Het dossier van dit zomernummer bevat verhalen over het Europese ‘supernet’ dat grote problemen in de energietransitie moet voorkomen, over de digitale euro die ons minder afhankelijk maakt van grote banken en over de interne markt als hefboom voor vergroening. Plus: hoe democratisch is het Europees klimaatbeleid?
De onhoudbaarheid van het ongebreidelde kapitalisme is in dit nummer nooit ver weg. Wat we eten en hoe we eten wordt bepaald door een klein aantal private corporaties en handelshuizen, schrijft Floris Visser. Goed voedsel is voor een groeiende groep mensen onbetaalbaar. Hij pleit ervoor om van voedsel een basisvoorziening te maken, net als drinkwater en openbaar vervoer.
Jolijn Hooghwinkel won de tweede Gaia-essayprijs met een mooie schets van een toekomstige samenleving, een waarin bedrijven die spullen maken waar niemand op zit te wachten de macht is ontnomen.
Marta Junqué betoogt dat we onze economie kunnen begrenzen als we iets doen aan ons structurele tijdgebrek. Wie heeft er nou nog echt tijd om te zorgen, om vrijwilligerswerk te doen?
We maakten een interview met de superster van de ecologische grenzen van de economie: Kate Raworth. Lees vooral haar hoopgevende verhaal over wat voor creatieve oplossingen haar ‘donuteconomie’ al heeft opgeleverd.
Verder in deze Helling: Meike Vedder schrijft over cowboys in de zonnepanelensector. Trineke Palm en Hans Stegeman bespreken de spanning tussen ecologische en militaire veiligheid. Dirk van den Bosch bepleit dat GroenLinks het eigen groene verhaal overtuigender uitdraagt. Thijs Lijster en Pieter Pekelharing recenseren inspirerende boeken. De columns zijn van Andrée van Es, Daniëlle Hirsch en Simon Otjes.