In het pamflettistische boek Eigen welzijn eerst, zoekt schrijver Roxane van Iperen naar een antwoord op de vraag waarom de middenklasse haar liberale waarden heeft ingeruild voor een mentaliteit die is gericht op zelfbehoud. De wijze waarop ze beschrijft hoe de open en tolerante waarden (zoals kansengelijkheid en individuele vrijheid en ontplooiing) van weleer plaatsmaakten voor de bescherming van het eigene, doet me denken aan een hink-stap-sprong. Met drie opeenvolgende bewegingen kan een grote afstand worden afgelegd – ook in de verkeerde richting.

De hink in Van Iperens boek werd net na de eeuwwisseling gemaakt: het sociale vooruitgangsideaal maakte plaats voor angst voor de vreemdeling (“ze komen eraan”). De stap die ze vervolgens beschrijft, is de verschuiving van vreemdelingenangst naar een focus op het eigen welzijn en geluk (“we moeten nu even aan onszelf denken”). Van Iperen schrijft dat mensen bang werden dat als anderen iets te winnen hebben, zijzelf iets gaan verliezen (p. 55). Vervolgens schetst ze de sprong naar rechts-extremisme en complottheorieën.

Met zevenmijlslaarzen verbindt ze het verlies van liberale waarden aan de populariteit van Forum voor Democratie, de aanhang van de QAnon-beweging en de opkomst van ‘draagzakfeministische’ antivaxers. Dat gaat mij wat snel. Door de mentaliteit van ‘eigen welzijn eerst’ aan extremen te koppelen, gaat ze voorbij aan de algemene verrechtsing van Nederland. Een tendens die evenzeer zorgelijk is. De verschuiving naar “we moeten nu even aan onszelf denken” houdt immers ook een afname van solidariteit in. En laat dat nou net een perfecte voedingsbodem zijn voor de ontmanteling van de verzorgingsstaat. Daar hebben de kabinetten-Balkenende onder het mom van ‘civil society’ en de kabinetten-Rutte onder het mom van ‘participatiesamenleving’ handig gebruik van gemaakt.

Neoliberalisme

De voedingsbodem voor Balkenende en Rutte om de verzorgingsstaat te kunnen uitkleden, was echter al in de decennia voor de eeuwwisseling gekweekt. Het leerzame boek van Bram Mellink en Merijn Oudenampsen laat dat haarfijn zien. In Neoliberalisme. Een Nederlandse geschiedenis wordt aangetoond dat het neoliberalisme geen ‘overzees’ importproduct was dat pas in de jaren tachtig zijn intrede deed in het Nederlandse beleid. De auteurs laten zien dat het neoliberalisme al in de jaren dertig wortel schoot, doordat invloedrijke personen uit het bedrijfsleven, de wetenschap en ambtenarij ermee aan de haal gingen. Bij gebrek aan een politiek vehikel dat deze ideologie in Nederland uitdroeg, kon het gebeuren dat de neoliberale doctrine onder de radar om zich heen greep.

“ Publieke voorzieningen werden uitbesteed aan marktpartijen ”

Toch wordt het geloof in het neoliberalisme heel zichtbaar in de jaren tachtig. Ook nu laat deze ontwikkeling zich lezen als een hink-stap-sprong. In de jaren tachtig vond onder aanvoering van CDA-voorman Elco Brinkman een hink plaats van het ideaal van de ‘verzorgingsstaat’, naar het ideaal van ‘een verantwoordelijke samenleving’. Onder het mom van christelijk gemeenschapsdenken werd “de overheid regisseur van het eigen initiatief” (p. 238). Vervolgens werd onder leiding van premier Wim Kok (PvdA) de stap gezet naar het ideaal van ‘de derde weg’. Publieke voorzieningen werden uitbesteed aan marktpartijen - denk aan de post en de spoorwegen. De sprong naar de ‘civil society’ en ‘participatiesamenleving’ werd tenslotte gemaakt in de periode na de eeuwwisseling. We zien hoe de verantwoordelijkheid voor reeds uitgeklede sociale voorzieningen zonder voldoende middelen naar gemeenten werden overgeheveld. Vervolgens werd de uitvoering een verantwoordelijkheid van marktpartijen (Jeugdwet, Wmo, de inmiddels teruggedraaide Wet inburgering 2013, de Wet langdurige zorg).

Links-progressief alternatief

Het is de opdracht aan links-progressief Nederland om met verve een nieuwe hink-stap-sprong voor te bereiden. De eerste hink dient zich hopelijk al aan na de Eerste Kamerverkiezingen van 2023, als een gezamenlijke rood-groene fractie het beleid van Rutte-IV naar links gaat trekken. De volgende stap is het formuleren van een gezamenlijke inhoudelijke agenda, met een centrale plek voor de overheid die weer bondgenoot is en bouwt aan een verzorgingsstaat die er voor iedereen is. Met zo’n programma in de hand maken we een sprong naar een samenleving waarin het neoliberalisme geen voedingsbodem heeft en solidariteit het alternatief is voor zelfbehoud. Is dit naïef? De geschiedenis heeft laten zien dat je met een hink-stap-sprong ver kan komen.

Reactie toevoegen