Vandaar de misplaatste clickbait-kop boven mijn column. Dank voor uw aandacht. Graag nog even doorlezen nu! Ik beloof een link te gaan leggen met voetbal.

“ De rechter wordt steeds meer gezien als een irritante hinderpaal ”

Het rapport komt uit de koker van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli), een belangrijke onafhankelijke adviseur van politiek en overheid. Aanleiding voor het rapport is de groeiende onvrede van burgers en politici over de rol van de rechter bij ruimtelijke plannen, de woonopgave en natuur- en klimaatbeleid. De Raad constateert dat de rechter steeds meer gezien wordt als een irritante hinderpaal die burgers, boeren en bedrijfsleven in de weg staat bij hun woongenot of ondernemingsplannen. 

Het rapport komt precies op tijd. Het radicaal-rechtse kabinet is nu een akelig feit. In het Hoofdlijnenakkoord van de coalitiefracties staat een cryptisch zinnetje, waar ik al eerder op wees. ‘Er wordt onderzocht of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van art. 3.305a Burgerlijk Wetboek.’ 

Vrij vertaald staat hier: we willen de gang naar de rechter inperken voor belangenorganisaties. Daaraan kan worden toegevoegd: we willen vooral groene clubs tegenhouden die we als lastig beschouwen. Hoe ik dat zo zeker weet? Tijdens een klimaatdebat werd dit voorstel al via de motie-Stoffer ingediend. SGP-Kamerlid Stoffer maakte toen duidelijk dat het voorstel zich expliciet richt op clubs zoals Urgenda.

Het is waar dat klimaat- en milieuorganisaties steeds vaker actievoeren via een gang naar de rechter. Dat constateert de Rli ook. Zij maken gebruik van het recht om te checken of de overheid en het bedrijfsleven zich wel houden aan de afspraken die zijn gemaakt over bijvoorbeeld het Klimaatakkoord van Parijs of over gezondheidsnormen. Neem alleen al Greenpeace. Zij heeft nu meerdere rechtszaken lopen over bijvoorbeeld stikstof, over de impact van klimaatverandering op Bonaire en over de vraag of aardgas en kernenergie duurzaam zijn.

Hoe bizar het is dat het nieuwe kabinet de gang naar de rechter wil bemoeilijken voor belangenorganisaties wil ik illustreren met een voorbeeld over voetbal. 

We kijken naar een EK-wedstrijd. Het is een spannende wedstrijd, er staat veel op het spel. De spits van de ene club maakt een flinke overtreding. Een tegenstander neemt wraak door hem te duwen. De clubs spelen ondanks de overtredingen stoïcijns door. Dan begint het publiek te joelen. Dit is niet eerlijk! De scheidsrechter komt in actie. Hij fluit om het spel stil te leggen. Maar de voetballers spelen gewoon door. Ze roepen naar de toeschouwers dat ze niet meer mogen komen. En de scheidsrechter krijgt van dit alles de schuld. Sinds hij fluit, is het geen leuk spel meer.

“ Als de spelers op het veld zich aan de spelregels houden, dan functioneert de voetbalwereld prima ”

Het mag duidelijk zijn. Terwijl de voetballers zelf de doorspelende overtreders zijn, wordt het publiek buitenspel gezet en zit de scheidsrechter in het beklaagdenbankje. Dit is precies wat er nu dreigt te gebeuren in de politiek. De ene club is de kabinetsploeg, de andere club is de Tweede Kamer, waarbij een meerderheid van de spelers de motie-Stoffer steunt. De toeschouwers zijn hier groene belangenorganisaties en de scheidsrechter is natuurlijk de rechtspraak.

De Rli constateert terecht dat het beter is om een gang naar de rechter te voorkomen. Als de spelers op het veld zich aan de spelregels houden, dan functioneert de voetbalwereld prima. In het rapport wordt echter gesteld dat de wetgevende en uitvoerende macht de hand in eigen boezem moeten steken. Om in de metafoor van het voetbalspel te blijven: de voetballers zorgen er zelf voor dat de toeschouwers zich genoodzaakt voelen zich tot de scheidsrechter te richten. De volgende vier voorbeelden uit het rapport illustreren dit helder: 

  • ‘Wetgever en bestuur [hebben] in de afgelopen jaren regelmatig verzuimd om moeilijke beslissingen over milieu en schaarse ruimte te nemen. Als reactie hierop wisten belangenorganisaties en burgers steeds vaker de weg naar de rechter te vinden.‘
  • ‘In een gezonde rechtsstaat zouden zij [wetgever en uitvoerende macht] moeten benadrukken dat EU-regelgeving of internationale verdragen ons niet zomaar zijn opgelegd, maar dat Nederland zelf in de besluitvorming was betrokken.’
  • ‘Daarnaast zou de politiek er verstandig aan doen om de invulling die Nederland geeft aan Europese en internationale wetten en regels niet te beperken tot de minimumeisen. Dat vergroot immers het risico dat burgers of belangenorganisaties naar de rechter stappen om te eisen dat de overheid de Europese en/of internationale regels beter naleeft.’
  • ‘De casuïstiek die wij hebben bestudeerd laat zaken zien waarin partijen via de rechter alsnog actualisering van vergunningen of handhavend optreden proberen af te dwingen. Het achterwege blijven van de actualisering of aanscherping van vergunningen en het tekort aan toezicht en handhaving hangt ook samen met de beperkte capaciteit die bij overheden beschikbaar is. (…) Mogelijk ontbreekt het aan politieke bereidheid om handhavend op te treden.’

Het probleem is dus niet de zichtbare rol van het recht in onze democratie. Het probleem is dat de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zich niet goed tot elkaar verhouden en dat de eerste twee zich niet aan de regels houden. Dat is de hoofdconclusie van het rapport. Als de voetballers het spel en de scheidsrechter respecteren is er niks aan de hand. Maar deze kabinetsploeg en team-Stoffer brengen samen de hele voetbalsport aan het wankelen.