Daarom moet EU-uitbreiding gepaard gaan met verruiming van meerderheidsbesluitvorming en een steviger toezicht op democratie, rechtsstaat en mensenrechten binnen de grenzen van de EU. Dat is geen overdreven bemoeizucht, want de ondermijning van Europese waarden in één land raakt ons allemaal. De regels waar we naar leven komen deels tot stand door supranationale besluitvorming waarin elke lidstaat een stem heeft, dus één lidstaat die afglijdt naar autocratie bezoedelt het democratische karakter van alle andere lidstaten. De positie van de EU als wereldspeler hangt niet alleen af van haar diplomatieke, economische en militaire kracht, maar ook van de naleving van haar eigen waarden. Tot slot is de veiligheid van de EU in het geding wanneer, zoals in het Hongarije van Viktor Orbán, de uitholling van de democratie hand in hand gaat met het uitrollen van de rode loper voor Moskou en Beijing.
De EU moet een bondgenoot zijn van burgers die terugvechten tegen democratisch verval. In het geval van Hongarije is het bewijs van ernstige schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten zo overweldigend dat de lopende artikel 7-procedure tegen Hongarije dringend dient te worden doorgezet, wat moet leiden tot de schorsing van het stemrecht van de regering-Orbán in de Raad van de EU.
De EU-instellingen moeten veel beter gebruik maken van hun bestaande instrumenten om de Europese waarden – en daarmee de rechten van burgers en ingezetenen – te beschermen.[29] Maar de EU kan die klus niet alleen klaren. De democratische rechtsstaat vraagt om dijkbewaking op alle niveaus. Daarbij dragen politieke partijen een zware verantwoordelijkheid.[30] Partijen van centrumrechts tot links dienen geen coalities te sluiten met radicaal-rechtse populisten. Zij mogen hun zondebokpolitiek tegenover migranten en andere minderheden niet nabootsen en hun aanvallen op de rechterlijke macht, de pers en de wetenschap niet onweersproken laten. Bij het normaliseren, imiteren en bagatelliseren van radicaal-rechts is niemand gebaat behalve radicaal-rechts zelf, zo hebben de Nederlandse parlementsverkiezingen van 2023 nogmaals bewezen.
Het gevecht tegen radicaal-rechts populisme kan worden gewonnen. Sluipend autoritarisme is geen onomkeerbare trend. Dat zagen we bij de Poolse verkiezingen in 2023. Tegenover een regering die onverdraagzaamheid predikte en de rechtsstaat ondermijnde stond een oppositie die opkwam voor Europese waarden. Radicaal-rechts verloor, Europa won.
Partnerschappen sluiten
Zal een postgroei-EU, die haar ecologische voetafdruk verkleint met het uitdrukkelijke doel om natuurlijke hulpbronnen vrij te maken voor het mondiale Zuiden, daar bondgenoten vinden? Het is een aanlokkelijk maar onwaarschijnlijk scenario. In een multipolaire wereld is het voor regeringen van ontwikkelingslanden niet interessant om zich te verbinden aan één grootmacht. Het loont om de VS, de EU en China tegen elkaar uit te spelen teneinde zoveel mogelijk handel, hulp en investeringen binnen te rijven. Voor de EU zijn strategische partnerschappen, van niet-exclusieve aard, het hoogst haalbare. Deze zijn niettemin van vitaal belang voor meer veiligheid en legitimiteit.
Het aangaan en verdiepen van partnerschappen zou gemakkelijker zijn als de oudere EU-leden in het reine zouden komen met hun koloniale verleden. Het hoeft niet te verbazen dat veel regeringen en burgers in het Zuiden weigeren de Russische invasie in Oekraïne te zien als de imperialistische, koloniale veroveringsoorlog die zij is. Ze associëren imperialisme en kolonialisme met West-Europa en de VS. De pijn van eeuwenlange uitbuiting verdient erkenning.
Dat vereist ondubbelzinnige excuses voor slavernij en kolonialisme van alle betrokken EU-landen. Zij moeten ook onder ogen zien dat de misdaden uit het verleden doorwerken in het heden, in de vorm van economisch en ecologisch onrecht. Dit dient de EU aan te sporen om een grotere bijdrage te leveren aan armoedebestrijding, mondiale publieke goederen, reguliere migratieroutes, internationale klimaatfinanciering en compensatie voor klimaatschade.
Ook zou de EU samen met democratische regeringen in het Zuiden voorstellen moeten ontwikkelen voor een betere vertegenwoordiging van het Zuiden in de VN-Veiligheidsraad, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. Last but not least mag de EU niet langer met twee maten meten. Een EU die de Oekraïense onafhankelijkheid helpt verdedigen, moet ook opkomen voor een levensvatbare, democratische Palestijnse staat, naast een veilige staat Israël.
Dit deel van een geopolitieke agenda rijmt met de doelen van de degrowth-beweging, zoals dekolonisatie en herverdeling. Zulk beleid zou ook vrede en democratie ten goede komen, te meer als het wordt doorweven met een feministisch buitenlands beleid dat opkomt voor de rights, representation en resources van vrouwen en andere achtergestelde groepen. ‘Meer gendergelijkheid leidt tot stabielere en vreedzamere staten’, volgens de Wereldbank.[31] Dit alles onderstreept dat het onverstandig zou zijn voor een postgroei-EU om te bezuinigen op haar buitenlandpolitiek.
Handel zou wel eens de grootste hinderpaal kunnen zijn voor partnerschappen tussen een postgroei-EU en landen in het Zuiden. In principe zouden veel regeringen van ontwikkelingslanden het toejuichen als de EU stevige maatregelen neemt om haar overconsumptie van mondiale hulpbronnen te verminderen. In de praktijk komen dergelijke maatregelen al snel in botsing met hun ontwikkelingsstrategieën. Nog altijd geldt het vergroten van de export van natuurlijke hulpbronnen als een recept voor economische groei, zelfs in de ogen van democratisch gekozen, progressieve regeringen van niet eens zo arme landen als Brazilië en Chili. Als we hun gaan vertellen dat wij het beter weten, dan roepen we herinneringen op aan koloniale tijden.
Daden zeggen meer dan woorden: door zich sterk te maken voor kwijtschelding van schulden, bijvoorbeeld, kan de EU de druk op ontwikkelingslanden verlichten om delen van hun lithosfeer en biosfeer te verkopen teneinde hun crediteuren te kunnen betalen. Dit zou een ruggensteun zijn voor de pleitbezorgers van alternatieve (ont)groeistrategieën, minder gericht op export, die er wel degelijk zijn in het mondiale Zuiden.[32] Maar hoe dan ook is het aan landen in het Zuiden om hun eigen ontwikkelingspaden te kiezen. Vooralsnog sporen die slecht met postgroei in Europa.