autoritair georganiseerd. We komen op ons werk en we moeten doen wat de baas zegt. Veel mensen hebben niks in te brengen op het werk. De gemiddelde werkvloer is een perfect voorbeeld van het feit dat het kapitalisme in zijn pure vorm per definitie autoritair is.

“ Het beeld dat kapitalisme en democratie intrinsiek bij elkaar horen is echt een illusie ”

“Behalve naar de werkvloer kan je ook kijken naar andere landen. Neem bijvoorbeeld het postcommunistische Rusland of Qatar, die landen zijn kapitalistisch tot op het bot maar het zijn zeker geen democratieën. De Verenigde Staten zijn ook een goed voorbeeld. Steeds meer politicologen stellen dat de Verenigde Staten geen democratie meer zijn omdat de politiek er is opgekocht door het grote geld. Het beeld dat kapitalisme en democratie intrinsiek bij elkaar horen is echt een illusie.”

Maar hoe kan het dat die illusie in stand blijft?

“Ik denk toch door dat trauma van de Koude Oorlog. Je ziet dit denken ook minder bij jonge mensen. Marx is bijvoorbeeld steeds populairder binnen onze generatie. Voor oudere generaties blijft het een heel moeizaam proces om de oude associaties los te laten. Thomas Piketty, geboren in 1971, opgegroeid in de Koude Oorlog, is een mooi voorbeeld van hoe het wél kan. In een recent essay, getiteld Long live participatory socialism!, beschrijft hij hoe ook hij opgegroeide met het idee dat socialisme inherent is verbonden aan dictatuur, terwijl kapitalisme onlosmakelijk bij de democratie hoorde. Alleen doordat hij zich jarenlang op de bestudering van het kapitalisme heeft geworpen, is hij er gaandeweg achter gekomen dat socialisme en democratie wel degelijk samen kunnen gaan. Dat het zoveel inspanning kost om zelfstandig tot dit inzicht te komen laat zien hoe diep die associaties in ons denken zijn geworteld.”

Piketty focust zich in zijn essay op democratisering en zeggenschap als instrument tegen het kapitalisme. Het valt mij op dat jij je daar in jouw stukken ook heel sterk op richt. Als we het kapitalisme willen keren, zit daar dan de kern?

“Economische democratisering is zeker een hele belangrijke pijler. Het is echt nodig dat mensen meer autonomie gaan ervaren, dat ze zeggenschap krijgen over hun leven. Dat kan alleen als we dingen meer collectief gaan organiseren en als we anders naar eigenaarschap gaan kijken.

“Op dit moment benaderen we eigenaarschap heel individueel en leggen we veel nadruk op de financiële component. Kijk bijvoorbeeld naar woningen: het is een doel op zich geworden om een eigen woning te bezitten zodat je vervolgens kapitaal kan opbouwen. Maar daar hoort het helemaal niet over te gaan. Woningen zijn bedoeld om een fijne plek te hebben waar je een leven kan opbouwen. Het lijkt mij heel goed als huizen meer collectief eigendom zouden worden. Dat zou je bijvoorbeeld kunnen organiseren in wooncoöperaties waarbij mensen hun woning vervolgens pachten van het collectief.

“Eigenaarschap krijgt dan ook een andere betekenis. Het gaat niet om zoveel mogelijk bezit verzamelen voor jezelf, maar om het ervaren van eigenaarschap over je eigen leven.”

Dat is de eerste pijler, wat is nummer twee?

“Een andere belangrijke pijler is wat mij betreft het opzetten van basisvoorzieningen. Op dit moment bieden we onderwijs en gezondheidszorg al redelijk universeel aan. Het is wat mij betreft een hele terechte vraag waarom we vervolgens bij die voorzieningen stoppen. Waarom zijn huisvesting of voedsel niet ook een universele voorziening?

“Een mooi voorbeeld is de Volkskantine, dat is een nieuw maatschappelijk initiatief om een nieuwe publieke voorziening voor gezond voedsel op te zetten. Mensen kunnen daar tegen betaalbare prijzen gezond voedsel halen. Dat soort voorzieningen zou je veel breder kunnen opzetten voor alles wat we echt nodig hebben om te kunnen leven. Uiteindelijk draait het om wat Piketty ook wel de langzame ontcommercialisering van de economie noemt.”

Of gewoon de ouderwetse ‘decommodificatie’ van Marx…

“Ja, precies. Je ziet dat het kapitalisme eigenlijk alles probeert te commodificeren, het probeert van alles een product te maken dat voor geld te verkopen is. Het is aan ons om nu de omgekeerde kant op te gaan. Dus gezondheidszorg is geen product, onderwijs is geen product, water is geen product. Voedsel hoeft ook geen product te zijn. Mensen zouden in ieder geval gewoon toegang moeten hebben tot gezond, goed voedsel dat de aarde niet kapotmaakt.”

“ Als we gaan inzien dat we iedere dag al aan het kapitalisme ontsnappen, dan voelt het systeem wat minder knellend aan ”

Zijn er nog meer pijlers?

“De derde pijler zit meer op een psychologisch niveau. We hebben op dit moment vaak het idee dat er geen alternatieven zijn voor het kapitalisme, maar in een gesprek met socioloog Willem Schinkel wees hij mij erop dat we eigenlijk elke dag al dingen doen die helemaal niets met kapitalisme te maken hebben. Als je op de kinderen van de buren past, als je de deur voor iemand openhoudt, het gesprek dat wij hier nu ’s avonds laat voeren – we verdienen er geen geld mee, maar toch doen we het. Als we gaan inzien dat we iedere dag al aan het kapitalisme ontsnappen, dan denk ik dat het systeem direct wat minder knellend aanvoelt.”

