Verrassend genoeg is Spin Dictators een optimistisch boek. De moderne spin dictator leunt volgens de auteurs niet op totalitaire controle, concentratiekampen en staatsmedia. Hij is bovendien veel minder bloeddorstig dan zijn voorgangers. Het doet denken aan de boodschap waarmee Steven Pinker naam maakte in 2011. De kans op een gewelddadige dood is in de loop van de geschiedenis drastisch afgenomen – ondanks wereldoorlogen en modern wapentuig. Van vijfhonderd per honderdduizend voor de opkomst van de staat, via vijftig per honderdduizend in de Middeleeuwen naar zes tot acht nu, met zelfs een lager aantal in de meeste Europese landen.
Volgens Guriev en Treisman grijpen de spin dictators niet de macht door staatsgrepen in democratische landen of door uitholling van democratische instituties. Het zijn vooral landen waar de oude fear dictators heersten, die – al dan niet gedwongen door de omstandigheden – zijn overgeschakeld op een nieuw systeem.
Als pionier wordt Lee Kuan Yew genoemd, die in 1959 premier werd van Singapore. Hij was ervan overtuigd dat het harde politiegeweld waarmee zijn voorganger een studentenopstand neersloeg contraproductief was geweest. De les die hij daaruit trok was niet dat Singapore rijp was om te worden hervormd tot democratische rechtstaat, maar dat repressie gericht en in verborgenheid moest worden uitgevoerd. Lee maakte van de achtergebleven eilandstaat in de loop der tijd een welvarende metropool. Singapore stond en staat enige vrijheid en mogelijkheid tot oppositie toe, maar blijft tot op de dag van vandaag in feite een dictatuur. Lee stond onwelgevallige publicaties in beperkte mate toe, in plaats van die te verbieden. Tegen oppositiepolitici liet hij rechtszaken aanspannen vanwege laster en belastingontwijking, in plaats van dat hij ze tot het strafkamp veroordeelde om politieke vergrijpen. Lee’s succes leverde hem veel bewondering op, bijvoorbeeld van de Chinese leider Deng Xiaoping en Noersoeltan Nazarbajev, de president van Kazachstan, die zijn model deels probeerden te kopiëren.
Grens aan politieke moorden
Om een niet-democratisch land te classificeren als spin dictatorship zijn de vereisten dat er verkiezingen worden gehouden waaraan minstens één oppositiepartij deelneemt en dat er in sommige media kritiek op de regering wordt geleverd. Daarnaast stellen Treisman en Guriev een grens aan het aantal politieke gevangenen en politieke moorden. Aan de hand van deze min of meer objectieve criteria zien zij een trend beginnen in de jaren tachtig van de twintigste eeuw. De autocraten die sinds de jaren negentig aan de macht zijn gekomen, hanteren in merendeel andere, minder gewelddadige methodes dan de meesten van hun voorgangers.
Als verklaring voor deze ontwikkeling overwegen de auteurs verschillende mogelijkheden. Uiteindelijk komen ze uit op een modernization cocktail. Deze cocktail bestaat uit een combinatie van de overgang naar een postindustriële samenleving, economische en informatietechnologische mondialisering en de opkomst van een mondiale rechtsorde. Belangrijk ingrediënt van de cocktail is een hoger opgeleide bevolking die onafhankelijker is van de overheid. Daarbij zijn de toegang tot internet en de toenemende populariteit van mensenrechten ook belangrijke elementen. In de afgelopen veertig jaar is de aandacht voor mensenrechten in de pers, in de publieke opinie en in buitenlands beleid stevig toegenomen.
Treisman en Guriev bestrijden de stelling dat China een aantrekkelijk alternatief heeft gevonden door te moderniseren zonder te democratiseren. Het Chinese model blijft volgens hen wereldwijd veel minder populair dan bijvoorbeeld het vrije Amerikaanse. Niet alleen in het Westen, maar ook onder de bevolking van Afrikaanse landen. Ook de economische ontwikkeling in China heeft geen baat gehad bij de eenpartijstaat.