De wetenschap is duidelijk: door het verbranden van fossiele brandstoffen stijgt de CO2-concentratie in de atmosfeer. De gevolgen daarvan zijn eveneens bekend. Klimaatzones verschuiven en weerpatronen veranderen. Hier in Nederland, zo voorspelt het KNMI, krijgen inwoners te maken met hogere temperaturen, nattere winters en drogere zomers. Door het smelten van ijskappen stijgt de zeespiegel.

Lukt het niet de CO2-uitstoot terug te dringen en uiteindelijk te stoppen, dan zullen weersextremen vaker voorkomen, ze worden intenser en houden langer aan. Catastrofes zoals de overstromingen in Limburg, België en Duitsland in de zomer van 2021 en Valencia in het najaar van 2024 krijgen we dan vaker voor de kiezen. Andere dreigingen liggen ook op de loer. Door hitte neemt de oversterfte toe, door droogte beschadigt de infrastructuur en mislukken oogsten.
Klimaatverandering gaat dus gepaard met gevaar, schade en kosten. Daarnaast: hoe hoger de CO2-concentraties, hoe groter de kans op het bereiken van kantelpunten zoals het versneld afsmelten van Arctische ijskappen of het stokken van de Atlantische golfstroom. De gevolgen van deze en andere kantelpunten zijn maar moeilijk te onderschatten. Klimaatwetenschappers waarschuwen gegeven deze ontwikkelingen dat instorting van economische, sociale en politieke systemen dreigt.
De oplossing is helder: we moeten zo snel mogelijk stoppen met CO2-uitstoot. De noodzaak van de energietransitie is evident. Maar er zijn bezwaren tegen de energietransitie, en een belangrijke drempel betreft de kosten. Want die zijn immens.
Als het over de energietransitie gaat, dan vliegen de miljarden je om de oren. In 2020 raamde het Planbureau voor de Leefomgeving de kosten tot 2030 op 3 miljard euro per jaar. En PWC schatte in 2022 dat de kosten 43 miljard per jaar bedragen in 2030, en 56 miljard per jaar in 2040. Een studie van Kalavasta en Berenschot berekende dat de energietransitie tussen 2020 en 2050 een ‘meerinvestering’ vergde van 350 miljard euro. De diversiteit aan bedragen onderstreept dat het niet precies bekend is wat het allemaal zal kosten. Maar de genoemde bedragen laten wel zien dat het veel is. En dus komt pontificaal op tafel te liggen wie de investeringen in de energietransitie zal ophoesten.
“ Betalen wij of laten we onze (klein)kinderen betalen? ”
Vaak gaat die discussie tussen landen, zoals de jaarlijkse grote klimaatconferentie van de Verenigde Naties, de ‘COP’, of tussen huishoudens en bedrijven. Maar je kunt de investeringskosten ook intergenerationeel verdelen. Dan wordt de vraag: betalen wij, huidige burgers en bedrijven, of laten we onze (klein)kinderen en hun bedrijven betalen voor de energietransitie? Betalen wij, dan gaat dat middels belastingen, opslagen of wellicht lagere rendementen en bedrijfswinsten. Betalen toekomstige generaties, dan wordt de energietransitie bekostigd door het afsluiten van langlopende leningen.
Zo bekeken is deze transitie een verdelingsvraagstuk, waarin de diverse belangen van huidige én toekomstige generaties gewogen moeten worden. Is het eerlijker als wij, de mensen en bedrijven van nu, opdraaien voor rekening van de energietransitie? Of is het wellicht op goede gronden beter die rekening door te schuiven naar toekomstige generaties en bedrijven? Intuïtief neigen velen waarschijnlijk naar het eerste, maar er zijn ook goede argumenten om de rekening af te wentelen.
De huidige generatie betaalt
Er zijn goede redenen dat wij zelf betalen voor de energietransitie. Je hebt een auto, je huis is behaaglijk warm, je gaat regelmatig op vakantie en je houdt van lekker eten en mooie (veel!) spullen. Dat is natuurlijk allemaal ons goed recht; we werken er hard voor. Maar die leefstijl zorgt ook voor schade. We weten allemaal dat mobiliteit, spullen kopen en vlees eten een grote CO2-voetafdruk hebben. Met deze levensstijl houden we niet alleen dat systeem in stand, we dragen er ook aan bij, temeer omdat die schadelijke bijkomstigheid economisch niet altijd ingeprijsd is.
Enerzijds profiteer je al je hele leven van goedkope energie, wat je in staat heeft gesteld om een bepaald welvaartsniveau te behalen. Anderzijds berokken je schade aan milieu en klimaat, wat nog eeuwen invloed blijft uitoefenen. De CO2-emissies van onze generatie dragen nog lang bij aan het verlies van mensenlevens, hoge kosten en schade aan de leefomgeving en de planeet.
“ Ruim je eigen troep op ”
Vanuit de politieke filosofie zijn er goede argumenten te vinden dat we niet langer die schade kunnen afwentelen. De huidige generatie moet er zelf voor opdraaien. Dit correspondeert ook met ethische principes zoals veel mensen die zullen kennen. ‘Ruim je eigen troep op!’ ‘Wat je kapot maakt, herstel je!’ Onze levensstijl veroorzaakt schade en die mag je niet afwentelen; je moet betalen voor het opruimen van de troep. Het verdelingsprincipe dat hierbij hoort is dat ‘de vervuiler betaalt’. Het is wellicht wat simpel gesteld, maar het raakt wel de essentie waarom de huidige generatie verantwoordelijk is voor het betalen van de energietransitie.
De toekomstige generatie betaalt
Maar er zijn ook goede argumenten aan te dragen voor de positie dat toekomstige generaties moeten betalen voor de energietransitie. Bijvoorbeeld: als in de toekomst het energiesysteem draait op hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind en aard- of restwarmte, dan zijn consumenten niet langer afhankelijk van het verbranden van olie en gas. Dat heeft financiële voordelen, want je hoeft niet iedere keer naar de pomp om dure benzine te kopen. In plaats daarvan laad je je batterijen op met elektriciteit, gegenereerd door een windmolen die misschien wel 25 of 30 jaar draait, of met je eigen zonnepanelen. Een ander voordeel van een energiesysteem dat draait op hernieuwbare bronnen is dat de afhankelijkheid afneemt van grillige geopolitiek en neoliberale marktmechanismen.
“ Een tijdige energietransitie voorkomt veel klimaatschade ”
Maar er zijn meer voordelen. De lucht wordt een stuk schoner, want er komt minder fijnstof door verbranding in de lucht. Dat is goed nieuws voor de burgers na de energietransitie, want momenteel sterven er jaarlijks vroegtijdig zo’n 11.000 Nederlanders door blootstelling aan fijnstof, aldus TNO. En dan is er nog een ander argument voor het laten betalen van de energietransitie door toekomstige generaties: een tijdige energietransitie voorkomt veel klimaatschade en daarmee blijft toekomstige generaties veel leed en kosten bespaard. De energietransitie draagt dus bij aan een toekomstige veiligere wereld.
Naast bovengenoemde argumenten zijn er ook economische argumenten om de rekening naar toekomstige generaties door te schuiven. Zo gaan economen en veel van hun theorieën ervan uit dat vanwege voortgaande economische groei de burgers van later nog een stuk rijker zijn dan wij. Zo zijn wij een stuk rijker dan onze voorouders 100 jaar geleden, en zo zullen ook onze nazaten ook weer een stuk rijker zijn dan de huidige generatie, aldus sommige economen. Met zulke sprongen in welvaart is de energietransitie op de lange termijn gemakkelijker te dragen.
Er zijn dus diverse argumenten die rechtvaardigen dat we de benodigde investeringskosten voor de energietransitie doorschuiven naar toekomstige generaties. Ten eerste hebben vooral zíj baat bij de energietransitie: goedkope energie, meer veiligheid, schone lucht en minder klimaatschade. Het politiek-filosofische principe dat hierbij past is het ‘profijtbeginsel’. Ten tweede zullen, aldus veel economen, toekomstige generaties welvarender zijn dan de huidige generatie, en hebben zij een grotere draagkracht. Ook hier is een politiek-filosofisch principe van toepassing, namelijk ‘draagkracht’.
Wat kies jij?
Hierboven heb ik beargumenteerd dat er goede argumenten zijn dat wij, de huidige generatie die de atmosfeer vervuilt, opdraaien voor het bekostigen van de energietransitie. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ is mijns inziens het meest relevant. Anderzijds zijn er ook goede argumenten om de toekomstige generaties te laten betalen voor de energietransitie. Zij hebben allerlei voordelen waardoor het ‘profijtbeginsel’ geldt, en vanuit de economische theorie ook het ‘draagkrachtbeginsel’. Wat realistischer: als er nu geld geleend wordt om te investeren in de energietransitie, dan is de kans dat die transitie gerealiseerd wordt waarschijnlijk groter. Sommige economen, zoals ABN AMRO-hoofdeconoom Sandra Phlippen, beargumenteren in deze context dat toekomstige generaties waarschijnlijk liever zien dat we zuinig zijn op het klimaat en wat minder zuinig met geld. Met andere woorden: nu schulden maken om de energietransitie snel te realiseren verdient de voorkeur.
Ik wil mijn kinderen en toekomstige burgers niet opzadelen met schulden waar zij part noch deel aan hebben. Aan de andere kant gun ik jonge kinderen en nog niet bestaande burgers natuurlijk ook een wereld waar het fijn leven is, waar ze kunnen genieten van de natuur en hun levensprojecten kunnen realiseren. Zij hebben straks immers dezelfde grondrechten die de huidige generatie nu beschermen. Het te lang uitstellen – of afstellen – van de energietransitie schendt hun grondrechten, zoals het recht op veiligheid.
In deze bijdrage pleit ik voor de energietransitie en voor het betrekken van de belangen van toekomstige generaties. In die zin is dit een normatieve bijdrage. Maar ik probeer ook neutraal te blijven. Ik heb een aantal argumenten naast elkaar gezet die pleiten voor de ene of de andere verdeling van de investeringskosten voor de energietransitie. Maar ik ga niet de vraag beantwoorden wat ik zelf het eerlijkst vind. Dat is misschien teleurstellend. Echter, door de vraag niet te beantwoorden, zet ik jullie, de lezers van De Helling, aan het werk. Denk er zelf over na. Wat kies jij? Trek je de portemonnee om te investeren in de energietransitie, of schuif je de rekening door naar toekomstige generaties?
Dit essay is deels ontleend aan het rapport Rechtvaardigheid in klimaatbeleid: over de verdeling van klimaatkosten van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uit 2023.
Lees ook in deze Helling

Word vriend & ontvang De Helling
Altijd de nieuwste artikelen lezen? Als vriend van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks ontvang je 4x per jaar de Helling per post. Ook heb je bij elke nieuwe editie direct toegang tot alle Helling-artikelen op onze website.
De Helling draagt bij aan verdieping en politieke visievorming binnen GroenLinks. Met jouw vriendschap steun je het werk van het tijdschrift en Wetenschappelijk Bureau GroenLinks.