Het is een situatie die vervreemdend is voor zorgprofessionals, omdat zij steeds minder ruimte krijgen om maatwerk te leveren. En het is een situatie die vervreemdend is voor burgers die zich niet gehoord voelen door bestuurders of ambtenaren en die steeds minder zeggenschap hebben over hun leefomgeving.
Die vervreemding is onlosmakelijk verbonden met het neoliberalisme. Zij kan binnen haar modellen en geplande orde tenslotte geen frictie en tegenmacht toelaten. Zij moet de democratie wantrouwen. De werknemer wantrouwen. De burger wantrouwen. Vertrouwen zou tenslotte meer ruimte en vrijheid creëren voor democratische samenlevingen. Het zou betekenen dat de wetgevende macht versterkt zou worden en dat burgers meer ruimte krijgen om zelf te bepalen hoe zij hun lokale omgeving willen vormgeven. Frictie zou minder vervreemding betekenen.
Het is dus ook niet gek dat vervreemding als onbehaaglijk gevoel volgens het Sociaal Cultureel Planbureau de afgelopen veertig jaar is gegroeid. Het neoliberalisme ontneemt mensen namelijk de kans hun onvrede uit te drukken. Het slaat alles plat. Met cijfers. Spreadsheets. Modellen. Er zijn geen alternatieven. Geen keuzes.
Naar een politiek van frictie
Vroeger lukte het politici en politieke partijen om de vervreemding te doorbreken en als maatschappelijke schakel te functioneren. Ze waren meer dan nu geworteld in de samenleving. Hierdoor konden verhalen en ideeën met elkaar botsen en gemiddeld makkelijker naar Den Haag mee worden genomen.
Die frictie en botsing zouden weer meer ruimte moeten krijgen binnen politieke partijen, dit keer in een ontzuilde en gemediatiseerde samenleving.(3) Als de vervreemding voortkomt uit de huidige stand van zaken, zal politiek vanuit de huidige bestuurscultuur mensen tenslotte niet kunnen mobiliseren. Het creëren van frictie en het met moed uit bestaande patronen stappen, kan ook interesse creëren bij mensen die normaal geen GroenLinks stemmen. Het kan ze ontwapenen en hen uit hun bestaande ideeën over de partij laten stappen.
Mensen over sociale lagen heen in een politieke coalitie krijgen klinkt leuk, maar, volgens politicologen wordt dit steeds moeilijker. Waarom? Omdat onze identiteiten steeds meer zijn gaan ‘samenklonteren’. Onze politieke voorkeuren zijn steeds meer versmolten met andere sociale identiteiten, of die nu cultureel, religieus, geografisch of economisch zijn. Hierdoor kan politiek steeds meer een wij-zij spelletje worden. Uit talrijke experimenten blijkt dat stemmers het over vele ideeën eens zijn, tot ze erachter komen welke partij ervoor is. Oftewel, tot ze erachter komen of een bepaald idee bij hun samengeklonterde identiteit hoort.
Een vraaggestuurde politiek, die enkel naar haar eigen electoraat en/of ‘focusgroepen’ kijkt en met haar eigen leden in gesprek gaat over ‘een nieuw verhaal’, zal waarschijnlijk dus ook een politiek zijn die de huidige samenklontering van onze identiteiten en politieke verstarring eerder zal versterken dan verminderen. Het zal een politiek zijn die vooral niet de mobilisatiekracht kan aanboren die nodig is om mensen over identiteiten heen te verenigen, en bij linkse politiek te betrekken.