Iedereen fundi. Iedereen realo.
In dit artikel focus ik op die uitdaging. Een hoogstpersoonlijke bijdrage is echter ruim onvoldoende. Een partijbreed toekomstkompas formuleren is noodzakelijk: samen bediscussiëren en formaliseren hoe GroenLinks in de politiek staat en wat dat voor Nederland kan betekenen. Anders dreigt het evaluatierapport één van de vele oerdegelijke werkstukken te worden in de partijgeschiedenis – en dat zijn er sinds de oprichting van GroenLinks ongetwijfeld al heel wat.
Dat zou deze keer extra jammer zijn, omdat het rapport net de sleutelvraag voor groene politiek ook als dusdanig formuleert. Idealen verenigen met pragmatisme en spankracht verzoenen met slagkracht: het vormt dé uitdaging voor alle groene partijen. Overal en altijd. Ook buiten campagnetijd. Ook wanneer groene partijen wel meeregeren. Ook wanneer groene partijen sterke verkiezingsresultaten boeken.
Het concept “bestuurspartij met idealen” heeft een groot potentieel, maar zonder een gedeelde visie is er ook een groot risico aan verbonden: dat we nog meer evolueren naar partijen van enerzijds bestuurders en anderzijds idealisten, waar fundi’s steevast tegenover realo’s staan. Sinds de heroïsche discussies tussen die twee groepen in de schoot van de Duitse groenen in de jaren tachtig, zijn het gekende concepten in elke groene partij.