De Europese interne markt bestaat precies de helft van mijn leven, en bij de oprichting was ik zeker niet gelijk overtuigd. In 1993 stonden de Britse Groenen sceptisch tegenover de waarde van een grote en machtige markt. We meenden dat die in strijd was met onze steun voor lokale economieën en vreesden dat het proces de ontluikende macht van de multinationals mogelijk zou maken, die de vrijheid zouden hebben om de democratische macht en de wensen van de burgers te negeren.

Maar in de afgelopen 30 jaar zijn de Groenen in het Europees Parlement verbluffend effectief geweest in het koloniseren van die markt en het aanwenden van de democratische macht van de EU om de macht van het bedrijfsleven in te perken. Zij zijn erin geslaagd de markten zodanig te reguleren dat de Europese economie krachtiger werkt in het belang van een gezond milieu en tevreden burgers, meer dan we ons zonder de interne markt hadden kunnen voorstellen.

“ De milieunormen in de EU liggen veel hoger dan in welke andere nationale of regionale economie dan ook ”

Als we over de hele wereld kijken, zien we dat de sociale en milieunormen in de EU veel hoger liggen dan in welke andere nationale of regionale economie dan ook. Dat had niet gehoeven, maar dankzij onze politieke kracht, vaardigheid en vastberadenheid is de interne markt een kracht ten goede geworden. We moeten die prestatie vieren voordat we ons over de volgende 30 jaar buigen.

Ik wil graag de toekomst bekijken aan de hand van drie gevallen van EU-wetgeving die ik bijzonder waardeer en die ik gebruik als blauwdruk voor waar wij ons als Groenen voor kunnen inzetten.

Moderne slaven

De eerste is de EU-conflictmineralenverordening die op 1 januari 2021 in werking is getreden en die vereist dat EU-fabrikanten van elektronische goederen hun toeleveringsketens controleren op vier mineralen. Daaruit volgt dat zij die alleen kunnen inkopen bij verantwoorde en conflictvrije bronnen. Deze mineralen zijn cruciale grondstoffen in elektronische producten die onze toekomst zullen bepalen, en deze wetgeving brengt de Europese waarden in de praktijk door de invoer te blokkeren van grondstoffen waarvan de winning conflicten in de hand heeft gewerkt.

Ik beschouw dit nog als een zeer lage lat, maar we zouden dit principe nog verder kunnen doorvoeren. Gezien wat we leren over het Chinese systeem van werkkampen, lijkt het vrij duidelijk dat made in China-producten die op de interne markt worden verkocht, mogelijk zijn gemaakt door moderne slaven. We moeten meer wetgeving ontwikkelen om producten van onze markten te weren die niet voldoen aan de normen die wij verwachten. Anders zijn wij als consumenten schuldig aan het profiteren van een wereldwijd productiesysteem dat lijkt op een verkapte en gemoderniseerde versie van het koloniale verleden waarvoor wij ons zo schamen.

“ Wij beschermen niet onze binnenlandse producenten, maar onze waarden ”

Bezwaren tegen Chinese importen zijn niet voorbehouden aan links, en we moeten ons engagement voor wereldwijde normen duidelijk onderscheiden van uiterst rechtse oproepen tot economisch nationalisme. Het eisen van milieunormen en sociale normen voor goederen die op onze markt worden verkocht die gelijkwaardig zijn aan onze eigen normen, kan leiden tot het verhuizen van de productie naar het Westen en meer kansen voor Europese werknemers, maar ook tot hogere prijzen voor de consument. Ons politieke doel is echter de bescherming van mens en milieu, niet het oproepen tot nationalisme. Wij beschermen niet onze binnenlandse producenten, maar onze waarden.

overdekte markt Valencia
Mercado Central, Valencia. Foto: Trevor Huxham. CC BY-NC-ND 2.0

Dit brengt me bij het tweede stuk wetgeving dat volgens mij de weg vooruit kan wijzen: het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens. De EU gaat er prat op een wereldleider op klimaatgebied te zijn. Dit kan ons in staat stellen de schone en groene economie van de toekomst te ontwikkelen, maar het kan soms ook betekenen dat onze producenten hogere prijzen moeten betalen – vooral voor energie – en niet meer kunnen concurreren. Het doel van het correctiemechanisme is een belasting te heffen op de invoer die gelijk is aan de hogere productiekosten die gemaakt worden in verband met het nakomen van onze klimaatafspraken.

Wat hier natuurlijk van vitaal belang is, is dat de opgelegde tarieven daadwerkelijk gepaard gaan met koolstofreducties, in plaats van nog een koolstoflek in het gebrekkige emissiehandelssysteem toe te laten.

Maar als het systeem evenwichtig en waterdicht kan worden gemaakt, kan dit vermogen om onze hoge normen te handhaven zonder de Europese producenten achter te stellen, helpen om de interne markt te gebruiken als hefboom om andere milieunormen en sociale normen in de geglobaliseerde economie te verbeteren.

Amazone

Het derde voorbeeld dat ik wil bespreken is de handelsovereenkomst met Mercosur, die een test is om te zien of de EU zich echt inzet voor klimaatmaatregelen en mensenrechten. De overeenkomst tussen de grootste Latijns-Amerikaanse economieën en de EU werd gesloten in 2019. Het is een enorme overeenkomst die gaat over het leven van 780 miljoen mensen en handel ter waarde van meer dan 40 miljard euro omvat.

De overeenkomst spreekt ook veel over milieukwesties, met het oog op de Braziliaanse president Bolsonaro die op dat moment de versnelde vernietiging van het Amazonewoud en de moord op de inheemse bevolking aanmoedigde. Maar er werd onderhandeld zonder duurzaamheidseffectbeoordeling of bindende afspraken over klimaat, milieu en mensenrechten.