Verzet tegen het kapitalisme lijkt vaak een of-of-keuze, maar het is veel meer een glijdende schaal. Je kan het kapitalisme heel direct terugdringen binnen specifieke domeinen. Het mooiste voorbeeld vind ik de bibliotheek, dat is in wezen een uitgesproken antikapitalistisch idee dat gewoon functioneert binnen onze kapitalistische economie. Op die manier zou je veel meer domeinen kunnen vrijspelen.

“Een belangrijk onderdeel hiervan is wel dat we anders gaan nadenken over onze economie, dat zou wat mij betreft nog een pijler zijn. Als we zoeken naar alternatieven voor het kapitalisme, dan zoeken we nu nog heel vaak naar een ander productiesysteem. We blijven gewoon evenveel werken en produceren, maar we gaan het op een andere manier regelen. We zien alleen over het hoofd dat we met die productivistische benadering alsnog de wereld kapotmaken.

“Voor een echt alternatieve economie moeten we het idee loslaten dat arbeid en productie centraal moeten staan in ons leven. We zullen onze economie dus ook moeten gaan organiseren rond andere doelstellingen, zoals onze gezondheid, ons geluk en ecologische grenzen.”

Nu blijft natuurlijk wel de vraag over hoe we dit allemaal politiek georganiseerd krijgen. Ben jij in je zoektocht voorbeelden tegengekomen die laten zien hoe je systeemveranderingen effectief organiseert?

“Hier ben ik al wel een tijdje over aan het twijfelen, de vraag hoe fundamentele verandering ontstaat. Wat mij opvalt in het verhaal dat over het algemeen wordt verteld over maatschappelijke verandering, is dat het heel erg draait om massamobilisatie. Hoe meer mensen de straat op gaan, hoe sneller de verandering komt. Als je echter geschiedenisboeken leest, dan lees je dat échte verandering alleen ontstaat als die massamobilisatie samengaat met de ontregeling van het systeem. Stakingen zijn hier natuurlijk het duidelijkste voorbeeld van. Neem bijvoorbeeld de wilde stakingen op Schiphol. Die werknemers op Schiphol hoefden maar vrij kort hun werk neer te leggen, middenin een drukke periode, en binnen no time hadden ze 50 procent loonsverhoging voor de drukste periode. 50 procent! Dat is echt een bizar resultaat.

“Ook als je kijkt naar een van de bekendste voorbeelden van progressief beleid, The New Deal die in de Verenigde Staten van de jaren dertig werd uitgerold door Franklin Delano Roosevelt, dan zie je dat deze vooral voortkwam uit maatschappelijke onrust. Het beleid van Roosevelt was alleen mogelijk door een enorme uitbraak van stakingen, niet door verheven idealen van een altruïstisch politicus. Het land ging in die jaren door een diepe economische crisis met enorme werkloosheid. Door die diepe ellende ontstond er een halve volksopstand, het hele land werd platgelegd. Er werden spoorwegen gesaboteerd, er waren plunderingen, het was echt oncontroleerbaar. Het was vanwege die chaos, doordat mensen zand in de wielen van het systeem strooiden, dat de politiek er uiteindelijk voor koos om drastische hervormingen door te voeren.

“ Het verbaast me dat de klimaatbeweging nog altijd erg lief is ”

“Het verbaast me eerlijk gezegd dat de klimaatbeweging op dit moment nog altijd erg lief is. Als je ziet wat er op het spel staat, zou je verwachten dat mensen zich al veel meer tegen het systeem zouden keren. Je hebt hier een heel interessant boek over van Andreas Malm, hoofddocent aan de Universiteit van Lund, met de titel How to blow up a pipeline, onlangs in Nederlandse vertaling verschenen als Eco-sabotage. Hij beargumenteert daar overtuigend dat het heel redelijk is om een oliepijpleiding op de blazen om zo een einde te maken aan de fossiele industrie.”

De politiek heeft in dit verhaal een vrij kleine rol. Zit daar niet de sleutel tot verandering?

“Ik denk dat er een te grote focus is op het parlement als enige vehikel voor verandering, vooral als je kijkt hoe onze Tweede Kamer op dit moment functioneert. Er zijn heel veel andere vormen van democratie bedrijven die weinig met de Tweede Kamer te maken hebben. Ik vind bijvoorbeeld de beweging voor burgerberaden erg sterk. Burgerberaden laten mooi zien dat mensen het best wel met elkaar eens kunnen worden, zolang je er maar in slaagt om politiek uit het mediacircus te trekken. De meeste Nederlanders willen een democratische en eerlijke samenleving. Het probleem is dat politieke partijen er in ons huidige systeem gewoon voordeel bij hebben om mensen uit elkaar te spelen. Als je belangrijke politieke beslissingen meer aan mensen zelf zou overlaten, dan zou dat volgens mij een veel mooiere samenleving opleveren.”

Sjors Roeters - Miljardairs onder de guillotine

 

Sjors Roeters (Groningen, 1991) is redacteur bij Vrij Nederland en verdiept zich in de wereld van het kapitalisme, de problemen die het veroorzaakt en het verzet ertegen. Op 11 oktober verschijnt zijn boek Miljardairs onder de guillotine. Op zoek naar alternatieven voor het kapitalisme bij uitgeverij Vrij Nederland.

 

Dit interview maakt deel uit van het project 'Voorbij het kapitalisme' van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks.