Juist in kleinere of middelgrote gemeenten leidt het willen uitvoeren van een progressieve politieke agenda tot grotere uitdagingen. Een gesprek met GroenLinks-wethouders Karin Dekker (Assen), Tanja de Jonge (Barendrecht) en Joa Maouche (Renkum) over hun idealen, ervaringen en inzichten vanuit de bestuurlijke praktijk.

Vanuit welke idealen ben je de politiek ingegaan?

Joa Maouche: “Van kinds af aan ben ik geïnteresseerd in de natuur. Later kreeg ik tijdens een reis door Kenia oog voor onrechtvaardigheid. Ik zag hoe het leven één grote loterij is en hoe belangrijk de plaats is waar je geboren bent. Tijdens mijn studie kwamen deze twee lijnen samen. Toen ik voor het eerst mocht stemmen was de keuze voor GroenLinks snel gemaakt. Ik werd direct lid en rolde de partij in. Mijn drijfveren zijn rechtvaardigheid en klimaat. Knokken voor de kwetsbaren.”

Tanja de Jonge: “Mijn ideaal is dat iedereen moet kunnen meedoen. Voor ik de politiek in ging, werkte ik veel voor maatschappelijke organisaties. Ik ontdekte dat je vanuit de politiek meer invloed kunt hebben om idealen te verwezenlijken. Dat was voor mij de drijfveer om de overstap te maken.”

Karin Dekker is grootgebracht in een liberaal christelijk gezin, waar actief deelnemen aan de samenleving de norm was. In haar tienerjaren was Dekker actief in jongeren- en vrouwenbewegingen. De stap naar de politiek was voor haar vanzelfsprekend.

Hoe verhouden je idealen zich tot de bestuurlijke praktijk?

Maouche: “Ja, ik vind het heel goed te combineren. Sterker nog, ik denk dat als je in een omgeving zit waar het rechtse gedachtegoed overheerst, je juist die goede basis in de vorm van idealen nodig hebt, anders waai je met alle winden mee. Wat je zeker niet moet doen is blindelings het GroenLinks-gedachtegoed uitdragen in een rechtse gemeente, dan krijg je niets voor elkaar.

Ik ben idealistisch, maar tegelijk ook altijd bereid om de zaken vanuit andere invalshoeken te bekijken. Maar je moet wel aangeven waar je vandaan komt, wat je belangrijk vindt en welke doelen je wilt bereiken. Vervolgens kijk je hoe je daarvoor aan meerderheden kunt komen.”

In Renkum, gelegen in Gelderland, is Maouche sinds 2018 wethouder klimaat en duurzaamheid. De politieke context in Renkum is centrumrechts: VVD, D66 en GroenLinks werden bij de laatste verkiezingen de drie grootste partijen, en vormen nu samen met de PvdA het college van B&W. “Bij alles wat ik doe, alle besluiten die ik neem, alle voorstellen die ik doe, vraag ik mezelf af ‘Is het rechtvaardig? Doe ik het goede?’. Met die blik krijg je heel veel voor elkaar, zeker als je alles bij elkaar optelt. Kleine stappen zijn ook stappen.”

“Idealisme en besturen gaat zeker samen,” zegt ook Tanja de Jonge. “Het grote voordeel van de functie van wethouder is dat je nog dichter op het beleid zit, je hebt meer vermogen om door te zetten. Ik merk dat ik als wethouder nog meer contact heb met maatschappelijke organisaties, met ondernemers, om echt na te vragen wat hen bezighoudt. Als wethouder kun je dat veel sneller vertalen naar beleid.”

Portretfoto Joa Maouche
Joa Maouche, wethouder Renkum

In hoeverre is het verstandig om als bestuurder idealistisch te zijn, of is pragmatisme noodzakelijk?

Maouche: “Niemand zit te wachten op een soort priester die tijdens bestuursoverleggen gaat vertellen hoe de wereld in elkaar zit. Maar het zou niet bij mij passen als ik zou doen alsof ik geen idealen heb. Soms zet ik dus ook mijn hakken in het zand. Als het gaat over groene thema’s, zoals het behoud van bomen, ben ik meestal heel onbuigzaam. Vooral ook omdat de besluiten die je hierover neemt niet meer terug te draaien zijn. Soms vindt mijn omgeving dat vermoeiend, en ik win de onderhandelingen ook niet altijd, maar het belangrijkste is dat je duidelijk bent, dat je staat voor je idealen.”

