Resilience, vaak vertaald als veerkracht, is een van de snel opkomende begrippen in Nederland. Jef Peeters wijst er elders in dit nummer terecht op dat het concept soms ook verwarrend is, omdat het op diverse manieren ingezet kan worden. In hun recente boek schrijven de wetenschappers internationale betrekkingen Brad Evans en Julian Reid (2015) zelfs dat ze eigenlijk genoeg hebben van het concept veerkracht, omdat het een modebegrip is geworden dat te pas en te onpas wordt gebruikt.
Maar hun kritiek heeft vooral te maken met het feit dat het begrip structurele machtsprocessen omzeilt. Ook de socioloog Willem Trommel (2015) stelt: ‘Flirten met veerkracht lijkt een neoliberale schaamlap voor versobering van de publieke sector.’ Het wordt verbonden aan de dominantie van het neoliberalisme in postverzorgingsstaten die verwachten dat het individu zichzelf moet redden of dat ‘we steeds meer moeten doen met minder’. Veerkrachtige individuen zijn dan succesvolle individuen in deze tijd van onzekerheid en dat zijn het soort mensen die dit tijdperk nodig heeft.
Durven dromen
Deze benadering van het begrip besteedt geen aandacht aan de machtsprocessen en maatschappelijke condities die veerkracht al dan niet stimuleren. Jef Peeters schrijft in deze Helling terecht dat het begrip ook mogelijkheden biedt om het neoliberale discours te bekritiseren. Ook Trommel beweert dat ‘het zonde zou zijn in scepsis te blijven steken’.
Peeters pleit ervoor het concept op te vatten als een dynamische en gelaagde vorm van duurzaamheid op het kruispunt van continuïteit en verandering. In het voetspoor van deze discussie beargumenteer ik dat het concept veerkracht aan kracht kan winnen als het vanuit een contextueel perspectief benaderd wordt. Daarbij moeten diverse niveaus in acht genomen worden en moeten we zo concreet mogelijk zijn: ‘veerkracht van wat, voor wie en waartoe’, zoals Peeters stelt.
Ik neem de vluchtelingenproblematiek als uitgangspunt en richt me vooral op de verhalen van vluchtelingen over hun beleving in de nieuwe samenleving en in relatie tot de arbeidsmarkt. Uit de onderzoeken die ik sinds 1995 heb gedaan komt een duidelijke patroon naar voren. Vluchtelingen hebben veel meegemaakt voordat ze hun land van vestiging bereiken, maar eenmaal in veiligheid voelen ze een kans op een nieuw leven. Dit betekent dat ook veel dromen een nieuwe kans krijgen.