Met moraliteit, volgens Jonathan Haidt. In The Righteous Mind (2012) toont hij aan dat moraliteit 'bindt en verblindt'. Mensen hebben in de afgelopen miljoenen jaren voordeel gehad met samenwerken omdat dit loonde in tijden van oorlog. Strijd was het organiserend principe achter het opschalen van menselijke samenlevingen; religie en gedeelde moraliteit zorgde voor noodzakelijke saamhorigheid voor massale mobilisatie. De egoïsten organiseerden zichzelf minder goed en verloren de strijd om het bestaan. Samenwerken bleek dus succesvol: ooit leefden we in kleine groepen, inmiddels voelen we met miljoenen anderen binding met een natie.

Het nadeel van groepen is dat ze de vrijheid van het individu beperken, en blind maken voor alles dat buiten de eigen morele orde valt. (Wie dit niet begrijpt kan eens een middag gaan paintballen, of op vakantie gaan naar Saoedi-Arabië.) Het genie van ons huidige liberale bestel is dat het de loyaliteit aan een natie combineert met de bescherming van het individu. Het liberalisme plaatst de vrijheid van het individu op een voetstuk. Niet de glorie van de natie, maar de toename van onze koopkracht is het leidend principe geworden. Economische groei is de totempaal van onze beschaving geworden. Of beter gezegd: zeventien miljoen totempaaltjes waar wij eenzaam omheen dansen.

Liberalisme zonder tegengewicht veroorzaakt echter problemen, ontdekken we nu. De groei van koopkracht gaat nog altijd gelijk op met de uitstoot van CO2, het gebruik van zoet water en landbouwgrond, de vernietiging van natuur en de toename van afval. De nadruk op individuele zelfverwezenlijking middels koopkracht bemoeilijkt matiging in naam van het algemeen belang. Het liberalisme richt onze blik naar binnen: hoe bevredig ik mijn behoeften? De belastingmoraal is het enige offer dat de staat van ons verlangt.

Het tegengewicht moeten we daarom niet in ieder van onszelf afzonderlijk zoeken. Een beter milieu begint niet bij onszelf. Alleen ons talent tot samenwerken is voldoende krachtig ontwikkeld om weerstand te bieden aan ons individuele verlangen tot meer. Begin januari publiceerde dagblad Trouw Heilige plicht. Een kleine catechismus van het groene geloof.

De stelling van de auteurs was dat de duurzame beweging trekjes vertoont van een geloof. In reacties van duurzame denkers werd de catechismus ervaren als een belediging. Geloven is voor kinderen, natuurvolkeren en Amerikanen; de duurzame beweging is gebaseerd op harde wetenschap.

Ik zeg: was duurzaamheid maar vaker een kerk. Met mooie muziek, boeiende verhalen en rustgevende ceremonies. Met zeespiegelstijging, stormen en bosbranden als ouderwetse apocalyps, CO2-certificaten als aflaten voor mijn zondige vliegreizen en de rapporten van het Intergovernmental Panel for Climate Change als pauselijke encyclieken. Waar het de duurzame beweging aan ontbreekt zijn niet de feiten, maar de emoties.