“ De grote drijfveren zijn voor mij rechtvaardigheid en klimaat. Knokken voor de kwetsbaren ”
Joa Maouche Wethouder Renkum

De Jonge: “Je hebt als bestuurder een spectrum met idealen. Sommige idealen zijn GroenLinks-eigen, daar mag nooit aan getornd worden. Andere idealen zijn wat losser, die moet je misschien opgeven in een coalitieonderhandeling. Als je dat niet doet stoot je de coalitiepartijen tegen het hoofd, met het risico dat je geen van je idealen realiseert.”

Soms is het ook nodig om een grens te trekken, zegt Tanja de Jonge, zoals bij de kwestie rond de kinderopvang van vluchtelingen en vragen omtrent duurzaamheid die in Barendrecht spelen. “Daar raak je echt een grens, dat zijn voor mij geen discussiepunten.”

In Barendrecht, waar Tanja de Jonge sinds 2018 wethouder is, is het rechts-conservatieve geluid overheersend. Hoe gaat ze daarmee om? Hoeveel manoeuvreerruimte heeft ze? “We zijn in zekere zin tot elkaar veroordeeld,” zegt De Jonge. “Je moet met elkaar op zoek gaan naar wat de idealen en doelen zijn van de diverse collegepartijen. Wat gun je elkaar voor de komende vier jaar? Dan kun je ook accepteren dat je bepaalde punten niet ter discussie stelt.

Een onderwerp als de zondagssluiting voor winkels laat je dan aan je voorbijgaan. Daar krijg je een mooie klimaatparagraaf met voldoende financiële middelen voor terug. Tegelijkertijd kan je ook via zijwegen proberen je idealen te realiseren, zoals het doen van suggesties aan je collega-wethouders voor verduurzaming van woningen.”

Ook Karin Dekker heeft in haar carrière als wethouder meermaals een principiële grens getrokken. Zo weigerde ze in 2010, toen ze wethouder in Groningen was, het kraakverbod uit te voeren omdat 'er een heleboel wetten zijn die we niet dagelijks effectief handhaven’. “Dat kraakverbod uitvoeren wilde ik absoluut niet doen,” zegt ze. "We hadden een enorme woningnood. Ik vond het onacceptabel om mensen uit te zetten omdat ze leegstaande panden hadden gekraakt. Daar trok ik een duidelijke grens. Maar ik zorgde er wel altijd voor dat ik steun kreeg vanuit mijn college."

Ook bij de plannen rondom het boerkaverbod sprak Dekker zich fel uit. Op Twitter riep ze mensen op zelf een boerka aan te trekken uit protest tegen de aanstaande maatregel. “Dat verbod ging zo tegen mijn principes in. Dat zou ik nooit uitvoeren. Hoewel de gemeenteraad het met haar eens was, is ze nu wel wat voorzichtiger geworden. “Het blijft online aan je kleven.” Toch is het belangrijk om zo nu en dan het lef te hebben en met de vuist op tafel te slaan,” zegt Dekker. “Dat je niet bang bent voor weerstand. Je moet als bestuurder niet bezig zijn met aardig gevonden worden, of achter de laatste peilingen aanlopen.”

Hoe ga je de campagne in: vanuit het grote gebaar, of juist vanuit een bestuurlijke zakelijkheid?

Dekker: “Uiteraard vanuit het grote gebaar. Mensen snakken naar inhoud, verandering en een herwaardering van de publieke waarden. Het is daarbij de kunst om een positieve toon te hanteren. We kunnen alles aan als we maar het lef hebben om het te doen.”

Portretfoto Karin Dekker
Karin Dekker, wethouder Assen
“ We hadden een enorme woningnood. Ik vond het onacceptabel om mensen uit te zetten omdat ze leegstaande panden hadden gekraakt ”
Karin Dekker Wethouder Assen

De Jonge: “Met de successen die we de afgelopen jaren hebben geboekt gaan we positief de verkiezingen in. Zo hebben we onze doelen gerealiseerd op het gebied van duurzaamheid die burgers concreet helpen, zoals met energiecoaches en een energieloket. Verder hebben we voor de komende verkiezingen een aantal echte GroenLinks-thema’s centraal gesteld: naast duurzaamheid ook wonen en sociaal beleid. We hebben laten zien dat we kunnen besturen, en het doel is om weer in het college te komen. Er liggen nog veel uitdagingen waar GroenLinks echt een bijdrage aan kan leveren.”

Maouche: “In de campagne stellen we ons nooit echt op als een bestuurderspartij, hoewel we dat wel zijn. Omdat er in Renkum weinig groene en linkse concurrentie is, kunnen wij ons wat dat betreft vrijer en opener opstellen. We gaan altijd de campagne in met de thema’s die er voor onze achterban echt toe doen: natuur, duurzaamheid, sociaal beleid, rechtvaardigheid. En we maken het altijd concreet. We leggen uit hoe we het gaan doen en laten zien wat we de afgelopen periode hebben bereikt.”

Met de fusie van twee lokale partijen in Renkum kan GroenLinks haar koppositie na de verkiezingen verliezen. “De kans is heel groot dat zij de grootste gaan worden,” zegt Maouche, “waardoor wij niet meer kunnen dicteren hoe het proces na de verkiezingen gaat verlopen.”

Heeft dat invloed op de campagne die GroenLinks gaat voeren?

Maouche: “Als GroenLinks moeten wij een heel duidelijk verhaal vertellen, dat is ook wat de achterban van ons verwacht. Dat verhaal is er, ook als we kijken naar de successen die we hebben geboekt. Maar we moeten ook realistisch zijn. We zullen niet meer de lead hebben, dus we moeten strategisch kijken hoe we verder gaan.”

GroenLinks is een partij van het grote verhaal en van idealen. Dat is waar kiezers de partij om waarderen. Hoe houd je de kiezers vast, ondanks alle noodzakelijke compromissen?

Dekker: “Het lastige is dat we sterk afhankelijk zijn van de landelijke politiek. Als GroenLinks het landelijk goed of minder goed doet, merken we dat bij de gemeenteraadsverkiezingen. Je kunt dat doorbreken door een uniek, lokaal onderwerp centraal te stellen in de campagne. Dat is er nu niet echt, afgezien van de twee woonwijken die we willen verduurzamen.

Rechtse en lokale partijen schuiven de verduurzaming voor zich uit en weten daardoor een bepaalde groep kiezers aan zich te binden. Het is aan ons om het eerlijke verhaal te vertellen. Dat we aan de bak moeten als we een leefbare wereld voor onze kinderen willen achterlaten. Dus van het aardgas af, minder vliegen en autorijden, en meer wandelen en fietsen. Minder vlees en meer groenten en liefst dichtbij verbouwd. Ons leven wordt anders, en dat hebben we voor toekomstige generaties graag over.”

Portretfoto Tanja de Jong
Tanja de Jonge, wethouder Barendrecht

Maouche: “Onze achterban verwacht dat we tempo maken, dat we ambitieus zijn. Dat zijn we ook. Maar als bestuurder moet je ook vertellen dat het lastig is met de beperkte middelen die we hebben. We moeten altijd eerlijk zijn over hoe politiek werkt. Tegelijk hebben we een heel sterk verhaal, en zijn we een hartstikke groene gemeente met veel beschermde natuur. Het belangrijkste verkiezingsthema gaat worden: gaan we binnen of buiten de bebouwde kom woningen realiseren? Wij zeggen: dat moet binnen, en de meeste andere partijen vinden van niet. Wat dat betreft hebben we een heel onderscheidend verhaal.”

Een meerderheid in de gemeenteraad wil nieuwbouw buiten de bebouwde kom. Met ruimtelijke ordening in portefeuille levert dat voor Maouche een dilemma op: wel of niet meebewegen? “De keuze is dan: je neemt het niet als portefeuille, waardoor je ook veel minder grip krijgt op hoe het gebeurt. Of je neemt het juist wel, waardoor je die grip wel hebt en het zo goed mogelijk kunt realiseren, ook al is het een besluit waar je het ideologisch niet mee eens bent. Mijn voorkeur heeft altijd dat laatste.”

Tot slot: wat is het belang van idealisme in de politiek?

“Idealen bieden houvast aan wat je doet, je kunt erop teruggrijpen. Idealen laten je zien waarom je iets doet. Daar put je als bestuurder kracht uit,” zegt Tanja de Jonge. Joa Maouche vult aan: “Als je er puur zit om te besturen, loop je het risico dat je nergens naartoe gaat. Het gaat om de stip op de horizon. Politiek moet je per definitie idealistisch benaderen. Als je dat niet doet, is dat de dood in de pot.”

[Illustratie header: Ariane Faber]