Verslag van workshop tijdens conferentie Circulair Bouwen

Het kan bijna niet toevallig zijn dat grote steden voorop lopen met circulair bouwen, aangezien GroenLinks er tegenwoordig vaak de grootste partij is, stelt de voorzitter van de workshop, Tweede Kamerlid Paul Smeulders. Zelf was hij, als wethouder in Helmond, mede-initiatiefnemer van de slimme en circulaire wijk Brainport Smart District. De workshop wordt ingeleid door medewerkers van twee grote gemeenten, Amsterdam en Utrecht.

Jeroen van der Waal, adviseur circulair bouwen en circulair inkopen van de gemeente Amsterdam, vertelt dat er steeds meer slagen worden gemaakt met circulair bouwen. Dat zie je terug in de landelijke Transitieagenda Circulaire Bouweconomie, waarvan Van der Waal een van de auteurs is. Een gemeente kan veel invloed hebben op hoe er gebouwd wordt. Zo kan de gemeente, wanneer zij eigenaar is van de bouwgrond, bij de gronduitgifte circulaire eisen stellen aan bouwers. In de Roadmap Circulaire Gronduitgifte van Amsterdam zijn deze eisen verdeeld over vijf thema’s: materialen, adaptiviteit & veerkracht, water, energie, ecosystemen & biodiversiteit. Door de thema’s te vertalen in kwantitatieve criteria kun je ze sturend laten zijn in tenders. De gemeente wijst de bouwkavels dan toe aan de bouwers die het beste voldoen aan de gekozen criteria.

Van der Waal spoort gemeenteraadsleden aan het instrumentarium van de raad (moties, amendementen, vragen, initiatiefvoorstellen) te gebruiken om het college van burgemeester en wethouders aan te zetten tot het aanjagen van een circulaire bouweconomie. De raad kan B en W vragen om eenmaal per jaar te rapporteren over de aanjaagacties. De circulaire ambities kunnen zowel het eigen gemeentelijke vastgoed en de openbare ruimte betreffen – denk aan het hergebruik van straatstenen – als het stimuleren van particulieren, door het vastleggen van ambities aan het begin van de ontwikkeling van een nieuw gebied en door circulaire gronduitgifte.

Daarnaast is het volgens Van der Waal van belang om de kennis van het ambtelijk apparaat te vergroten, onder meer door aansluiting bij netwerken zoals Cirkelstad en de Betonketen, en om samen te werken in de regio. Ook initiatieven van onderop kunnen circulair bouwen versnellen. Het nieuwe coalitieakkoord in Amsterdam spreekt de ambitie uit om initiatieven van burgers te ondersteunen. Van der Waal sluit zijn inleiding af met de boodschap dat het beter is eerst te gaan doen, en gaandeweg pas doelstellingen te formuleren, dan andersom.

Letters die het woord 'circulair' vormen
Woordbeeld Circulair

Geheugen van de wijk

Wim Beelen, senior adviseur gezond stedelijk leven bij de gemeente Utrecht, vertelt dat de wens om circulair te bouwen in Utrecht al lang aanwezig is. De gemeenteraad nam in 2016 een motie aan die stelde dat circulair bouwen de norm moest zijn. Daarnaast zijn circulaire ambities vastgelegd in het nieuwe coalitieakkoord en heeft de raad bepaald dat duurzaam (waaronder circulair) bouwen moet worden opgenomen in de stedelijke omgevingsvisie.

Beelen legt uit dat Utrecht een brede definitie van circulair bouwen hanteert. Deze omvat bijvoorbeeld niet bouwen en kleiner bouwen. “Niet bouwen is soms een goed alternatief. In elk geval niet buitenstedelijk bouwen. In Utrecht willen we zoveel mogelijk binnenstedelijk bouwen.” Ook herontwikkeling van gebouwen, in plaats van sloop, valt onder de circulaire aanpak. Dat kan sociale voordelen hebben, zo laat Beelen zien aan de hand van het voorbeeld van een gerenoveerd flatgebouw in de wijk Kanaleneiland Centrum. Bij herontwikkeling behoud je niet alleen materialen. “Na de renovatie zeiden bewoners: het geheugen van de wijk is gebleven.”

Beelen somt vijf principes op die de Utrechtse aanpak leiden, ook al is het soms makkelijker gezegd dan gedaan. Er dient circulair te worden gebouwd tenzij dat niet mogelijk is; de bewijslast is dus omgekeerd. Er worden geen nieuwe grondstoffen gebruikt, tenzij hergebruik van grondstoffen niet mogelijk is. Nieuwe grondstoffen moeten passen in de circulaire economie; gebouwen en materialen moeten bijvoorbeeld demontabel zijn en een lange levensduur hebben. Bouwprojecten moeten maatschappelijke of publieke waarde toevoegen aan het omliggende gebied. Tenslotte wordt er gemikt op het aangaan van nieuwe vormen van samenwerking.

Tussen nu en 2030 worden er in de stad Utrecht naar schatting 45.000 nieuwe woningen gebouwd en 7000 gerenoveerd. Het is van belang om circulair bouwen vroeg in het planproces in te brengen, onderstreept Beelen. Dus in startdocumenten, omgevingsvisies en stedenbouwkundige programma’s van eisen. Dan kunnen bouwers zich er niet zo makkelijk aan onttrekken.

Kracht van onderop

Toch hebben gemeenten nog niet voldoende instrumenten om circulair bouwen af te dwingen, zo constateren de workshopdeelnemers in de discussie onder leiding van Smeulders. Zeker wanneer gemeenten niet zelf eigenaar zijn van de bouwgrond, kunnen zij soms niet meer doen dan proberen om bouwers te verleiden. Het Rijk zou, bij de uitwerking van de nieuwe Omgevingswet (die naar verwachting in 2021 in werking treedt), een steviger instrumentarium moeten scheppen voor het lokaal bestuur.

Als de verplichting van de Omgevingswet om inwoners te betrekken bij ruimtelijke plannen goed wordt nageleefd, kan dat al een impuls geven aan circulair bouwen. De inwoners die al een stapje verder zijn dan de gemeente, krijgen dan de kans om de plannen in circulaire richting te trekken. Op die manier wordt de kracht van onderop benut.

Voor kleinere gemeenten en voor kleinere GroenLinks-fracties kan het benutten van netwerken en het leren van goede voorbeelden de sleutel tot succes vormen. Tijdens de workshop wisselen de deelnemers al volop informatie uit. Zij spreken af om moties met elkaar te delen.

Onder leiding van Smeulders formuleren de workshopdeelnemers zes aanbevelingen. Zie daarvoor de conclusies van de conferentie.