Wat verstaat u precies onder ‘surveillancekapitalisme’?
“Het kapitalisme heeft zich ontwikkeld door datgene wat zich buiten de markt bevindt, binnen te halen in de marktdynamiek en het te verhandelen. In dit opzicht doet surveillancekapitalisme hetzelfde als traditioneel kapitalisme. Maar het heeft een schaduwkant.
Surveillancekapitalisme eigent zich eenzijdig privégegevens van burgers toe om deze vervolgens als gedragsdata te vermarkten. Deze data dienen als ruw materiaal voor technologie die probeert voorspellende patronen te onderscheiden in consumentengedrag. En deze nieuwe ‘producten’, gedragsvoorspellingen, worden vervolgens verkocht op een nieuwe markt die zich exclusief richt op de handel in het voorspellen van gedrag.”
Hoe is het ontstaan?
“Surveillancekapitalisme is in 2001 door Google uitgevonden als reactie op een financiële noodsituatie, om online zoekmachines snel winstgevend te maken. Het was zo’n succes dat het werd toegepast op Facebook en binnen een paar jaar de standaard werd voor applicaties en startups in vrijwel de hele tech-sector.
Inmiddels heeft surveillancekapitalisme zich verspreid over de hele economie: de verzekeringssector, de autobranche, de financiële wereld, de gezondheidszorg en het onderwijs, en vrijwel elk product dat je tegenkomt met het woord ‘smart’ ervoor. En elk dienstverlenend bedrijf dat het woord ‘gepersonaliseerd’ in zijn naam heeft staan, is toeleverancier voor surveillancekapitalisme.”
Als ik me even naïef opstel: die bedrijven zijn niet uit op mijn online bankgegevens, ze vellen geen oordeel en persen niemand af die naar porno kijkt of zich verdiept in controversiële politieke ideeën. Waarom moeten we er eigenlijk bang voor zijn?
“De essentie van surveillancekapitalisme is dat het zich eenzijdig privégegevens van burgers toe-eigent. Er komt niemand naar je toe die zegt: ‘Dit willen we graag gaan doen – geeft u er toestemming voor?’ Surveillancekapitalisten weten heel goed dat het publiek, hoe meer het weet over dit soort praktijken, er vaker tegen zal protesteren en ertegen beschermd zal willen worden.
Als deze nieuwe bedrijven data gaan verzamelen om ons toekomstige gedrag te voorspellen, dan moeten ze dat in het geniep doen. Dit is het fundamentele maatschappelijke aspect van surveillancekapitalisme: het is eenrichtingsverkeer. En dat heeft een heleboel gevolgen.
Met surveillancekapitalisme en de geniepige manieren waarmee het wereldwijd allerlei gegevens over ons verzamelt, hebben we private instellingen gecreëerd die buiten de politieke en bestuurlijke instellingen en regelgeving vallen – zeker in de Verenigde Staten. Tot nu toe vallen ze grotendeels buiten de wet, buiten het democratisch toezicht en buiten de democratische normen en waarden en brengen ze enorme ongelijkheid in kennis teweeg: deze bedrijven weten alles over ons, maar wij weten bijna niets over hen. Die kennis over ons gebruiken ze voor commerciële doeleinden.”
We hebben ‘ze’ nog niet bij name genoemd, maar het gaat hier over de groten: Facebook, Google enzovoort. Google roept nog steeds: ‘wees niet kwaadwillend’ – maar is het dat zelf niet?
“Het gaat niet om kwaadwillendheid. Het gaat hier om een nieuwe economische logica, met specifieke economische wetmatigheden. Het gaat hier om bedrijven die aan deze wetmatigheden gebonden zijn als ze succes willen boeken.”
Karl Marx schreef ooit dat je met een handmolen een maatschappij krijgt met een feodale heer en met een stoomfabriek eentje met een industrieel kapitalist. Bestaat er in de technologie ook een dergelijke wetmatigheid? Als het je lukt mensen op te sluiten in talloze kleine, geïsoleerde virtuele tredmolens, krijg je dan surveillancekapitalisme?
“Het is een fundamentele beoordelingsfout dat technologie automatisch leidt tot surveillancekapitalisme. Laat hier geen misverstand over bestaan: surveillancekapitalisme is niet hetzelfde als digitaal kapitalisme.
Ik zal een voorbeeld geven. In de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw, vóór de uitvinding van surveillancekapitalisme, kwam een exclusief groepje ontwerpers, datawetenschappers en ingenieurs aan de Georgia Tech University op het idee van het aware home – vergelijkbaar met wat we tegenwoordig smart home noemen. Maar het was een op zichzelf staand, gesloten systeem: alle informatie ging direct naar de bewoner van het huis. En de ontwerpers waren heel duidelijk: omdat deze data zo intiem en persoonlijk zijn, konden alleen de bewoners besluiten wat ze ermee deden.