Als Groenen hebben we al veel handelsovereenkomsten gezien die warme woorden bevatten over vrouwenrechten, inheemse rechten, bescherming van leefgebieden en een schat aan andere nobele ambities. Maar deze inhoud is altijd opgenomen in delen van het verdrag die niet wettelijk afdwingbaar zijn. In plaats van een kracht ten goede te zijn in de wereld, heeft het handelsbeleid van de EU te vaak gewetenloze bedrijven over de hele wereld in staat gesteld om mensen uit te buiten en habitats te vernietigen om goedkope goederen te leveren aan Europese consumenten.

De toekomst van de interne markt moet nauwer worden verbonden met het handelsbeleid van de EU. Het tegenhouden van de Mercosur-overeenkomst (nog steeds niet geratificeerd op het moment dat ik dit schrijf) geeft aan dat de regeringen van de lidstaten en hun burgers het idee van handel tegen elke prijs beginnen te verwerpen, en dit is een positief teken van hoe het EU-handelsbeleid beter kan worden afgestemd op de hoogste ambities van de interne markt, zoals het volgens mij zou moeten.

Een blik van buitenaf

Het zou onvergeeflijk zijn als ik de kwestie die zo centraal staat in mijn kijk op de interne markt van de EU niet zou behandelen: hoe het leven erbuiten is. Het lijdt geen twijfel dat de oligarchen die achter de Brexit zaten, precies het soort wettelijke bescherming wilden vermijden dat in de gemeenschappelijke verworvenheden van de interne markt is vastgelegd.

“ Toen Brexiteers over vrijheid spraken, bedoelden zij de vrijheid om mens en planeet uit te buiten ”

Of het nu gaat om risicovolle financiële producten, klimaatverwoestende uitbreiding van fossiele brandstoffen of uitbuitende arbeidsverhoudingen, het was duidelijk dat toen Brexiteers het over vrijheid hadden, zij in werkelijkheid de vrijheid bedoelden om mens en planeet uit te buiten zonder de wettelijke beperkingen die de Groenen en anderen de afgelopen 30 jaar in de interne markt hebben ingevoerd.

Het VK heeft een aanzienlijke prijs betaald voor het verlaten van de interne markt. Het enorme gat in onze nationale financiën is van een vergelijkbare dimensie als de economische krimp die werd voorspeld toen we de handelsbarrières verhoogden met de enorme EU-markt die voorheen 44 procent van onze export ontving.

Terwijl ik dit artikel schrijf, legt de Britse regering haar roekeloze Retained EU Law (Revocation and Reform) Bill voor aan het parlement, die vervalbepalingen zal invoeren voor meer dan 2.400 EU-wetten die vóór de Brexit in Britse wetgeving werden omgezet. Dit betekent dat een heel wetgevingskader aan het eind van 2023 automatisch niet meer van kracht zal zijn, of Europese regels nu zijn vervangen door binnenlandse wetgeving of niet. Dit betekent dat regels op allerlei gebieden, van de kwaliteit van onze lucht en ons water tot ons recht om niet te worden uitgebuit op het werk, zomaar kunnen verdwijnen.

Hoewel EU-wetten worden afgeschilderd als wetten die door ‘ongekozen bureaucraten’ zijn geschreven, waren de regels die op het kampvuur worden gegooid EU-wetten waarbij Britse parlementsleden (zoals ik) en Britse ministers betrokken waren: we hebben erover mee-onderhandeld. Aangezien ons lidmaatschap 47 jaar heeft geduurd, is het wettelijke kader waarin wij Britten leven grotendeels EU-wetgeving: van de arbeidstijdenrichtlijn tot de habitatrichtlijn. Dit alles verliezen is een afschuwelijk vooruitzicht – net zoals het niet langer deel uitmaken van de wetgevende structuren van de EU die het leven in Europa blijven verbeteren.

De toekomst voorzien en opbouwen

Dertig jaar geleden stonden we op het hoogtepunt van ons vertrouwen in het marktkapitalisme en de liberale democratie. Het afgelopen decennium heeft aangetoond dat de macht zich afkeert van de menselijke waarden die het Europese project hebben gekenmerkt. We bevinden ons in een defensieve houding, nu landen als China en Rusland de mensen- en burgerrechten schaamteloos verraden en de orde die de interne markt vertegenwoordigt aanvechten als een soort postkoloniale oplegging.

De EU kan en moet een baken zijn van sterke mensen- en burgerrechten, van milieubescherming en normen waarvoor Europese burgers zich eeuwenlang hebben ingezet. Daartoe moet zij die waarden in onze handelsovereenkomsten wettelijk afdwingbaar maken. Net zoals we afzien van Russische olie en gas, moeten we afzien van handel met onderdrukkende en autoritaire regimes. We kunnen dit doen door gelijke concurrentie te eisen, zodat landen die niet aan de Europese normen voldoen met invoertarieven te maken krijgen.

De interne markt is sterk wanneer hij de macht van 450 miljoen van de rijkste consumenten ter wereld verenigt. Als de interne markt niet bestond, zouden we kunnen concluderen dat het nodig is hem uit te vinden. De macht van ondernemingen moet worden gestuurd in het belang van de burgers en de andere wezens waarmee we de planeet delen. Hoe dat te bereiken in een wereld waar de economische macht afglijdt naar staatsbedrijven en oligarchen is de uitdaging voor de komende 30 jaar.

Dit artikel verscheen eerder in de essaybundel 30 Years of the European Single Market - New visions for a green Europe, Heinrich-Böll-Stiftung European Union, 2022.