Meer Lilian & Lilianne & Sigrid & Jesse’. Met die poster zette de campagne van GroenLinks het gelijktijdig verschenen essay ‘Keerpunt 21’ van Jesse Klaver kracht bij. Centrale punt: GroenLinks gaat campagne voeren voor progressief Nederland, niet alleen voor GroenLinks. Daarbij werd de definitie van wat progressief is gemakshalve nogal opgerekt en kwam het woord links, buiten de partijnaam, al helemaal niet in het stuk voor. Dat is voor kiezers – en ook voor behoorlijk wat leden – een verwarrende boodschap. Als het niet uitmaakt op welke progressieve partij je stemt, wat is dan nog het bestaansrecht van GroenLinks? 

Verkiezingen win je niet door op voorhand allerlei verschillen onder het tapijt te vegen onder het mom van samenwerking. In een pluriforme meerpartijendemocratie doen die verschillen er namelijk toe. Het gaat dan niet alleen om progressief versus conservatief of links versus rechts. De kiezer bepaalt de stem op basis van een breed pallet aan thema’s en, ja, ook nog eens op basis van een al dan niet overtuigende presentatie.

Door in de campagne te stellen dat het geen wezenlijk verschil uitmaakt of mensen stemmen op GroenLinks, SP, PvdA of D66, geeft GroenLinks aan dat het eigenlijk niet uitmaakt of je vóór of tegen Europese integratie, natuurbescherming of inkomensnivellering bent. Want zo uiteenlopend zijn de standpunten in dit progressieve blok. Wil GroenLinks zichzelf niet irrelevant maken, is het zaak om volstrekt duidelijk te zijn over de eigen idealen en standpunten. Die zitten, traditioneel, in de linkerbovenhoek van het spectrum: progressief, groen en sociaal. Dat betekent ook dat er essentiële verschillen zijn met andere partijen in dit politieke kwadrant. 

Juist aan het helder en aantrekkelijk formuleren van de eigen idealen heeft het in de campagne ontbroken. Waar Klaver in het verleden schijnbaar moeiteloos wist te enthousiasmeren op thema’s als tweedeling, klimaat en diversiteit, kwam de boodschap ditmaal nauwelijks uit de verf. Sterker nog, er leek vanuit de campagne niet eens moeite voor gedaan te worden. Mensen weten inmiddels wel waar GroenLinks voor staat, lijkt de gedachte. Een denkbeeld waar GroenLinks zich de afgelopen vijfentwintig jaar al vaker aan vergaloppeerd heeft.

“ In de jacht naar de kiezer uit het midden, keerde een deel van het klassieke kiezerspotentieel GroenLinks juist de rug toe ”

Ooit was de kleine SP geen concurrent, want te radicaal. Later was de Partij voor de Dieren geen concurrent, want alleen een alternatief voor rechts. Nu waren Volt en Bij1 geen concurrent, want economisch te rechts of te single-issue. Samen kostten deze partijen ons echter drie zetels en trokken veel nieuwe, jonge stemmers. Kiezers die GroenLinks op voorhand niet heeft weten binnen te halen. In de jacht naar de kiezer uit het midden, keerde een deel van het klassieke kiezerspotentieel GroenLinks juist de rug toe. 

Naast statistiek of kiezersonderzoek op basis van big data en focusgroepen, is ook het gedrag van actieve GroenLinksers veelzeggend. Campaigners bijvoorbeeld, die door weer en wind langs de deuren gaan om mensen te overtuigen te gaan stemmen op GroenLinks. Ik ken ze, want ik ben er zelf eentje. Bij de laatste verkiezingen hebben meerdere campaigners uit mijn directe omgeving, gekozen voor een andere partij, omdat ze de idealen van GroenLinks te flets vonden. Voor hen waren partijen als de PvdD en Bij1 een overtuigend alternatief omdat GroenLinks op de thema’s klimaat en diversiteit niet onderscheidend was. Dat mag getalsmatig niet significant zijn, als de eigen ambassadeurs weglopen, legt dat de bijl aan de wortel van de partij.

GroenLinks moet radicaal terug de linkerbovenhoek in. Dat betekent: heldere en principiële stellingname van de landelijke fractie en in de campagnes; ruimte voor inhoudelijk debat tijdens congressen; een stemprocedure die leden weer invloed geeft op de volgorde van de lijst en, bovenal: ophouden met de gedachte dat groene politiek irrelevant genoeg is om op te gaan in een ongedefinieerd progressief blok.

 

Drie reflecties

Na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 hield GroenLinks acht van de veertien zetels over. Hoewel dit zetelaantal gelijk is aan het historisch gemiddelde, was de teleurstelling groot. Het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks kwam met het rapport ‘Een idealistische bestuurspartij’. In deze editie van De Helling drie reflecties waarin partijleden hun licht over de verkiezingsuitslag laten schijnen. 

De reflectie van Leo Platvoet en Sabine Scharwachter staat hier

Lees hier de reflectie van Harmen Binnema.

Reflecteren op de uitslag van 2021

Na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 hield GroenLinks acht van de veertien zetels over. Hoewel dit zetelaantal gelijk is aan het historisch gemiddelde, was de teleurstelling groot. Het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks kwam met het rapport Een idealistische bestuurspartij. In deze editie van De Helling drie reflecties waarin partijleden hun licht over de verkiezingsuitslag laten schijnen.