Het probleem

Guido van Vulpen: “Bij ons in Wageningen werkte het zo dat als je onder de voor jou geldende norm zat, je recht had op aanvullende minimaregelingen. Maar zat je daar 1 euro boven, dan liep je zo 1500 euro mis. Dat vonden wij al niet wenselijk, maar daarbij kwam dat we zelfs met die regelingen nog mensen in onze gemeente hadden die niet rond konden komen. Als je weet dat je een paar honderd euro per maand tekortkomt, ben je de hele tijd bezig om er met te weinig geld toch wat van te maken. En dan moest je ook nog met je bonnetjes langskomen om te verantwoorden waar je je geld aan had uitgegeven. Dat is niet hoe ik met mensen om wil gaan. Ik wil dat mensen voldoende inkomen hebben om zelf hun afwegingen te maken. Om hun eigen leven vorm te geven.

Mensen als Tim ‘S Jongers, die een tijd aan het hoofd stond van het wetenschappelijk bureau van de PvdA, laten ons ook haarfijn zien wat de effecten zijn als je mensen niet serieus neemt en hun autonomie afpakt. Dus in reactie op hoe de Participatiewet de afgelopen tien jaar gefunctioneerd heeft - gebaseerd op een scherp controlesysteem, op verplichtingen - en met het trauma van de Toeslagenaffaire nog vers in het geheugen, vonden we dat het anders moest. De regie moet terug naar de inwoners. Stel mensen in staat om hun leven in de maatschappij te leven, om echt mee te kunnen doen in onze samenleving. Daarvoor moet je op z’n minst zorgen dat mensen het benodigde inkomen hebben.”

Het experiment

“In 2019 zijn we onder de bezielende leiding van mijn voorgangster Lara de Brito begonnen om ons armoedebeleid anders vorm te geven. Terwijl wij daarmee bezig waren, kwamen het Sociaal en Cultureel Planbureau en Nibud samen met een nieuwe beschrijving van wat het sociaal minimum is. Deze gaat uit van kosten, waarbij wordt gezegd dat er grofweg 23 factoren zijn waar je rekening mee moet houden als je tot een budget komt voor wat mensen nodig hebben om maatschappelijk te kunnen meedoen. Die factoren pakken per gezin anders uit.

Dit was het vertrekpunt voor ons nieuwe beleid, het Maatschappelijk Meedoen Budget. Als inwoners het gevoel hebben dat ze financieel niet rondkomen, ook als ze werken en niet in de bijstand zitten, vragen we ze om op gesprek te komen. Als wij dan zien dat ze niet voldoen aan het sociaal minimum van SCP en Nibud, dat ze te weinig inkomsten hebben om maatschappelijk mee te doen, dan vullen wij het inkomen aan. Eigenlijk is het simpel: er bestaat een sociaal minimum en wat mij betreft zit daaronder niks, dus dichten wij het gat bij inwoners die dat nodig hebben.

Essentieel voor deze aanpak is dat we dus eerst met mensen praten. We kijken samen naar wat er aan de hand is. Zo hanteren we nu al niet alleen de Nibud-norm meer, maar kijken we voor huisvestingskosten echt naar de individuele situatie. Op termijn willen we dit ook doen voor energiekosten en zorgkosten. Stel: iemand heeft te maken met fibromyalgie. Dan is het advies vaak om je thermostaat hoger te zetten, maar er is geen zorgverzekering die dat dekt. Het is toekomstmuziek, maar we zien dit als een doorontwikkeling die het beleid nog beter kan maken.”

Guido van Vulpen
Guido van Vulpen, GroenLinks-wethouder Financiën & Bedrijfsvoering, Gezondheid, Jeugd, WMO & Bestaanszekerheid, Diversiteit en Democratische vernieuwing in Wageningen

De resultaten

“We hadden ongeveer 1400 huishoudens die we ondersteunen. Met het Maatschappelijk Meedoen Budget denken we er ongeveer 1000 over te houden. Dat is spannend, want een deel van de inwoners zal ondersteuning kwijtraken. Maar de mensen die het het hardst nodig hebben, krijgen meer. Door de simplificatie hopen we ook inwoners te bereiken die we tot nog toe niet bereikten. We hebben één loket en één beschikking, dus mensen hebben een heel helder beeld van wat ze iedere maand ontvangen. Dat er wel meerdere regelingen onder zitten, daar proberen we ze zo min mogelijk last van te laten hebben.

De uitvoering van het nieuwe beleid begon op 2 januari van dit jaar, maar we verwachten zeker dat dit rust en zelfrespect gaat terugbrengen. We willen zorgen dat inwoners minder stress ervaren en met opgeheven hoofd door Wageningen durven te lopen. Uiteindelijk neemt zo de kwaliteit van leven toe.”