Trineke, vanwaar jouw interesse voor de discussie over economische groei?
[TP] “We houden ons bij het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie al langer bezig met de wisselwerking tussen globalisering en lokaal beleid. Je ziet op lokaal niveau tal van initiatieven voor verduurzaming, voor een nieuwe invulling van welvaart. Maar zulke initiatieven lopen nogal eens vast op het huidige economische systeem. Ook binnen de christelijk-sociale traditie is er een stroming die de groeidwang van dat systeem bekritiseert. Denk aan de econoom en politicus Bob Goudzwaard, die al in 1976 een ‘economie van het genoeg’ bepleitte.
Zelf worstel ik nog met de vraag in hoeverre een geplande transitie naar een economie zonder groei nu verschilt van een recessie, met alle sociale ellende van dien. Kun je hard maken dat je niemand in de steek laat? Zo niet, dan organiseer je met een pleidooi voor ontgroeien je eigen tegenstand.”
[HS] “Om dat te voorkomen moet je zo concreet mogelijk aangeven wat er beter wordt als we het groeistreven overboord zetten. Neem het debat over stikstof – dat is bij uitstek een degrowth-discussie. Het financiële belang van de intensieve veeteelt weegt niet op tegen de ecologische schade, dus daar moeten we op een geplande manier mee stoppen. Daarvoor moeten we kijken naar de drivers van het huidige systeem: de hoge grondprijzen, de geringe marktmacht van boeren ten opzichte van andere spelers in de keten, alle factoren die dwingen tot schaalvergroting. Hoe kunnen we met andere vormen van grondeigenaarschap, met nieuwe stakeholders van buiten de agro-industrie en met een eerlijker verdeling van de opbrengsten die groeidwang wegnemen? Dan wordt het praktisch, dan kan er perspectief ontstaan. Voor boeren, maar ook voor ons allemaal: minder stikstof is goed voor de gezondheid van mens en natuur. De kracht van degrowth-denken is dat het de kwaliteit van leven en van sociale relaties centraal zet.”
[TP] “De focus op kwaliteit van leven sluit aan bij de manier waarop ik binnen de ChristenUnie over economie spreek: hoe komen we van groei naar bloei? De economie moet ten dienste staan van gemeenschappen waarin we goed voor elkaar zorgen, ook al telt al die informele zorg niet mee in het bbp.”
[HS] “Ik wil wel opmerken dat degrowth een opgave is voor rijke landen. Wij moeten krimpen om ruimte te maken voor economische groei in landen die deze nog nodig hebben. Solidariteit tussen Noord en Zuid, dat is de internationale dimensie van degrowth.”
Ligt het voor de hand dat de Europese Unie als eerste afscheid neemt van economische groei?
[HS] “Ja, maar dat klinkt als een offer. Je kunt ook de vraag stellen, zoals de politiek econoom Katherine Trebeck doet: als een economie volledig ‘volgroeid’ is, waarom heb je dan nog meer nodig? Waarom zou je überhaupt nog groei willen als je al in ongekende welvaart leeft? Het is niet eens afscheid nemen van iets. Je constateert gewoon: mensen, dit is volkomen zinloos, groei dient geen enkel doel meer. Alleen moeten we nog even onze samenleving anders organiseren. Als dat ergens geldt, dan is dat in Europa. Eigenlijk ook in de Verenigde Staten, maar daar moeten ze eerst nog het vraagstuk van de ongelijkheid oplossen.
De Europese Commissie streeft nu op z’n minst groene groei na, maar je kunt je afvragen of zij niet al verder gaat. Het Europese beleid voor klimaat, duurzaamheid en circulaire economie, dat is best verreikend – het gaat vaak verder dan het nationale beleid, zeker het Nederlandse. Europese beleidsmakers proberen hun duurzaamheidsdoelen in te passen in de huidige economie, met haar groeidwang, maar die komt langzamerhand wel ter discussie te staan. In mei is er een grote Beyond Growth-conferentie in het Europees Parlement. De interesse voor degrowth is vooral groot in Zuid-Europa, waar men na het trauma van de eurocrisis op zoek is gegaan naar nieuwe vormen van gemeenschap. Dat perspectief missen we in Nederland totaal. We zijn een van de meest neoliberale landen van Europa.”
Hoe kijken denkers over buitenlands en veiligheidsbeleid aan tegen economische groei? Het bbp geldt als een belangrijke maatstaf voor geopolitieke macht.
[TP] “De fundamentele discussie over ‘groene groei’ versus ‘ontgroeien’ wordt in die kringen nog nauwelijks gevoerd. Je ziet wel het besef ontstaan dat ongebreidelde groei niet automatisch geopolitiek voordeel oplevert, en dat de EU er dus niet zwakker van wordt als zij een meer kwalitatieve groei nastreeft. Vooroplopen bij groene technologie is zelfs een machtsfactor. Er is ook steeds meer aandacht voor het CO2-vrij maken van de defensiesector, die nog bij uitstek fossiel is. Het wordt als strategisch slim gezien om de krijgsmacht te verduurzamen. Kortom, er vindt een verschuiving plaats in de richting van ‘groene groei’. Die zouden we moeten verwelkomen.