Een hybride groene identiteit als methode voor sociale duurzaamheid
Natuurlijk waren we het met elkaar eens over de urgentie van ecologische duurzaamheid, maar voor de Ieren – die decennia van gewelddadig conflict achter zich hebben – heeft sociale duurzaamheid een even hoge prioriteit. Iets waar de groenen op het Europese vasteland van kunnen leren.
Natuurlijk heb ik op de middelbare school les gehad over de Troubles in Noord-Ierland, maar mijn beeld was toch vooral gevormd door journaalberichten over bomaanslagen en liedjes van rockgroepen zoals de Cranberries en U2. ‘The Troubles’ is de Ierse eufemistische term voor de periode van gewelddadig conflict van het einde van de jaren 1960 tot het Goede Vrijdagakkoord op 10 april 1998. Het conflict speelde zich af tussen de nationalisten (ook wel republikeinen genoemd) die streefden naar een onafhankelijk Ierland en de ‘unionisten’ (ook wel loyalisten) die onder het gezag van het Verenigd Koninkrijk wilden blijven.
Het geweld was het vervolg op eeuwen van onrust tussen de katholieke bevolking van het eiland en de protestantse bevolking die emigreerde naar het Ierse eiland vanuit Schotland en Engeland. De positie van de protestanten werd versterkt door de Britse Penal Laws die katholieken en Presbyterianen (gereformeerde protestanten) buitensloot van allerlei aspecten van de maatschappij, waaronder het vervullen van hoge politieke functies en het kopen van land. De Penal Laws werden voor het grootste gedeelte afgeschaft in de achttiende en negentiende eeuw, maar niet snel vergeten. Tijdens de Troubles werden er meer dan 3500 mensen vermoord, velen van hen burgers, en raakte een veelvoud van dit aantal gewond.
Na het Goede Vrijdagakkoord kwam er inderdaad een einde aan een belangrijk deel van het geweld in Noord-Ierland, met name de bomaanslagen. Het duurde langer voordat individuele moordaanslagen afnamen. Nog ieder jaar worden enkele moorden als verdacht aangemerkt, waarbij het vermoeden bestaat dat het om een afrekening gaat van oude strijdende partijen, die in zeer afgeslankte vorm zijn opgegaan in het criminele circuit. Hoewel de dreiging van geweld dus grotendeels voorbij is, zit Noord-Ierland nog in een proces van verwerking en integratie. Het leven onder de dreiging van geweld heeft een gesegregeerde samenleving voortgebracht met een diep gevoel van wantrouwen jegens ‘de ander’.
John Barry, professor groene politieke economie aan Queen’s University, vertelde in een van de sessies van de zomerschool dat slechts vijf procent van de Noord-Ierse kinderen naar een ‘geïntegreerde school’ gaat (een school waarin kinderen van nationalisten en unionisten samen onderwijs krijgen). De eerstejaars studenten aan wie hij lesgeeft zitten vaak voor het eerst met ‘de ander’ in de klas. Veel kinderen groeien op in single estates, gesegregeerde buurten. Barry stelt dat het nog steeds gebruikelijk is om te informeren uit welke groep iemand afkomstig is, door te vragen naar iemands achternaam, voormalige school, sportclub, et cetera.
Deze vorm van ‘othering’ – je eigen identiteit bepalen door niet ‘de ander’ te zijn – komt nog veel voor. Het is een negatieve manier van identiteitsbepaling. De officiële beëindiging van de Troubles heeft ook een aantal nieuwe moeilijkheden met zich meegebracht voor de Noord-Ierse samenleving. Eén daarvan is het ontbreken van een hoger doel dat vaak ervaren wordt door mensen die leven in een conflictsituatie. Een ander probleem in Noord-Ierland is de toename van het aantal psychisch zieken. Er zijn nu meer mensen met PTSS dan tijdens de Troubles, volgens Barry. Het is bijna alsof mensen de ‘luxe’ van vrede nodig hadden voordat ze hun ervaringen konden gaan verwerken.
Een minder onverwacht probleem is de moeilijkheid om de gesegregeerde groepen in de samenleving te integreren, waaronder de voormalige strijders die misdaden gepleegd hebben tijdens de Troubles. Er zijn wetten opgesteld die de Noord-Ieren beschermen tegen discriminatie op basis van hun afkomst, constitutionele voorkeur en/of geloof. Echte integratie is echter een veel complexer proces, de bescherming van mensenrechten is slechts de eerste stap.
Barry: ‘Democratie is het niet-gewelddadig oneens kunnen zijn, niet alleen op een politiek niveau om bestuurlijke beslissingen te maken, dat is pas het begin. Democratie is een maatschappijvorm en een cultuurvorm. In een democratie is iedereen gelijk. Daarom zal kapitalisme altijd een bedreiging vormen voor democratie, omdat het ongelijkheid voortbrengt.’
