Laat ik maar met de deur in huis vallen: ik ben niet gecharmeerd van het begrip ‘economisme’. Niet alleen vanwege de conceptuele vaagheid van het begrip, maar vooral omdat het in zijn huidige vorm te weinig concrete politieke handelingsperspectieven biedt. Om misverstanden te voorkomen: ik ben een voorstander van het problematiseren van de historische processen, actoren en ideeën die in samenhang een eendimensionale rekeneenheid opleggen aan menselijk handelen. Maar het begrip ‘economisme’ lijkt mij niet geschikt om dit effectief te benoemen en te vertalen in een politiek programma.

‘Economisme’ komt niet verder dan het beschrijven van het proces van commodificeren, het reduceren van het menselijk handelen en relaties tot verhandelbare objecten op een markt. In het proces verdwijnt de intrinsieke waarde en wordt alles vertaald in een uniforme geldwaarde. De gebruikswaarde wordt vervangen door de ruilwaarde. De commodificatie van het menselijk bestaan is een centraal begrip bij een grote reeks kritische denkers vanaf Marx. Waar het om gaat, is om het mechanisme achter de commodificatie te begrijpen en concrete politieke interventies te identificeren. De commodificatie moet worden ingebed in een breder systeem. Waar komt het vandaan? Welk doel dient het?

Schuldgedreven economisch model

In de sociale wetenschappen wordt al ruim twee decennia gediscussieerd over het veelzijdige fenomeen ‘financialisering’. Het verwijst naar de groeiende rol van financiële markten, motieven, modellen en partijen, zowel in de wereldeconomie als op het nationale en individuele niveau. Simpel gezegd gaat het om de groeiende dominantie van de financiële sector en hoe dit zich vertaalt naar verschillende maatschappelijke domeinen die tot voor kort niet met de logica van financiële markten te maken hadden, zoals kinderdagverblijven, universiteiten en sociale woningbouw. Aan het ene uiteinde beschrijft financialisering het proces van commodificatie in deze specifieke historische context: hoe de organisatorische principes van financiële markten geïnternaliseerd worden door organisaties en individuen. Aan het andere uiteinde is financialisering de structuur, het - schuldgedreven - economische model dat een financiële logica oplegt en door de onderwerping van maatschappelijke terreinen steeds dominanter wordt.

De financiële sector is niet meer de passieve intermediair die op de achtergrond besparingen en schulden met elkaar verbindt, maar is actief het handelen van niet-financiële ondernemingen, overheden en huishoudens gaan vormgeven. De rentenier is terug, onttrekt zuurstof aan de economie en legt haar zijn discipline op. Hierdoor is een specifiek type commodificatie ontstaan, waarbij de reële economie ondergeschikt is geraakt aan financiële principes. De meest opvallende uitingen van dit samenspel zijn de explosief toegenomen balansen (schulden en tegoeden) in alle sectoren ten opzichte van de omvang van de economie. In Nederland zijn de balansen nog meer toegenomen dan in de meeste omringende landen.

We zien dat de terugtrekkende overheid op veel maatschappelijke terreinen instellingen in de armen heeft geduwd van financiële intermediairs. Met name de overdracht van vastgoed, zonder voldoende financiële middelen om hiervoor zorg te dragen, in de eerste paarse periode, heeft een brede laag aangetast, van politiebureaus tot asielzoekerscentra.  Ziekenhuizen, ROC’s en universiteiten moeten zelfstandig hun gebouwen beheren en de bijbehorende leningen en rentederivaten afsluiten. We kennen de excessen, maar de structurele kosten, het weglekken van publiek geld naar financiële spelers en de financialisering van organisaties - oftewel het internaliseren van de organisatorische principes van banken - zijn minder bekend. Hier liggen veel politieke handelingsperspectieven. Bijvoorbeeld: breng het vastgoed terug onder beheer van de Rijksgebouwendienst, zodat de semipublieke instellingen niet in de fuik van banken lopen.

Kolonisering van de toekomst

In grote lijnen zien we hoe sinds de jaren 80 het aandeel van de lonen in de economie is achtergebleven, terwijl de schuldenlast van huishoudens is toegenomen en de consumptie heeft gestut. Dit is door de Britse socioloog Colin Crouch omschreven als ‘privaat keynesianisme’. Het verwijst naar een economisch model waarin huishoudens en niet de staat de risico’s dragen. In Nederland stegen de private schulden van 40 procent van het bnp in 1975 via 88 procent in 1995 tot 198 procent in 2011. Naast deze enorme private schuldenlast, die een claim legt op toekomstige inkomens en productie, hebben we de claim van pensioenfondsen op de toekomst. De collectieve spaarpotten in Nederland zijn in het beheer gekomen van peperdure buitenlandse vermogensbeheerders die het pensioenkapitaal risicovol beleggen. De opgerekte balansen van huishoudens zijn onderdeel van een economisch model waar politieke keuzes aan ten grondslag liggen. Het resultaat is een fragiel systeem dat de toekomst steeds verder koloniseert. Financiële intermediairs spelen een steeds grotere rol en romen inkomens af.

Als GroenLinks werk wil maken van de problemen die het signaleert onder de noemer van economisme is het nodig om het concept in een breder politiek, economisch en historisch kader te plaatsen. De term ‘financialisering’ kan hierbij helpen. Om financialisering terug te dringen, is het niet genoeg om het bestaande pakket maatregelen te verdedigen, zoals het opknippen van banken, hogere buffers en het afbouwen van de fiscale stimulering van schuld. Het is nodig om het probleem te verbinden met woningbouw, met de inrichting van de semipublieke sector en met pensioenfondsen, en om een coherent plan van aanpak te presenteren dat toekomstbestendig is. Op al deze terreinen heeft GroenLinks al goede voorstellen, maar het ontbreekt aan een verbinding en een gevoel van urgentie.

Economisme is nu te veel een pr-instrument en te weinig een centraal begrip in het conceptverkiezingsprogramma. Werk het uit, ga verder dan de kritiek op commodificatie, bijvoorbeeld door financialisering aan te kaarten. Laat het politieke bouwwerk, de structuur erachter zien en kom met een alternatief verhaal dat duidelijk maakt hoe GroenLinks de geldwisselaars uit de tempel gaat verdrijven.