Het is inspirerend hoe de groenen in Noord-Ierland de verschillen in hun maatschappij proberen te overbruggen. Zo is er bijvoorbeeld maar één groen wetenschappelijk bureau voor zowel de Republiek Ierland als Noord-Ierland. Niet omdat de groenen specifiek voor (of tegen) eenwording van de Republiek en het Noorden zijn, maar omdat ze ervoor gekozen hebben om een hybride vorm van groene politiek uit te dragen die voorbij grenzen gaat. Ze leggen liever geen nadruk op de grens. Een ander voorbeeld van de hybride, overstijgende identiteit die de groenen aannemen en proberen te bevorderen ligt besloten in hun stemgedrag.
Om de rechten van minderheden te beschermen is het voor politici verplicht om voorafgaand aan elke stemronde aan te geven of ze zichzelf beschouwen als een nationalist, unionist of vallend onder de categorie ‘overig’. De groenen hebben ervoor gekozen om bij elke stemronde een andere categorie te kiezen; ze kiezen de categorie die voor die kwestie het meest duurzame beleid bevordert. De zomerschool is een derde voorbeeld. Vorig jaar vond deze plaats in de Republiek Ierland, dit jaar in Noord-Ierland. Groenen uit beide gebieden en met diverse constitutionele opvattingen bezoeken dezelfde zomerschool.
Wat heb ik geleerd van mijn Europese groene collega’s? Ze hebben een zeer diep begrip van het belang en de complexiteit van sociale duurzaamheid in relatie tot een duurzaam milieu. Op het Europese vasteland zijn wij weleens geneigd om teveel nadruk te leggen op de ecologische component van duurzaamheid. Alleen wanneer we de onderlinge afhankelijkheid van sociale duurzaamheid en ecologische duurzaamheid weten te doorgronden, kunnen we beleid ontwikkelen dat een daadwerkelijk alternatief is voor het op angst gebaseerde beleid dat in Europa de boventoon voert sinds de huidige financiële crisis haar intrede deed.
Alleen wanneer we aandacht besteden aan de onzekerheid van bestaan die veel mensen ervaren in de hedendaagse maatschappij, kunnen we van ze vragen om een groene stem uit te brengen, anders blijft een stem voor een groene partij een curiositeit waar alleen een zekere elitaire middenklasse zich druk over kan maken, aldus een reactie uit het publiek tijdens een van de sessies van de zomerschool. De Ierse groenen hebben dit geleerd van hun eigen ervaringen met de verlammende effecten van onzekerheid op de maatschappij. Het was niet zozeer het geweld, als wel de dreiging van geweld dat het leven van mensen ontwrichtte en zorgde dat de samenleving in verschillende groepen uiteen viel.
Angst laat zich gemakkelijk misbruiken om verdeling te zaaien, en met behulp van die verdeeldheid politieke steun te winnen voor het doorvoeren van vergaande beleidsmaatregelen die het belang van enkelen boven het belang van velen stellen. Zo stelde Maggie Chapman – mede-oprichtster van de Scottish Green Party – tijdens een andere sessie dat de financiële crisis en de dreiging van budgetoverschrijding gebruikt worden om sociale zekerheid en democratische rechten af te breken in Europa – dit alles onder de schijnbaar neutrale term van austerity politics. Europese groenen moeten samenwerken om tot een dieper begrip te komen van deze processen en voorop lopen in het ontwikkelen van een ander soort samenleving. Een samenleving gebaseerd op solidariteit voorbij grenzen, tijd en soorten, aldus Alex Warleigh-Lack tijdens diezelfde sessie.
Toen ik naar Belfast reisde was mijn verwachting dat ik een aantal dingen zou leren over de Troubles en over Ierse groene politiek, maar ik had niet verwacht dat die twee zaken samen me zoveel zouden leren over mijn eigen samenleving en hoe om te gaan met de financiële crisis. De ervaringen met geweld, en het verwerken van geweld, waar mensen zo ruimhartig hun verhalen over gedeeld hebben met mij gedurende de zomerschool, hebben me geraakt en een diep gevoel van verbondenheid gegeven met deze groenen.
Het heeft me doen herinneren dat we gedurende zware tijden, die deze crisis voor zoveel Europeanen is, een keuze hebben om te ageren of te reageren. Zoals Nuala Ahern – de voorzitster van de Green Foundation Ireland – stelde in haar openingsspeech voor de zomerschool: ‘onderschat het menselijke vermogen niet om catastrofes te creëren. Maar we zijn een soort die beschikt over intelligentie, dus onderschat ook niet de mogelijkheden van individuen en kleine groepen om een positief verschil te maken.’
Dit artikel is ook in het Engels beschikbaar op de site van Green European Foundation.